De Nieuwe Taalgids. Jaargang 47
(1954)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De–Buiten, tegen, voorbij: drie gelijkbetekenende voorzetsels.A. van de Water geeft op blz. 64 van De Volkstaal in het Oosten van de Bommelerwaard [1904] het voorzetsel buitǝ met de betekenis: in vergelijking met: Dǝr is tamǝlǝk veul fruit, mer 't is ǝn bietjǝ buitǝ vléjaor. In de Noordbrabantse Kempen is het voorzetsel buiten met deze beteltenis eveneens algemeen bekend, bv. 't Is goei weer buite giestere; Wq zen deis beum lung buiten die gerekend; 't is zeu (nu het wat warmer is) h![]() ![]()
Hoe heerlijck d' onbesneên zich oppronckt en verciert;
Wat zijnze buiten ons als schuim, en ongediert?
Het voorzetsel tegen = in vergelijking met, vergeleken bij, tegenover ‘is nog zeer gewoon’ (WNT s.v., kol. 1253). We onthouden ons dan ook van het geven van voorbeelden, maar merken terloops op dat in het mnl. het gewone woord hiervoor is jegen (Verdam s.v., kol. 1030 onder 8). Van het derde voorzetsel voorbij = vergeleken met of bij geeft het Mnl W één vb., uit Dat Dyalogus of twisprake tusschen den wisen coninck Salomon ende Marcolphus [uitg. der Bibliophilen, 18611: Alle quaetheit is cleyn voorbi eenre vrouwen quaetheit. Het voorzetsel voorbij met de genoemde bet. is dus in het mnl. blijkbaar een ἃπαξ λεγόμενον. In de Noordbrabantse Kempen - niet in Oerle (bij Eindhoven), maar meer naar het Westen toe, richting Antwerpen - hebben we het vaak gehoord uit de mond van een uit die streken afkomstige, thans in Oerle wonende vrouw: Wa h![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | |
[pagina 338]
| |
![]() Voor de verklaring van deze zelfde betekenis der drie voorzetsels moeten we bij alle drie uitgaan van de aanvankelijk concrete, locale betekenis der woorden buiten, tegen en voorbij. Nemen we het tweede door ons gegeven en gehoorde voorbeeld van buiten: Wa zen deis beun? lung buiten die gerekend, dan moeten we ons twee partijen (gevelde) bomen voorstellen, waarvan de ene partij letterlijk buiten d.i. afgezonderd van de andere ligtGa naar voetnoot1). Dit lokt onwillekeurig uit tot vergelijken. Hier staat ons het latijnse ww. conferre voor de geest, dat in de eerste plaats bijeendragen, -brengen betekent en in de tweede plaats vergelijken. Wat hier van buiten is gezegd geldt ook voor tegen; Verdam zegt s.v. jegen, kol. 1030 onder 8: ‘Jegen wordt gebruikt ter uitdrukking van het tegen elkander opwegen of het tegenover elkander stellen van twee verschillende begrippen. - Hieruit ontwikkelen zich twee opvattingen - waarvan wij als voldoende voor ons doel alleen de eerste aanhalen -: a) Jegen in de bet. in vergelijking met; vgl. de uitdrukking leggen jegen vergelijken met, waarbij de eigenlijke bet. van jegen is: bij, naast: Al eest scande ... man jeghen beesten te legghene, waarmee men vgl.: Als tscone bi den sconen leghet, soo is den enen den prijs ontseghet’Ga naar voetnoot2). Een goed voorbeeld van de overgang van de eigenlijke, locale betekenis van voorbij naar de vergelijkende toont het derde door ons gegeven voorbeeld uit de Noordbrabantse Kempen: 't Is weed v ![]() ![]() Het wil ons voorkomen dat Vondel in zijn Aenleidinge met zijn verbinding tegens en voorbij henlieden nog wel gedacht zal hebben aan twee verschillende locale begrippen: tegenover en voorbij, maar dat deze combinatie van de andere kant toch al aardig op weg is om de latere synonymiek van tegen en voorbij te illustreren. Deventer A.P. de Bont. |
|