Behartenswaard, -ig
Onder de auteurs bij wie ik dit woord in een dezer beide vormen heb aangetroffen noem ik Wouter Paap, Kessen, De Vooys, W.J. Verdenius, Van Loey, Moormann, Van Duinkerken. Ik zou er een aantal aan kunnen toevoegen, en vraag mij zelfs af of tegenwoordig niet in de meerderheid der gevallen aldus wordt geschreven en gesproken. Daman schrijft ergens behartigingswaardig, een vorm die, en wel als de enige, staat bij Koenen-Endepols-Heeroma en bij Koenen-Bezoen. Als afleiding van behartiging, of zo men wil samenstelling daarmee, laat hij zich begrijpen en verdedigen, al munt hij niet uit door welluidendheid; ook wordt hij zelden gebruikt.
Daarnaast kan, bezien uit het gezichtspunt van verantwoorde woordvorming, alleen behartigenswaard, -ig recht doen gelden, niet behartenswaard, -ig. Er heeft wel een ww. beharten bestaan (WNT 2, 1475), maar dit moet ofwel als geheel verouderd ofwel als gewestelijk (De Bo) worden beschouwd. Dat het moderne gebruik hier zijn verklaring zou vinden is uitgesloten. Het woord ontbreekt trouwens, opmerkelijk genoeg, in alle denkbare vormen in WNT, wat evenwel eer een leemte zal zijn dan een bewijs dat het ca. 1900 nog niet voorkwam. De verklaring moet, behalve in een behoefte aan soepele ritmiek, te vinden zijn in onbewuste analogie. Hiervoor komen in aanmerking formaties met een gerundium als eerste lid: levens-, stervens-, peinzens-, werkens-, zwervens-. waarbij de opmerking past dat de scheiding tussen verbale, seminominale en nominale functie niet altijd duidelijk is. Ook en vooral aan achtenswaard, -ig heeft men te denken. Zij alle vertonen een ritmische structuur waarbij behartenswaard zich gemakkelijk aansluit. Als laatste, maar alleen in volgorde, noem ik de inwerking van hd. bemerkenswert en beachtenswert, waarvan het tweede geldt als vertaling van behartigenswaardig (v. Gelderen-v. Beckum).
Ondanks de ruime verspreiding zou ik het bestaansrecht van behartenswaard, -ig vooralsnog willen betwisten. Het komt mij voor dat weinigen bereid zullen zijn het voor hun bewuste verantwoording te nemen. In verband daarmee zie ik het feit, dat het tot nog toe geen genade heeft gevonden bij een categorie van auteurs die gewend zijn de woorden stuk voor stuk aan te kijken: de makers van woordenboeken.
L.C. Michels.