Wat een Isabé!
Ruim 20 jaar geleden ontving ik van een militair arts een lied, dat uit 22 coupletten bestaat, als titel heeft ‘Het liedje van dat tweede Dragonders’ en gezongen werd op de mij onbekende wijs van ‘Hitje, Hitje, Hopsasa’. Het bezingt het leven en bedrijf van het tweede regiment van de Nederlandse dragonders, de dichter is onbekend en het moet omstreeks 1845 vervaardigd zijn.
Het 11de couplet luidt als volgt:
Zondags, de dag van rust en genade,
Maken we vroom een kerkenparade.
Dan moet onze lange, de Scholtiaan,
Fijn op den regter vleugel staan.
En zoo marcheeren we, twee aan twee.
Jongen! Jongen! Jongen! Wat een Isabé!
De dokter schreef Isabé met een hoofdletter en een s. Evenals de heer van Unnik meende hij, dat de uitdrukking eigenlijk betekende: Wat een prachtig schilderij van Isabey!
Kaapstad.
D.B.