wordt tegen perfectionisme’. - Alfred Kossmann beoordeelt een groot aantal Godsdienstige dichters o.a. Guilliaume van der Graft, die in Vogels en Vissen ‘een bijna verbluffende vernieuwing’ toont, J.A. Rispens (Ora pro nobis), een onbeduidende bundel Gemeenschap, werk van Gereformeerde Dichters en Dichteressen, J.W. Schulte Nordholt (Tijd voor eeuwigheid) en de R.K. dichter Michel van der Plas, auteur van een dramatisch gedicht Ergenshuizen, geschreven in opdracht van het Ministerie van O.K. en W.
September. Pierre H. Dubois (Kritiek als Hogeschool der bewering) bestrijdt F. Bordewijk, die meent dat kritiek met fatsoensnormen rekening moet houden, en niet in strijd mag komen met ‘de meerderheid der bevoegden’. - G. Stuiveling (Een dubbelportret van Wolff en Deken) beoordeelt Dapper Vrouwenleven van Dr Ha. C.M. Gijsen, waarin z.i. de biografie een te grote plaats verkreeg tegenover de betekenis van het voornaamste letterkundige werk. - Raymond Brulez toont grote waardering voor Démasqué der Literatuur van Dr Jan Grootaers. J. Greshoff geeft twee Aanvullingen bij Grootaers. - G.H. 's Gravesande (Al pratende met Raymond Brulez) vertelt o.a. iets over de wijze waarop de werken van deze romanschrijver tot stand gekomen zijn. - Alfred Kossmann (Tederheid en afweer) beoordeelt Adriaan Morriën's dichtbundel Vriendschap voor een boom.
Oktober. G. Stuiveling (Over spelling en nog wat) bespreekt de nieuwe Nederlands-Belgische Woordenlijst van de Nederlandse Taal. - S. Kooi (Oude Geluiden) beoordeelt Stroomgebied van Ad den Besten en toont daarbij weinig waardering voor de ontwikkelde theorie, die hij ‘straatarm’ noemt, en waarin hij ‘oude geluiden’ hoort. - Pierre H. Dubois (Naast de roos geschoten) heeft ernstige bezwaren tegen de opzet van Marnix Gijsen's jongste roman De Lange Nacht. - J. Greshoff bepleit systematische opzet en publicatie van Bibliografie en biografie op het gebied van moderne letterkunde. - Chr. Leeflang (Hef boek van Morgen) geeft een opsomming van de jongste romans.
Roeping XXX. Aug. Harry G.M. Prick vond in de nagelaten papieren van Lodewijk van Deyssel een beschouwing over Frederik van Eeden. - R. Gasper publiceert het eerste gedeelte van een studie over Guido Gezelle en Engeland. In de Kroniek beoordeelt Jan Alain Daf de jongste roman, De lange nacht, van Marnix Gijsen met het opschrift ‘Gijsen valt tegen’.
De Vlaamse Gids. Augustus. Richard De clerck stelt de vraag: Bestaat er een linkse en een rechtse Literatuur? - W.H. Staverman (Over ‘beschaafd’ Nederlands) bespreekt uitvoerig en kritisch de brochure Genus en Geslacht van C.B. van Haeringen. - Lydia de Pauw-De Veen verzamelde uit een viertal werken over de schilderkunst, o.a. van Karel van Mander, allerlei gegevens over Enkele XVIIe eeuwse kleurnamen, die in de woordenboeken niet of gebrekkig toegelicht worden.
Sept. Deze aflevering bevat o.a. drie voordrachten, gehouden op de ‘dagen van de Vlaamse Gids 1954’, namelijk: Cultuur scheppen door de historicus Pieter Lambrechts, Kritiek en Strategie, een geestige causerie van K. Jonckheere over de verschillende wijzen waarop kritiek al of niet behoort geoefend te worden, en welke taktiek daarbij te pas gebracht kan worden. Ten derde praktische overwegingen en wenken van de uitgever Eug. De Bock over Holland-Vlaanderen en het Vlaamse boek.
Oktober. Met La Belle Dame-sans-Merci bedoelt M. Rutten De Poëzie, die zonder erbarming aan de dichter hoge eisen stelt. Zijn uitvoerig artikel