De Nieuwe Taalgids. Jaargang 51
(1958)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 173]
| |
Ik zey schoon kind wie wagt u hier te komen?Van het achttiende-eeuwse liedboelcje Thirsis MinnewitGa naar voetnoot1) zijn een groot aantal verschillende uitgaven bekend. Op de Koninklijke Bibliotheek alleen reeds bevindt zich een twintigtal, alle verschenen bij Amsterdamse uitgevers. Ook buiten Amsterdam is het boekje wel uitgekomen: ik bezit n.l. een exemplaar met als adres van de uitgever ‘Te Deventer, // By Marinus de Vries, Boekdruk- // ker en Boedverkoper (sic) woont inde Ryk- // man-straat.’ (z.j.) Op de bladzijden 67 en 68 van het eerste deel van deze uitgave is afgedrukt het liedje ‘Ik ging lestmael de willige boomtjes tellen’ (Stemme: Ik ging laast wandelen). Het is het verhaal van een jonge man die bij een tuinhuis een dienstmeisje ontmoet. Het derde en vierde couplet van dit lied luiden: Ik heb myn hoetje soo fraai afgenomen,
Ik bood dat soete kind daer goeden dag,
Ik zey schoon kind wie wagt u hier te komen.
Waer op zy my gaf soo een blyde lag.
Zy zey Jonkman 'k heb hier niemand te wagten,
'k Heb gasten genoot, maer sy syn al gegaen,
Dat heeft geduurt drie dagen en drie nagten,
Lust u een glaasje blyft niet buyten staan.
Uit het antwoord van het meisje blijkt dat ‘u’ in ‘wie wagt u hier te komen’, een nominatief moet zijn. Natuurlijk bestaat de mogelijkheid, dat ‘u’ een zetfout voor b.v. UE is. Zoiets is bij de vaak tamelijk slordig gedrukte liedboeken geen uitzondering. Ook ‘Boedverkoper’ in het adres van de uitgever wijst op nonchalance. De laatste geciteerde regel biedt geen houvast, want ‘u’ in ‘Lust u een glaasje’ kan zeer goed een datief zijn. Om zekerheid te krijgen, heb ik de op de Kon. Bib. aanwezige uitgaven nageslagen. De oudste gedateerde is van 1712 (Amsterdam, Wed: Gysbert de Groot) en de jongste dateert van 1775 (Amsterdam, Barent Koene). Ofschoon in de verschillende uitgaven in de betrokken regel varianten voorkomen (sy, sey, zy, zey; Kind, kind, kint), staat in elke druk ‘wie wagt u hier te komen’. Het gaat mijns inziens niet aan hier nu nog een zetfout te willen zien. Maar zelfs al zou dat het geval zijn, dan is het wel een heel merkwaardige zetfout, waartegen in de loop van ruim 60 jaar nooit geprotesteerd is. Weliswaar werden dergelijke uitgaven vaak vrij klakkeloos nagedrukt, maar we kunnen ons afvragen in hoever dit schijn is: in verschillende uitgaven van Thirsis Minnewit zien we b.v. dat liederen die in de ene druk voorkomen in een andere ontbreken en door andere vervangen zijn. Het komt mij daarom voor dat we in ‘wie wagt u hier te komen’ ‘u’ terecht als nominatief mogen beschouwen. Misschien geeft dit geval weer steun aan de opvatting dat u in de nominatief is ontstaan door invloed van de verbogen naamval.
Den Haag. J. de Kruys. |
|