De Nieuwe Taalgids. Jaargang 42
(1949)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEngelse invloed op het Nederlands.
| |
[pagina 73]
| |
beste met het Engelsche woord “overdone” kan kenschetsen’. Een derde schrijver echter meent het verklarend te kunnen vervangen: ‘Het is “overdone”, gelijk de Engelsen dit noemen, te dik opgelegd, te schril, te schetterig’. Een schrijver over het ‘wait and see’ -systeem had even te voren de goed-Hollandse uitdrukking ‘de kat uit de boom kijken’ gebruikt. Een ander vertaalde Hij is ‘fed-up’ zelf met: hij heeft er genoeg van. Er zijn ook Engelse woorden voor tot nu toe onbekende zaken, toestanden, funkties, die eerst in het verband of door uitlegging verstaanbaar worden, b.v. stuntmen: lieden die in de films halsbrekende toeren voor hun rekening nemen, of usher: helpster bij internationale conferenties, nader verklaard in een artikel: Ervaringen van een ‘usher’, waar ook van een chief-usher sprake is. Het nieuwe wordt dan aangeduid door de toevoeging ‘zogenaamd’, b.v. Het systeem van de zogenaamde ‘blockbooking’, d.i. gedwongen afneming van de jaarproduktie bij de filmindustrie. Of: een zogenaamde daynursery d.i. kinderbewaarplaats in een grote Amerikaanse stad. Zonder uitlegging is niet duidelijk wat men verstaat onder ‘Garden clubs’ in Nederland, of met moord- en brandstrips in de dagbladen, of onder: een cameraman en een scriptgirl, of sponsored programma's: advertentieprogramma's in de bioscoop, een steeperarm = mechanische kunstarm, een voetbalpool, een Amerikaanse bootlegger.
Ten slotte nog enkele losse woorden, ten dele vroeger onopgemerkt gebleven: op het gebied van mode: new look, pull-over, pump (een soort damesschoen, nylon (met wisselende uitspraak), permanent wave. Op oeconomisch en technisch gebied: barter (ruilovereenkomst), plastic, ball-point pennen (reeds vertaald met kogelpuntpennen), een modern ingerichte pantry, ingebouwd tussen de cockpit en de cabine; fototips (wenken voor amateurs, naar de uitdrukking: een tip geven), een groundman (werkman die de tennisbanen in orde houdt), telenews, televisie-set. Verder nog als hondennaam puk (Eng. pug dog) - de Amerikaanse benaming behaviorist, en de bij de jazz behorende woorden als band, drum, drummer. Een bewijs van vertrouwdheid met het vreemde woord is de verbogen vorm: shockinge woordjes. Evenzo de reklamenaam sprinterkoek, naar de sportterm sprinter: snelrijder op korte afstand. Aandacht verdient ook de vraag, in hoeverre de vreemde klank, al of niet als spellinguitspraak, aangepast is aan het Nederlandse klanksysteem. Een aardig voorbeeld levert het werkwoord overlappen, terwijl men daarvoor verdere gegevens kan vinden in de lijst die in Koenen-Endepols' Verklarend Handwoordenboek ii (1939), blz. 1248-1253 toegevoegd is. Dit is bovendien van belang, omdat daarin de woorden met vernederlandste uitspraak te vinden zijn. Ook Van Haeringen heeft in zijn Nederlands Woordenboek3 (1948) tal van Engelse woorden opgenomen die in ons land min of meer gebruikelijk zijn. Wie dus de lijst van W. de Hoog, die ik reeds in 1925 beoordeelde en aanvulde, op de hoogte van het hedendaagse gebruik zou willen brengen, heeft overvloedige stof tot zijn beschikking. C.G.N. de Vooys. |
|