De Nieuwe Taalgids. Jaargang 44
(1951)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 233]
| |
Aankondigingen en mededelingen.Gezelle-uitgave.De mooie, welverzorgde dundruk-uitgave van Guido Gezelle's verzamelde Dichtwerken in twee delen behoeft niet meer aangekondigd te worden: onlangs verscheen daarvan een derde druk. In mindere mate geldt dat voor het toegevoegde derde deel met Gelegenheidsgedichten, door Frank Baur met grote zorg zo volledig mogelijk bijeengebracht. Ook daarvan verscheen een derde herziene druk. Nieuw is daarentegen een vierde deel met Guido Gezelle's Proza en Varia (Politieke verzen, jeugdverzen, vertalingen), door Frank Baur uitvoerig ingeleid (blz. I-XX, gedateerd 11 Juli 1950) en van een glossarum voorzien. Bijna het gehele vierde deel (± 500 blz.) is gevuld met de katholiek-spectatoriale vertogen die Gezelle in zijn Brugse tijd geschreven heeft (1864-1867) en het door hem geredigeerd 't Jaer 30. Dit merkwaardige proza ‘vrijwel door niemand gelezen, die met Gezelle's poëzie bezig was’, dit journalisten-proza uit een politiek strijdblod, doet denken aan Justus van Effen en Broeckaert's Cijssepanne, ‘maar gekruid met een véél sappiger humor.’ Baur laat in het midden of Gezelle soms bijdragen van medewerkers geplaatst of omgewerkt heeft, maar ‘vindt men er al eens specimens van minderwaardige scheldjournalistiek onder, dan moet men niet dadelijk veronderstellen dat die, bij geen mogelijkheid, van Gezelle kunnen zijn; bewaarde jeugddocumenten bewijzen dat “de Bruggeling” te Roeselare schelden kon als een onvertogen straatjongen.’ Voor een volledig beeld van de dichter - dat wij met verlangen van deze Gezelle-kenner tegemoet zien - heeft Baur door de publicatie van deze zeldzame teksten, een nieuwe interessante bijdrage geleverd. | |
Het Nederlands van nu.Over dit onderwerp schreef Dr. E. Kruisinga in 1938, ‘van mening dat enig inzicht in taal voor leken gewenst is’, een aardig en boeiend boek, dat wij in ons tijdschrift (XXXII, 373) beoordeeld en aanbevolen hebben. Daarvan is nu een tweede druk verschenen, herzien en uitgebreid door H. Godthelp (Amsterdam - Wereldbibliotheek - 1951. Prijs geb. f 4.75). Hoewel deze bewerker ‘nog wat van nagelaten aantekeningen gebruik heeft kunnen maken’, krijgt men de indruk dat de ‘uitbreidingen’, die een aanzienlijke omvang verkregen hebben, niet berusten op aanwijzingen van zijn vriend Kruisinga, maar op eigen initiatief berusten. Men kan eer van een omgewerkte dan van een uitgebreide uitgave spreken, zodat het oorspronkelijk karakter wel enigszins te loor gegaan is, en de nieuwe uitgave hybridisch van aard is. Naast de bladzijden waar Kruisinga op zijn originele wijze, kritisch en polemisch zijn leken-lezers voorlicht, vindt men er waar Gotthelp, in een stijl van een handboek, zich tot studerende lezers schijnt te richten, door uitweidingen b.v. over de bouwschema's van de zin (blz. 66), het klanksysteem (blz. 142) of de voorgeschiedenis van het Nederlands (blz. 189). Daardoor handelde de omwerker stellig tegen de bedoeling van zijn vereerde vriend. | |
Nederlandse Spreekwoorden en Gezegden.De verkorte uitgave van Stoett's bekend boek is door hem in 1928 het laatst herzien. De uitgave van 1942 was een onveranderde herdruk. Toen een nieuwe zevende uitgave nodig bleek, heeft de uitgever een gelukkige | |
[pagina 234]
| |
keuze gedaan door die taak op te dragen aan de Woordenboek-redakteur Dr. C. KruyskampGa naar voetnoot1). De tekst is ‘geheel opnieuw bewerkt’, en uit de verantwoording blijkt dat hij met zorg en toewijding te werk gegaan is. Spelling en stijl zijn gemoderniseerd, overbodige mededelingen geschrapt, onjuiste verklaringen verbeterd, de historische kant wat meer geaccentueerd, terwijl uit nieuwe gegevens circa 180 nummers toegevoegd zijn. Nu de grote uitgave, die ook een kritische herziening zou behoeven, vooreerst niet herdrukt kan worden, zal deze beknopte editie menigeen welkom zijn. | |
Woorden en gedachten. Elf duizend uitdrukkingen, spreekwoorden en citaten.Deze verzameling met bonte inhoud, maar alfabetisch gerangschikt en verklaard door A. Huizinga is eveneens in een tweede druk verschenenGa naar voetnoot1). Men kan er met de auteur ‘een schatkamer van schoolse en populaire wijsheid’ in zien, maar de bedoeling is toch wel, belangstellenden en nieuwsgierigen van dienst te zijn als ze Latijnse, Griekse, Franse, Duitse, Engelse aanhalingen tegenkomen, of wel ze bij gelegenheid te pas of te onpas te leren gebruiken. Dat er intussen belangstelling bestaat voor de verklaring van gangbare aanhalingen en spreekwoordelijke uitdrukkingen, blijkt uit het feit dat ook achterin de jongste uitgave van Van Dale's Groot Woordenboek een dergelijke uitvoerige lijst voorkomt. | |
Multatuli en Tine.Als afzonderlijk nummer van De Vrije Bladen 1950 verscheen een studie van Mr. Josine W.L. Meyer, waarin, uitvoerig gedocumenteerd uit verschillende briefwisselingen, de verhouding van Multatuli tot zijn eerste vrouw getekend wordt. | |
Blijde Inkomst, Vlaams-Bourgondische Gedichten.In de Klassieke Galerij (Nr. 59) bezorgde Dr. G. Degroote de eerste uitgave van vier gedichten ter ere van Margaretha van Oostenrijk en Filips de Schone, als proeve van ‘een te lang verwaarloosd aspect der laat-middeleeuwse rederijkersactiviteit: de Blijde-Inkomst- en Huldigingsliteratuur’. De tekst, die met de taalkundige toelichting slechts 19 blz. beslaat, wordt ingeleid door een degelijke studie over dit onderwerp, gelijk van deze kenner der rederijkersliteratuur te verwachten was. | |
Beatrijs.De uitgave voor schoolgebruik, in 1931 door Dr. Jos. J. Gielen bewerkt, is in 1951 in tweede druk verschenen (Nijmegen-Utrecht, Dekker en Van de Vegt N.V. Prijs f 1.90). In de Inleiding zijn een vrij groot aantal aanvullingen en verbeteringen aangebracht. Boutens' Beatrijs is iets uitvoeriger besproken. Ook een aantal verbeteringen in de tekst zijn aangebracht en tekstverklaringen herzien. | |
‘Onze Rensen’.In aansluiting bij het artikel Herinneringen aan Frans Rens van Virginie Loveling, in de V.M.K.V.A. van 1949 publiceert G. Schmoock in Reeks X | |
[pagina 235]
| |
No. 3 van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1950 een bijdrage, over de teruggevonden Jeugdgedichten van Virginie, waarin ze de spot drijft met Frans Rens en zijn omgeving. Aardig zijn vooral de kindertekeningen van haar zuster Rosalie Loveling, die in reproductie bijgevoegd zijn. | |
Tydskrif vir Letterkunde.Wij ontvingen het eerste nummer van een nieuw tijdschrift, dat onder de redaktie van C.M. van der Heever gaat verschijnen als ‘Kwartaalblad van Die Afrikaanse Skrywerskring’, een voortzetting van het bekende Jaarboek en de vervulling van een lang gekoesterde wens. In deze afleveringen van 100 bladzijden met een grote verscheidenheid van bijdragen en proza en verzen, treffen ons vele bekende namen o.a. Jochem van Bruggen, Totius, D.F. Malberge, C.M. van der Heever, Uys Krige. Voor de ontwikkeling van de Afrikaanse letterkunde kan dit tijdschrift een te waarderen steun zijn. | |
Bilinguisme in Nederland.Voor de reeks Paedagogische Monographieën (Groningen - J.B. Wolters - 1949) schreef P. Post ‘een beschouwing over de wenselijkheid van een Fries-Nederlandse school in Friesland’ (Prijs f 1.25). Dezelfde auteur schreef in de Mededelingen van het Amsterdamse Nutsseminarie een uitvoerige brochure Over de woordenschat van zesjarige kinderen in tweetalig Friesland (bij dezelfde uitgever. 1951. Prijs f 2.75). | |
Dichtkunst en phonologie.Wij vestigen de aandacht op een studie over dit onderwerp, die de onlangs benoemde Luikse hoogleraar Dr. M. Rutten publiceerde in de Revue Belge de Philologie et d'Histoire XXVIII (1950) No. 3-4. | |
Die sprachgeographische Stellung des Germanischer und der germanischer Sprachen.Dit onderwerp koos Dr. Heinrich Wagner voor zijn inaugurele oratie als hoogleraar in de oud-germaanse filologie te Utrecht, de 23ste April 1951 uitgesproken. | |
Théorie des prépositions.Uit Kopenhagen ontvingen wij een belangrijk, in het Frans vertaalde studie van de beroemde Deense linguist Viggo Brøndal, berustend op de Deense tekst van 1940 (Copenhague-Ejnar Munksgaard - 1950. Prijs dollar 2,50, sh. 17). Het boek is bedoeld als ‘Introduction à une sémantique rationelle’. C.d.V. | |
De dialecten in Nederland.,Voor het tweede deel van het Handboek der geografie van Nederland, onder redactie van G.J.A. Mulder (Zwolle, Tijl, 1951) heeft Dr. A. Weijnen hoofdstuk VII over ‘de dialecten’ bewerkt. Na een uiteenzetting over de verhouding tussen ‘dialect’, ‘volkstaal’ en ‘cultuurtaal’ geeft hij een indeling van de nederlandse dialecten in zes hoofdgroepen, waarvan de ‘friese groep’ er een is: het Fries is hier nl. als nederlands dialect behandeld. Een ‘nadere dialectindeling’ volgt daarop. In afdeling IV over ‘vormende krachten’ bespreekt Dr. Weijnen o.a. ‘expansies’ - waarbij hij | |
[pagina 236]
| |
ernstige bezwaren oppert tegen Kloeke's uu-expansie -, en ethnologische en geografische factoren. Voor de gebruikers van het Handboek der geografie zal Weijnen's hoofdstuk niet een van de gemakkelijkste zijn. Het veronderstelt bij de lezer kennis van vele en velerlei termen, begrippen, twistpunten uit de taalgeschiedenis in het algemeen en de dialectologie in het bijzonder. Ook de uitvoerige literatuuropgaven zullen vooral van belang zijn voor taalkundig geïnteresseerde lezers. Die zullen grote waardering hebben voor de degelijke; uitgebreide kennis en de belezenheid van de auteur. Mogen de zeer persoonlijke beschouwingen niet alle voor iedereen overtuigend zijn, zij verhogen de aantrekkelijkheid en de waarde van het geschrift, dat heel veel geeft in een heel kort bestek. C.B.v.H. | |
Het beschaafde Nederlands in België.Van de ‘Vereniging voor beschaafde omgangstaal’, afgekort V.B.O., gaat uit Nu nog, ‘tijdschrift ter bevordering van het A.B. in Zuid-Nederland’, onder redactie van Prof. Dr. W. Pée en Dr. J. Leenen. Het eerste nummer van 1 Maart 1951 bevat o.a. een verslag over de werkzaamheid van de vereniging sedert de oprichting op 13 Maart 1948, en bijdragen van Herman Teirlinck, E. Blancquaert, A. Mussche, wijlen J. Pée, E. de Bock, Anton van de Velde en J. Leenen. Nu in België de officiële gelijkstelling van het Nederlands met het Frans is bereikt, kan het Nederlands ook een cultureel gelijkwaardige positie verkrijgen, maar alleen als een beschaafde omgangstaal in brede kringen wordt gesproken. Wij wensen daarom de vereniging groot succes en Nu nog een ruime kring van lezers toe. C.B.v.H. |
|