De Nieuwe Taalgids. Jaargang 51
(1958)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd‘Sappho’ van Kloos en de ontbrekende regelMaurits Uyldert heeft in zijn artikel Willem Kloos en de chronologie van de gedichten uit zijn jeugd ook aandacht gewijd (N.Tg. LI. 115) aan de ontbrekende regel van ‘Sappho’. Hij schrijft, dat Verwey in zijn exemplaar der Verzen bij die plaats aangetekend heeft: ‘Zie v. Eycks aanvulling in de Zilverdistel’. Uit deze mededeling zou men kunnen afleiden, dat die ontbrekende regel door Van Eyck geschreven is. Dat zou onjuist zijn. Van Eyck heeft die bloemlezing samengesteld en de titels en opdrachten, zoals ze in De Nieuwe Gids voorkwamen, bijgevoegd. Slechts bij één sonnet, ‘Van de zee’, ontbreekt de opdracht aan Van Eeden op uitdrukkelijk verzoek van Kloos. Van Eyck vroeg aan Kloos, die aan dat verzoek heeft voldaan, om de ontbrekende regel. Op het tweede punt, dat onduidelijk is, wil ik ook even wijzen. Uyldert schrijft, dat in Verwey's exemplaar van de pracht-uitgaveGa naar voetnoot1) hij de lacune met potlood als volgt ingevuld heeft:
Neen, dat haar liefde een logen was en Phaon dwaas.
Wij vragen ons nu af of de regel door Verwey of door Kloos geschreven is. In de vierde druk, definitieve tekst (W.B. 1932), zijn de bewuste regels aldus afgedrukt:
Antheia:
Wat toch? Dat dronken kindren niet als mannen doen?
Phaon:
Neen, neen, zij sprak zóó raadslig, dat 'k mijzelf verloor.
G.H. 's-Gravesande. |
|