| |
| |
| |
Aankondigingen en mededelingen.
Handelingen van de Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis VII (1953).
Deze bundel bevat een folklorische studie van R. Foncke Tegen de hik, (blz. 25-42) waarin tal van rijmpjes verzameld zijn, in gebruik om deze last te weren. Uitvoerig en grondig is het artikel van Rob. De Coninck over Guido Gezelle's purisme, een waardevolle Bijdrage tot de Kennis van zijn taalkundige Evolutie (blz. 42-100) Jef. Notermans wijst op Eschatologische elementen in Veldekes Sint Servaaslegende (blz. 101-116). A. Cosemans (Taaltoestanden historisch gezien) onderzocht de stand van het taalonderwijs in de Zuidelijke Nederlanden tegen het einde van de achttiende en in het begin van de negentiende eeuw (blz. 117-156).
| |
Feestnummer H.J. van de Wijer
Als aflevering van de Mededelingen van de Vereniging voor Naamkunde te Leuven en de Commissie voor Naamkunde te Amsterdam (Jaarg. XXX, afl. 1-2) verscheen bij de zeventigste verjaardag van Prof. H.J. van de Wijer een feestnummer. Om de jubilaris te huldigen stelden zijn naaste medewerkers H. Draye en K. Roelandts een overzicht samen van Tien jaar naamkunde te Leuven, waarin duidelijk uitkomt dat Prof. Van de Wijer van deze wetenschap een levenstaak gemaakt heeft. Dat blijkt eveneens uit de daarop volgende Bibliografie (1944-1954). Een artikel van K. Roelandts en M. Schönfeld behandelt de Naamkundige terminologie. M. Schönfeld levert Toponymsche Sprokkelingen, namelijk I Over, inter, door: als eerste lid van waternamen II Twee, tussen met synoniemen en verwanten III Kalverstraat IV Kweern en molen. - H.J. Moerma (Een element en een oorkonde) bespreekt De Nederlandse-koop-namen en uit een oorkonde namen Dubridun, Triburd, Wambeke, Wambuys. In een uitvoerige studie vestigt Louis de Man de aandacht op Vondelingen en hun naamgeving, met lange lijsten van namen. J. Lindemans bespreekt de etymologie van Rochting.
| |
Hulde aan Prof. Dr E. Blancquaert bij zijn zestigste verjaardag.
In een dubbel-nummer van zijn eigen tijdschrift Taal en Tongval (20 Juni 1954) werden hem door zijn onderredakteur en vriend Willem Pée een verzameling van een veertigtal korte bijdragen aangeboden van Zuid- en Noordnederlandse vereerders en vakgenoten. Van de belangrijkste is melding gemaakt in onze Tijdschriftenrubriek.
| |
Vondel's Lucifer.
Als eerste nurnmer van de reeks Klassieken uit de Nederlandse Letterkunde, uitgegeven in opdracht van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden verscheen een nieuwe Lucifer-uitgave, ingeleid en toegelicht door Prof. Dr. W.J.M.A. Asselbergs (Zwolle, W.E.J. Tjeenk Willink - 1954. Prijs f2.65). De deskundige inleiding (blz. 5-16) bevat allerlei nieuwe gezichtspunten. De tekst komt overeen met de eerste uitgave van 1654, maar is, ‘overeenkomstig het programma van deze reeks, naar spelling en interpunctie, bij behoud van de oorspronkelijke klankweergave, gemoderniseerd’. ‘Om op de eigenaardigheden van Vondels woordgebruik opmerkzaam te maken zijn vaak plaatsen geannoteerd die, zeker op het eerste gezicht, geen
| |
| |
moeilijkheden schenen te behelzen’. Deze, met het oog op het onderwijs samengestelde uitgave zal gevolgd worden door een wetenschappelijke, met de oorsvronkelijke tekst, rijker commentaar en litteratuuropgave, in de reeks Zwolse Drukken en Herdrukken.
| |
Jacob Israël de Haan.
Door de Stichting voor Literaire Publicaties De Beuk, in samenwerking met het Genootschap Jacob Israël de Haan is een boekje uitgegeven van Mies de Haan, getiteld Jacob Israël de Haan mijn broer, met aardige jeugdherinneringen (26 blz. gevolgd door een aantal foto's. Prijs f3.-). Bij dezelfde Stichting nam in de Beuk-serie B een bundel Besliste volzinnen op, die vroeger in tijdschriften, voornamelijk in De Amsterdammer gepubliceerd zijn (Prijs f0.50).
| |
Albert Verwey: De legenden van de ene weg.
Uit dezelfde Serie-B van de Stichting De Beuk ontvingen wij ook een deeltje met bovenstaande titel, met een twaalftal gedichten uit de bundel De weg van het licht (1922), gevolgd door een Commentaar (blz. 19-28), samengesteld door Albert Verwey's dochter Mea Nijland-Verwey. (De prijs is eveneens f0.50, voor leden per serie f3.-).
| |
De Middelnederlandse vertalingen van de Proza-Lancelot.
In de Mededelingen der Kon. Ned. Akademie van wetenschappen, afd. Letterkunde XVII No. 7 verscheen een interessante studie van Maartje Draak. Naast het bekende Haagse handschrift in verzen heeft men nu de beschikking over drieërlei fragmenten in proza: de Rotterdamse, de Heidelbergse en de Marburgse (van Hollandse afkomst, in 1939 door Fr. Meuser in een Marburgs proefschrift gepubliceerd. De studie van deze teksten, in verband met het Duitse Lancelot-onderzoek leidde tot verrassende resultaten: de dertiendeeeuwse Mnl. prozavertalingen blijken ouder te zijn dan de bewerking in verzen, terwijl ook invloed van de Mnl. teksten op de Duitse aannemelijk is.
| |
Lodewijk Meyer en diens verhouding tot Descartes en Spinoza.
De aankondiging van Dr. C. Louise Thijssen-Schouten's voordracht op blz. 170 hiervóór bevat onjuistheden waarop de schrijfster ons opmerkzaam maakte. De twee, dichterlijke wetboeken uit de kring van Nil Volentibus Arduum zijn niet van Lod. Meyer, maar van Andries Pels. Het derde werk: Nauwkeurig onderwijs in de tooneel-poëzy werd in 1671 door Lodewijk Meyer en Dr. Moesman Dop nagezien en in èèn stijl gebracht, maar Lodewijk Meyer heeft er slechts een paar hoofdstukken van geschreven.
Meyer had meer dan ‘een aandeel’ in de anoniem verschenen Exercitatio paradoxa Philosophia S. Scripturae interpres (1666) en de nederlandse vertaling daarvan De philosophie d'uytleghster der H. Schrifture (1667); men houdt hem voor de auteur van beide.
Tenslotte: ‘De bedoeling van mijn verhandeling was te laten zien, hoe Meyer, die ter goeder trouw meende in de voetstappen van Descartes te treden, diens principia op een wijze toepaste, die Descartes allerminst geduld zou hebben en hoe Meyers hooggestemde verwachtingen van hetgeen Spinoza's wijsbegeerte zou betekenen voor de bloei van de christelijke kerk op een onjuist inzicht berustten’.
| |
| |
| |
Schoolkinderen spreken.
Dit is de titel van een boek, dat wij van de firma Muusses te Purmerend ontvingen (98 blz. met illustraties en tabellen, 1954) waarin de schrijfster L. Kaiser de uitkomsten publiceert van een grondig experimenteel taalpsychologisch laboratoriumonderzoek. Door een subsidie van de Medische Afdeling van T.N.O. was zij in staat gesteld te Amsterdam een honderdtal kinderen ‘op hun spraak en taal te toetsen’. De leeftijden liepen uiteen van zes tot veertien jaar, zodat de lagere schoolleeftijd geheel werd bestreken.
C.d.V.
| |
Nogmaals: Albert Verwey en Stefan George.
Onlangs vestigde ik in deze rubriek de aandacht op het Pretoriaanse proefschrift van Dr. W. de Pauw: Albert Verwey en Stefan George. Opnieuw heeft de verhouding tussen deze beide dichters tot nader onderzoek geleid. In het April-nummer van The Modern Language Review publiceerde Prof, Dr. Th. Weevers een indringende studie over Albert Verwey's ultimate understanding of Stefan George (Vol. XLIX, pag. 129-155). Na een zorgvuldige schets van wat beide dichters verbond en van de fundamentele verschillen die tot de breuk in hun vriendschap leidden, analyseert Weevers uitvoerig Verwey's cyclus Bij de Dood van een Vriend, geschreven na George's sterven in December 1933 en opgenomen in de bundel Het Lachende Raadsel (1935). Ten aanzien van de structuur van deze cyclus komt hij tot de conclusie: ‘We should rather regard De Boodschap as a prologue and George's Laatste Bezoek aan Bingen as an epilogue to the Liederen van Laatste Verstaan, which constitute the greater imaginative achievement. For they actually embody a fusion of the two poets' forms’.
W.A.P.S.
| |
Ontvangen boeken.
R. Kuitert en A. van der Wijden: Taalboek IV, vijfde druk Prijs f2.25.
R. Kuitert en A. van der Wijden: Leesboek III, vierde druk (Groningen - J.B. Wolters 1953). Prijs f2.10.
W.L.M.E. van Leeuwen en F.G.A. Stemvers: Poëzie en Proza uit Noorden Zuid-Nederland. Een bloemlezing ten dienste van het litteratuuronderwijs. Met Hulpboek I (Groningen - J.B. Wolters - 1954. Prijs f7,90 + f1,50).
Kleine Bibliotheek 3. Hildebrand: De familie Kegge, Purmerend - J. Muusses - 1954. Prijs f 2.-.
|
|