De Nieuwe Taalgids. Jaargang 45
(1952)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAankondigingen en mededelingen.Studies, aangeboden aan Prof. Dr. Gerard Brom.Deze bundel werd de scheidende Nijmeegse hoogleraar als huldegeschenk aangeboden. Na een inleiding van Prof. L.C. Michels en een bibliografie van de gehuldigde volgen een reeks opstellen van letterkundige en kunsthistorische aard, geschreven door vakgenoten en leerlingen. Wij willen hier de aandacht vestigen op enige bijdragen op letterkundig gebied. Frank Baur behandelt Folkloristische thema's bij Gezelle, voornamelijk de verwerking van ‘vogeltale’ of ‘vogelzeg’ in zijn verzen. De Vlaamse volksziel is een van de blijvende inspiratiebronnen geweest van Gezelle's lyrisme. Vandaar zijn liefde en verering van de volkseigen taal. - Anton van Duinkerken wijst op de grote verdiensten van De Roomse Vondelschool in een grondige, van grote belezenheid getuigende studie. - K.R.K. Meeuwesse levert een bijdrage Van voorjaar tot voorjaar. Over de poëzie van Gabriël Smit, waarin hij zijn grote waardering voor deze dichter toont. - Paul Sobry ontleedt stilistisch De Japanse Steenhouwer, uit het elfde hoofdstuk van Max Havelaar, en tracht de betekenis van deze parabel in het verband aan te tonen. - C.G.N. de Vooys vond in G. Brom's boek over Geschiedschrijvers van onze Letterkunde aanleiding om enige kritische beschouwingen en aanvullingen te geven over Voorkeur en tegenzin bij de studie van de Nederlandse Litteratuur-geschiedenis. - J. Wille publiceert een verrassende vondst over De godsdienstige denkbeelden van Jan van der Noot in zijn Keulsche periode. | |||
[pagina 298]
| |||
Het blijkt namelijk dat hij niet alleen de invloed van Coornhert ondervonden heeft, maar ook bevriend geweest is met Hendrik Niclaas, van het ‘Huis der Liefde’, en dat daarvan invloed op zijn werk uitgegaan is. | |||
Bronnen en Samenstelling van Marnix' Biënkorf der H. Roomsche Kercke.Een studie over dit onderwerp van Dr. G.J. Sterck, in 1946 door de Kon. Vlaamse Academie bekroond, werd in 1952 in de Werken van deze Academie (Reeks VI Nr. 69 uitgegeven.Ga naar voetnoot1) | |||
Introduction à l'étude du Moyen-Néerlandais.In de reeks Bibliothèque de philologie germanique No. XV (Paris, Aubier, éditions montaigne - 1951) verscheen een handige inleiding tot de studie van het Middelnederlands, van de hand van de Brusselse hoogleraar A. van Loey. Het is samengesteld in de trant van A.C. Bouman's handleiding, met een beknopte spraakleer, goed gekozen stukken in verzen en in proza, en een degelijk bewerkt glossarium. De bedoeling is, buitenlanders die geen modern Nederlands verstaan, de weg te openen naar de Mnl. letterkunde en Mnl. dokumenten. | |||
Taalkennis en taaltoestanden in en rondom de XVIIIe-eeuwse Keizerlijke en Koninklijke Academie van Brussel.Hoewel de namen en de betekenis van mannen als Jan Des Roches en Willem Verhoeven niet onbekend zijn bij de belangstellenden in de Vlaamse beweging, gedurende het Oostenrijkse bewind, bleven de biezondere toestanden en verhoudingen in deze tijd tot nu toe onvoldoende onderzocht. Daarom is de uitvoerige verhandeling zeer welkom, die Jozef Smeyers in 1951 deed verschijnen in de reeks van de Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding XLV, No. 6 (Antwerpen - N.V. Standaardboekhandel), in 1950 bekroond met de Prof. J. Persijnprijs. Deze studie berust op een grondig onderzoek, gelijk uit de Verantwoording in de aantekeningen blijkt. Vooral een figuur als Willem Verhoeven komt nu in een duidelijker licht te staan, terwijl de sympathie voor Jan Des Roches verzwakt. | |||
Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516).Als pendant van de uitgave, door Br. Robertus Meesters verzorgd, van de Roman van Heinric en Margriete van Limborch (Nijmeegs proefschrift 1951) verscheen, eveneens als Nijmeegs proefschrift, een uitgave van het daarop berustende, oudste Volksboek, ‘van litterair-historische aantekeningen voorzien’ door Dr. Fr. J. Schellart (1952)Ga naar voetnoot2). Vooraf gaat een Bibliografie, ook over de houtsneden, die gedeeltelijk in de tekst gereproduceerd zijn. Dan volgt een degelijk bewerkte Inleiding (blz. XI-XLVII) en de uitvoerige, in twee kolommen gedrukte tekst (blz. 3-143) met Bijlagen. Ook voor de studie van het laat-Middeleeuwse proza is deze uitgave van belang, terwijl de kennis van de oude volksboeken er door verrijkt wordt. | |||
Reclames en Advertenties in Noord- en Zuidnederland.Deze niet-taalkundig klinkende titel van een door de Koninklijke Vlaamse Academie bekroonde en uitgegeven verhandeling wordt verduidelijkt door de ondertitel ‘Een bijdrage tot de vergelijkende studie van de Noord- en Zuidnederlandse woordenschat’. Nienke Bakker leverde namelijk een interessante | |||
[pagina 299]
| |||
woord-geografische studie over de zakelijke woorden in de omgangstaal, zoals die opgetekend konden worden uit reclames en advertenties. Ter verduidelijking zijn vaak de voorwerpen naast de tekst afgebeeld. Het is dus een studie in de trant van Paul Kretschmer's Wortgeografie der Hochdeutsche Umgangssprache (1918), een onderwerp dat in de Nederlanden nog niet de aandacht getrokken heeft, die het naast de dialektstudie stellig verdient. | |||
Huldiging van Dr. P. Sipma.Bij gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag werd Dr. Sipma, de bekende Friese geleerde, gehuldigd door Friese vakgenoten, oud-leerlingen en vrienden die in een reeks bijdragen zijn verdiensten op velerlei gebied herdachten. Deze beknopte opstellen zijn bijeengebracht in een speciaal nummer van It Beaken, Juni 1952. | |||
Constantijn Huygens: De Nieuwe Zee-straat.In de zich steeds uitbreidende Klassieke Galerij verscheen als No. 64 dit gedicht van Huygens, uitgegeven met korte Inleiding en verklarende voetnoten (voor Nederland: Wereldbibliotheek - Amsterdam 1952). | |||
Den Spyeghel der salicheit van Elckerlyc.Bij deze nieuwe uitgave, in Meulenhoff's Bibliotheek van Nederlandse schrijvers No. 25Ga naar voetnoot1) ging Dr. P. van der Meulen uit van de originele gedachte, het drama dichter te benaderen door het te plaatsen ‘in het kader van de tijd’. Terwijl de taalkundige toelichting tot het nodigste beperkt is, en de litterair-historische biezonderheden ter zijde gelaten worden, is de tekst doorlopend verduidelijkt door verwante geschriften, door kunstwerken die dezelfde gedachten in beeld brengen, door afbeeldingen van opvoeringen. ‘De vele illustraties in woord en beeld hebben de bedoeling Elckerlijc midden in de 15e-eeuwse wereld te plaatsen. Sommige bijdragen dienen louter ter verduidelijking van de tekst, de andere tonen aan hoe het einde der Middeleeuwen vervuld was van de vele en ernstige vragen, waarvoor “elckerlijc mensche” wordt geplaatst’. De paedagogische bedoeling blijkt uit de Aanwijzingen voor eenvoudige opvoering en de Werkopdracht aan het slot van dit boekje. | |||
Andere nummers van Meulenhoff's Bibliotheek van Nederlandse schrijvers.Behalve de bovenstaande uitgave, verschenen in deze reeks: Verhalen van Louis Couperus, gekozen en ingeleid door Dr. Catharina Ypes, met Inleiding (blz. VII-XVII) en beknopte Bibliografie), en Rondom De Gids. Keuze uit het werk van Potgieter, Drost, Heye, Geel, Bakhuizen van den Brink, Busken Huet, samengesteld door Dr. Th.H. d'Angremond (Prijs f 2,40, geb. f 2,90). | |||
Genootschap Jacob Israël de Haan.In Juni 1952 is te Amsterdam een Genootschap opgericht, met het doel ‘belangstelling te wekken en te bestendigen voor leven en werk van de dichter en schrijver Jacob Israël de Haan’. Tot dat doel wil men bijeenbrengen alle gegevens, die op deze schrijver en zijn werk betrekking hebben, een boekerij organiseren, onuitgegeven of uitverkochte werken publiceren, en lezingen of voordrachten doen houden. Voorzitter van het Bestuur is Prof. Dr. G. Stuiveling; het sekretariaat is gevestigd: De Ruyterweg 507-3, Amsterdam. | |||
[pagina 300]
| |||
Stijn Streuvels gehuldigd.De redevoeringen, op 7 Oktober 1951 bij gelegenheid van Streuvel's tachtigste verjaardag gehouden, zijn voor de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen in een fraai uitgevoerde luxe-uitgave, voor beperkte kring, verschenen. Na de Inleiding en Begroeting van Jan Boon volgen de treffende karakteristieken van de Vlaamse meester door Herman Teirlinck, Albert Westerlinck, Jozef Muls en Anton van Duinkerken. | |||
Festschrift Theodor Frings.De Rheinische Vierteljahrsblätter XVII. Heft 1-2 (1952). bestemde twee afleveringen voor een Festschrift; ter huldiging van de ook in Nederland bekende en geëerde Leipziger hoogleraar. In het eerste gedeelte (Heft 1-2) vindt men o.a. bijdragen van G.G. Kloeke: Die niederländischen Wörter ruif ‘Raufe’ und luif(el) Schutzdach met een kaart, en van E. Blancquaert en Mevr. Tavernier-Vereecken: Keulse potten, met twee kaarten. - Ook de aanstaande aflevering zal nog Zuidnederlandse bijdragen bevatten. | |||
Nederlandse Boekerij.In deze ‘Boekerij’, onder redactie van Dr. C.G.L. Apeldoorn uitgegeven door de firma J. Muusses te Purmerend, verschijnt een reeks beknopte boekjes van 16 blz. ‘bestemd voor de voorbereiding van het mondeling eindexamen H.B.S. A en B’. Wij ontvingen de volgende nummers, die dit jaar reeds verschenen zijn: 1. Betje Wolff en Aagje Deken: Sara Burgerhart (door Dr. Em. Schelts van Kloosterhuis); 3. A.C.W. Staring: Jaromir Cyclus (door J.G.W. Gielen); 4. A.L.G. Bosboom-Toussaint: Het Huis Lauwernesse (door Dr. J. Karsemeyer); 5. Multatuli: Max Havelaar (door Dr. C.G.L. Apeldoorn); 6. Herman Gorter: Mei (door J.G.W. Gielen); 7. Aart van der Leeuw: Ik en mijn speelman (door Dr. G.W. Huygens); 10. Stijn Streuvels: De Oogst (door Dr. C.G.L. Apeldoorn). In elk deeltje vindt men een en ander over Leven en Werk, een Literaire beschouwing, Overzicht en Vragen voor de leerling. De prijs per deeltje is f 0,40. C.d.V. | |||
Ontvangen Boeken.
|
|