Couperus en Vondel.
Louis Couperus gaf aan zijn eerste bundel gedichten de titel: ‘Een Lent van Vaerzen’ (1884). Nu wekt deze titel op het eerste gezicht niet de indruk origineel te zijn. En inderdaad vinden wij dezelfde woorden terug in Vondels gedicht ‘De Rynstroom’. Daar lezen wij in de verzen 131-134 (W.B. III, blz. 293):
Het sy ick dan mijn ooghen sla
Op Uw bisschoppelijcke torens:
Of met een lent van vaersen ga
Bevlechten uwe silvre horens.....
Volgens de aantekeningen heeft ‘lent’ hier de betekenis van ‘een rijkdom, overvloed’. En het lijkt mij zeker, dat ook Couperus aan deze betekenis gedacht heeft, ofschoon men er thans gemakkelijk toegeneigd is aan apocope van lente te denken.
Doch enkel met de Vondeliaanse betekenis heeft deze titel zin; iedere andere betekenis plaatst ons voor raadselen.
Couperus, die bij zijn studie voor het M.O.-examen Nederlands allicht met dit gedicht van Vondel kennis gemaakt heeft, zal dus niet enkel de titel, maar eveneens de betekenis aan Vondels Rynstroom ontleend hebben.
Helmond.
G. Verhaak.