De Nieuwe Taalgids. Jaargang 44
(1951)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 283]
| |
Een nieuw voorbeeld van de intrige van Langendijks Krelis Louwen.Het motief van de man, die in zijn slaap naar een andere plaats gebracht, verkleed en, wakker geworden, als een ander persoon behandeld wordt, komt vele malen in de wereldliteratuur voor, voor het eerst - voorzover althans bekend is - in de 1001 nacht. In onze letterkunde treft men het motief o.a. aan in Langendijks Krelis Louwen of Alexander de Groote op het poëetemaal. Noch F.Z. Mehler in zijn ‘Pieter Langendijk’, noch C.H.Ph. Meyer in zijn uitgave van Langendijks toneelstuk, noemen bij de door hem opgegeven plaatsen, waar het gegeven voorkomt, de volgende: Bacchus Cort-ryck, een berijmd verhaal, dat te vinden is in: ‘Mengheldichten: Fyghe-snoeper; Bacchus-cortryck: Door Olivier de Wree, Licentiaet in beyde de Rechten. Tot Brugge, By Nicolaus Breyghel / inde Noortsantstrate 1625.’ (Het boekje berust on de Kon. Bib. te 's-Gravenhage.) De inhoud van het gedicht is als volgt: De Graaf Philippus - welke graaf dit is, wordt niet gezegd, evenmin wordt de plaats genoemd, waar het verhaal zich afspeelt - gaat 's avonds met zijn hovelingen een luchtje scheppen en In 't midden van de merct, in 't schemelen der manen
Sagh hy wat wroetelen; en soo hy konde wanen
Het was een oude man die droncken lagh in 't slijck,
Een mensch-gelijcke swijn, oft mensche swijn-gelijck.
Hij laat de dronken man naar zijn slot brengen, kleden in het gewaad van een prins en te bed leggen. De volgende dag behandelt het hof de onnozele oude als een vorst. 's Avonds wordt hij weder dronken gemaakt en op de markt gelegd. Wanneer hij ontwaakt, denkt hij, dat hij gedroomd heeft: Dus ghingh hy aen sijn wijf en sijne buer-gesellen
Het geen waerachtigh was, voor eenen droom vertellen,
Leert hier uyt wie ghy zijt, en houdt dat voor gewis,
Dat al des werelts vreught maer eenen droom en is.
Met de graaf Philippus moet Filips van Bourgondië bedoeld zijn, daar de humanist J.L. Vives dezelfde geschiedenis als een grap van deze vorst mededeelt in een brief aan Hertog Frans van Oostenrijk (Epistolae 1556).Ga naar voetnoot1)
Merkwaardig is het, dat dit gedicht later opgenomen is in Alle de Wercken van Lambertus Vossius (Tot Brugghe, ghedruckt by de Weduwe ende Erff-ghenaemen van Joannes Clouwet - 1679). Uit een voorrede bij de ‘Fyghe-Snoeper’ - die in de Werken van Lambertus Vos ontbreekt - blijkt dat Wredius' Bacchus Cort-Rijck een vertaling is van een der verhalen uit de ‘Pia Hilaria’ van GazaeusGa naar voetnoot2). D. Bax. |
|