De Nieuwe Taalgids. Jaargang 47
(1954)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermdAankondigingen en mededelingen.Genus en geslacht.Ga naar voetnoot1)In een brochure met deze titel behandelt C.B. van Haeringen ‘een nijpende kwestie die om een oplossing vraagt’, en die menigeen met belangstelling doet uitzien naar de beslissing die binnenkort in het rapport van de Nederlands-Belgische staatskommissie te verwachten is. De verduidelijkende ondertitel luidt: ‘Een duidelijke, objectieve beschrijving van het voornaamwoordelijk gebruik zoals dat wordt toegepast in de gesproken taal, dat wil dus zeggen de werkelijk “levende” taal van millioenen Nederlanders boven de grote rivieren’. Dat bij de voornaamwoordelijke aanduiding het onderscheid tussen genus (grammatische categorie) en geslacht (sekse) goed in het oog gehouden moet | |
[pagina 170]
| |
worden, is onder taalkundigen (dank zij de betogen van Ph. J. Simons en van Gerlach Royen) algemeen erkend. Maar van behoudend standpunt is niet steeds voldoende ingezien, vooral niet in Zuid-Nederland, dat het levende spraakgebruik in Noord-Nederland op dat punt ‘niet maar door slordigheid of gemakzucht, maar uit kracht van haar grammatische structuur principieel verschilt van de schrijftaal en het zuidelijke Nederlands’. Van Haeringen's bedoeling is nu, in het eerste deel van dit geschrift (De grammatische kategorie sekse in het Nederlands) het levende Noordnederlands ‘los te maken, zo goed als dat maar mogelijk is, van alle vreemde invloed, ook en vooral van schrijftaalinvloed’. In het tweede gedeelte (blz. 31-41) wordt Het Nederlands en de schrijftaal geconfronteerd. Het laatste gedeelte (blz. 42-54 bevat Enkele historische opmerkingen ‘over de wording van de jonge grammatische kategorie sekse naast en uit de oude genus-onderscheiding’. Bij de toekomstige gedachtenwisseling kan dit rijk gedokumenteerde onderzoek verhelderend werken. | |
J. Saks als literator.In Febr. 1.1. promoveerde Dr. Frits de Jong te Amsterdam op een proefschrift over J. Saks. Literator en marxist. Deze ‘bijdrage tot de geschiedenis van het Marxisme in Nederland’ valt buiten het kader van ons tijdschrift, maar er is een achtste hoofdstuk in, dat wij gaarne onder de aandacht van onze lezers willen brengen, namelijk een belangrijke studie over Busken Huet en een over Multatuli (blz. 190-202), getuigende van onbevooroordeelde mensenkennis. Saks (pseudoniem van de Amsterdamse apotheker Pieter Wiedijk) publiceerde dit werk in zijn laatste levensperiode in de vorm van tijdschriftartikels. | |
Lodewijk Meyer en diens verhouding tot Descartes en Spinoza.In de algemene vergadering van Het Spinozahuis (30 Mei 1953) hield Mevr. Dr. C. Louise Thijssen-Schouten een voordracht over bovenstaand onderwerp, die in de Mededelingen van wege het Spinozahuis uitgegeven is.Ga naar voetnoot1) De bekende voorman van Nil Volentibus Arduum, hoewel geen belangrijk filosoof, ‘heeft in het culturele leven van de 17de eeuw in Nederland een sleutelpositie ingenomen’. Op letterkundig gebied schreef hij behalve de twee dichterlijke wetboeken het minder bekende Nauwkeurig onderwijs in de tooneel-poezy en eenige andere deelen der kunst, eerst in 1765 posthuum uitgegeven. Groot gezag verwierf ook zijn Woordenschat, die in het tweede deel ‘konstwoorden’ bevatte, d.w.z. puristische vaktermen, in het derde deel ‘verouderde woorden’. Verder heeft Meyer aandeel gehad in de uitgave van Spinoza's werken en in een traktaat De philosophie d'uytlegster der H. Schrifture (1666), dat echter inging tegen de geest van Descartes, die wetenschap en geloof streng gescheiden wilde houden. | |
Tentatiewe etimologieë.In de Annale van die Universiteit van Stellenbosch (Jaarg. 27, Reeks B No. 1), publiceerde Prof. Dr. J.L.M. Franken in 1953 een studie met omstreeks 50 proeven van Afrikaanse etymologieën (woorden en uitdrukkingen). Het is een aangevulde en bijgewerkte tekst van een ongepubliceerd Gents proefschrift (1912). De stof is verdeeld in acht groepen van verschillende oorsprong (Frankisch, Nedersaksisch, Frans, Maleis, Portugees). Hoewel de | |
[pagina 171]
| |
etymologieën als ‘tentatief’ bestempeld zijn, acht de schrijver van vele ‘die voorgestelde afleiding so goed as seker’. | |
Geschiedenis van de Antwerpse Rederijkerskamers in de jaren 1585-1635.Dezer dagen ontvingen wij van de schrijver Dr. A.A. Keersmaekers een publicatie, die reeds in 1952 te Aalst gedrukt is, maar - naar wij menen - in het Noorden nog weinig bekend werd. Aanvankelijk was dit stuk (78 blz.) het eerste hoofdstuk van zijn Leuvense doctorale dissertatie over Guilliam van Nieuwelandt, maar later uitgebreid. De auteur hoopt deze studie over de Antwerpse kamers, waarvoor nog vele interessante détails te vinden zijn, later voort te zetten, ‘zodat de gangbare mening over onze kamers en de literaire bedrijvigheid in de Zuidelijke Nederlanden gedurende de zeventiende eeuw, gedeeltelijk althans, moet herzien worden.’ | |
Gebarentaal.Een merkwaardige publicatie over dat onderwerp, die weliswaar niet in rechtstreeks verband staat met de Nederlandse filologie, verscheen met de titel Le langage par signes chez les moines, verzorgd door G. van Rijnberk † en opgenomen in de reeks Verhandelingen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (Amsterdam - Noordhollandse U.M. - 1954, 163 blz.). De lijst van de gebaren is in het Latijn opgesteld en de betekenis in het Latijn omschreven. | |
Een Fries verhaal uit de achttiende eeuw.In de Magnus-Rige, uitgegeven door de Fryske Akademy, verscheen een herdruk van een bekend verhaal: It libben fen Aagtje IJsbrants of dy Frieske Boerinne door Eelke Meinerts, waarvan de oorspronkelijke uitgave dagtekent van 1779 en de vierde van 1861. Deze herdruk is naar de oudste bezorgd en voorzien van een inleiding en aantekeningen door J.H. Brouwer (Boalsert - firma A.J. Osinga - 1954). | |
Ontvangen boeken.J.H. Böse en D.M. van Willigen: Levende Taal. Leergang Nederlands voor het V.H.M.O. I (Groningen - J.B. Wolters - 1954. Prijs f2,90). Dr. C.G.L. Apeldoorn: Theorie en practijk van de spelling (Purmerend - J. Muusses - 1954. 104 blz. Prijs f1,75). Dr. W. van den Ent: Schriftelijke Opgaven van de Examens Middelbaar Onderwijs 1947-1953 (Groningen - J.B. Wolters - 1954. Prijs f2,90). A. Bosker: Literary criticism in the age of Johnson. Second edition, revised. (Groningen - J.B. Wolters - 1953, geb. f16,90). |
|