De Nieuwe Taalgids. Jaargang 44
(1951)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 96]
| |
'n Paar weinig bekende chronogrammen.In zijn Patria-schatkamer ‘De Rederijkers’ vraagt dr. M. Mak even de aandacht voor de z.g. incarnaties of chronogrammen, ‘waarbij een gewichtige datum in Romeinse cijfers in de tekst verborgen zit’. (o.c., blz. 20). Daar ik een flauw vermoeden heb, dat zowel hem als vele anderen onbekend is wat te lezen valt in de ‘Documents relatifs aux troubles du Pays de Liège, sous les Princes-Evêques Louis de Bourbon et Jean de Horne, 1455-1505’Ga naar voetnoot1) pluk ik uit deze publicatie van de onuitputtelijke Rector Magnificus van de Leuvense Universiteit, P.F.X. de Ram, 'n paar specimina. Wat wel niemand verwachten zou: deze foliant behelst een heel verhaal van een Noordnederlandse kanunnik uit Gorkum, nl. ‘Theodorici Pauli, alias Franconis, Canonici Gorcomunsis, Historia de Cladibus Leodiensium’ (1465-67). Over het verwoeste dorpje Montenaken, onder de rook van Maastricht, merkt de Gorkumse historicus op: Montenaken CeCldlt, hoC In praeLIo pVto fVLsIt. (pag. 193). Ik passeer de andere latijnse chronogrammen (pp. 193, 194, 199, 205, 229) om een paar middelnederlandse aan te halen. Ze houden verband met de opstand van Luik (= Ludeke, Ludich) tegen Karel de Stoute. dIe LUkenaers feL
daer toe rebeL
dIe hebben kareLs MaCht
nIet Wel bedaCht.
De gevolgen van de rebellie hebben ze vreselijk moeten bezuren. kareLs MaCht heeft ghedavert
Dat dIe LeeuGa naar voetnoot2) opt pYroen Is geCLavert.
Dat Luik, evenals haar tweeherige zusterstad Maastricht een perron, peroen, piroen bezat mag ik als bekend veronderstellen. Karel de Stoute heeft de stad ingenomen en ze verschrikkelijk getuchtigd. Als juridisch monument ontving Ludich de stenen zuil van de overwinnaar, die daarmee de onderwerping accentueerde. Misschien schuilt er een tikje ironie in het medelijden van de kroniekschrijver: LUdICh Mach wel beCLagen,
DatsY den hertoCh nIet ontsaeghen.
Aan zijn ‘Lamentatio super Leodium’ laat hij voorafgaan, met 'n verwijzing naar de profeet Jeremias en zijn klacht over Jeruzalem: LUdICH MaCh wel strYts beCLaghen.
Maastricht, Zomer 1950. Jef Notermans. |
|