Gezelle's Hagedooren.
Ook in de grote Jubileumuitgave van Gezelle's verzen wordt het woord ‘roergeruchten’ in het gedicht ‘Hagedooren’, (‘stille en zonder roergeruchten, waakt ge menig tuinmansgoed’) verklaard als ‘geknal van geweren’. Deze verklaring heeft mij nooit overtuigd en nu meen ik er een intern argument tegenover te kunnen stellen: het gedicht ‘Slaapt gij nog’, dat handelt over ‘de onzochte doorentuinen’ (= meidoornhagen) bevat nl. de regel: ‘vaste in uwe onroerbaarheid’, een parallel, die het wel zeer waarschijnlijk maakt, dat de dichter met ‘roergeruchten’ heeft bedoeld: ‘geruis bij het zich verroeren’.
F. Jansonius.