De Nieuwe Taalgids. Jaargang 44
(1951)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdReferein of refrein?Bij het pleidooi van G. Jo Steenbergen in N.T. (XLIII, 311 vlg.) voor de spelling referein als vakterm voor de gedichten der rederijkers, zou ik een paar kantaantekeningen willen plaatsen. Tot 1940 werd vrij algemeen referein gespeld. Toen ik in mijn Geschiedenis bij de rederijkers was gekomen, heb ik mij afgevraagd of ik refrein of referein zou spellen. Ik koos refrein, omdat het hetzelfde woord is, en omdat de rederijkers ook refrein spelden. Omstreeks dienzelfden tijd verwierp ook Kruyskamp in zijn uitgave van den Refreinenbundel van J. van Doesborch de spelling referein als een archaisme. Sedertdien wordt steeds meer refrein gespeld. In de XVe en het begin der XVIe eeuw spelden de rederijkers uitsluitend refrein. Voorbeelden zijn wel is waar niet zeer talrijk, omdat toen nog geen refreinenbundels werden aangelegdGa naar voetnoot1). Maar van Doesborch (ca. 1528) spelde nog uitsluitend refrein; terwijl van Styevoort (Utrecht), refrein slechts sporadisch heeft, en meestal een vorm van referein gebruikt. In het begin der XVIe eeuw moet er onder de rederijkers twist zijn ontstaan over de juiste spelling, waarvan wij nog een weerklank vernemen in De Castelein's Conste van Rhetoriken: Van refererene heetet een Referein,
Niet een Refrein, dwelck es te verhachtene
Die etymologie haudt dat in certein.
Onder den invloed dus van een verkeerde etymologie zijn de rederijkers steeds meer referein gaan schrijven. Nota bene: het gaat hier niet om een vakterm dien wij van de rederijkers overnemen, zoals spel van sinne, sotternie, esbatement, etc. of zelfs rederijker, maar om de spelling van zulk een vakterm. Wij nemen het woord als vakterm van de rederijkers over, doch spellen het refrein, zoals het oorspronkelijk ook door de rederijkers gespeld werd; niet referein, zoals zij het zijn gaan spellen uit verkeerde geleerddoenerij. Met deze beknopte voorlichting moge een ieder voor zich zelf een keuze treffen. J. van Mierlo S.J. |
|