Vertalingen van Nederlandse gedichten.
In een zeer zeldzaam boekje, getiteld: ‘Versuch einige der vorzüglichsten niederländischen Gedichte ins Deutsche zu übertragen. Herausgegeben zum Besten eines blinden Dichters und Tonkünstlers. Erstes Heft. Cleve bei F. Char 1835’, vond ik enige merkwaardige vertalingen: het Wien Neêrlands Bloed en de Biddag van Tollens, de Meineed van Withuys, benevens van hem twee gedichten op Van Speyk, verder Roosje van Bellamy, en van Tollens nog het gedicht op de Vierdaagse Zeeslag van 1666 en zijn Overwintering op Nova-Zembla. Uit de laatste vertaling geef ik enkele regels als proef:
Noch stand auf Hollands Grund der Spanier trotzig Heer,
Noch kämpfte, Wuthentbrannt, zu Lande und zu Meer,
Für Freiheit, Weib und Kind, für Glauben, Menschenrechte,
Der Geusen Heldenschaar mit des Tyrannen Knechte.
Noch wurde Flanderns Flur von beider Blut getränkt;
Doch herrschte Hollands Flagg' zu Wasser unumschränkt.
Ihr mussten überall die Flotten Philipps weichen,
Und Schmach bedeckt im Kampf mit ihr die Segel streichen.
Es sah die Welt erstaunt, aus Schilf und aus Morast
Erwachsen Kiel auf Kiel, sich heben Mast an Mast,
Die kühn die neue Flagg' nach ferne Landen bringen;
Durch ihre Feinde hin zu Javas Ufer dringen
Und Früchte laden dort, Europa unbekannt,
Und so mit reichen Schatz versehn ihr Vaterland.
De vertaling van Bellamy's ‘Roosje’ begint:
Ein Mann in Seeland einst besass
Ein Kind, gar hold und schön;
Ein Mädchen, auch bei Jedermann
Dies Kind war, wie ihr denken könnt,
Zumal da dieser Schatz die Frau
Ihm riss von seiner Brust.
Wie ofte schloss er Röschen nicht
Tief seufzend in den Arm;
Und weinend küsste er ihr dann
Die rothen Bäckchen warm.
Blijkens de voorrede heeft de vertaler, een anonymus, zich beijverd vorm en inhoud van het origineel zo getrouw mogelijk weer te geven, het aantal strofen en lettergrepen en de beeldspraak, met vermijding van al te slaafse navolging, te behouden. Hij toont zich zeer bescheiden en wil graag attent gemaakt worden op tekortkomingen. De toelichting bij de gedichten is beperkt tot het noodzakelijkste.
Of er meer deeltjes door hem uitgegeven zijn, kon ik niet achterhalen.
Dr. H.H. Knippenberg.