Bij Staring's ‘Op het gezigt van trekkende kraanvogels’.
Zou Staring voor het vermelde gedicht geïnspireerd kunnen zijn door Nikolaus Lenau (1802-1850)?
Al staat de blijmoedige levensstemming van de bewoner van De Wildenborch in schrille tegenstelling tot de donkere melancholie van de uit Hongarije stammende Duitse dichter, zij waren tijdgenoten en Staring was uitstekend op de hoogte van Duitse literatuur.
Van Lenau bestaat een gedicht ‘Der Kranich’, dat vier strofen bevat. Het begint aldus:
Stoppelveld, die Wälder leer,
Und es irrt der Wind verlassen,
Weil kein Laub zu finden mehr,
Rauschend seinen Gruss zu fassen,
De eerste strofe van het ook vier-strofische gedicht van Staring toont ons de dichter op zijn eenzaam pad, tredend ‘door Wijnmaands bleeke loovers’.
Bij Lenau luidt de tweede strofe:
Kranich scheidet von der Flur,
Von der kühlen, lebensmüden,
Freudig ruft er 's, dass die Spur
Er gefunden nach dem Süden.
Staring bepeinst, hoe de vogel zich niet bekreunt om wat hier omlaag geschiedt: ‘of bergen siddren op hun voet, door 't worstelen van den sulfergloed, of stroomen steigren uit hun boord, de vogel zweeft gelaten voort’.
Bij Lenau luidt de derde strofe:
Mitten durch den Herbstesfrost
Schickt der Lenz aus fernen Landen
Dem Zugvogel seinen Trost,
Heimlich mit ihm einverstanden....
Staring ziet de vogel trekken naar zijn doel, door 't vredig zwerk, staâg westwaarts aan, terwijl hij de lucht vult met blij geschal, gedenkend waar hij rusten zal.
Bij Lenau luidt de vierde strofe:
Ja, das Herz in meiner Brust
Ist dem Kranich gleich geartet,
Und ihm ist das Land bewusst,
Wo mein Frühling mich erwartet.
Staring spoort zijn ziel aan hoger te streven dan dit aardse zwerk:
Staar, vrolijk juichend, naar de Kust,
Waar aller Zorgen woeling rust;
Waar Smarte knaagt, noch Twistvuur brandt,
Noch Zinbekoring strikken spant!
Mijn Ziel - daar is uw Vaderland!
Mocht onze dichter door het Duitse vers geïnspireerd zijn, van navolging is allerminst sprake. Hij heeft dan enkel de ideeëngang gevolgd, maar die op eigen wijze oorspronkelijk uitgewerkt en vertolkt.
Ik vond het in elk geval de moeite waard op dit weinig bekende gedicht van Lenau in dit verband te wijzen.
Dr. H.H. Knippenberg.