De Nieuwe Taalgids. Jaargang 41
(1948)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe berg van Gulpen.In het spel van St.-Trudo van Fastraets dreigen de beide duiveltjes, Baalberith en Leviathan, dat ze de heilige nog wel in het verderf zullen voeren o.a. Baalb. Ick sallen noch vueren
Lev. Over berch van Gulpen. (vs. 579 en 580).
In hoeverre de aan natuurschoon rijke Gulpener berg, een wandeloord voor vreedzame natuurliefhebbers, in de 16de eeuw een plaats des verderfs kon zijn, wordt o.i. min of meer duidelijk, als we lezen in ‘Eene bedevaart naar Jerusalem, volbracht en beschreven in 1525’ door Mr Arnold Willemsz.Ga naar voetnoot2) ‘Item Mits desen sijn wij voorts ghereden wt die stadt van Maestricht dese meydach en aten rijpe kersen. Ende sijn voorts ghereden twee groote milen weechs tot Ghulpen berch twellick een moortkuyl is daer alle schorlunen ende rabauwen in onthouden sijn’. De pelgrims, gewaarschuwd dat boven op de berg ‘die snaphanen’ hen willen opvangen, wachten een tijd, huren dan een troep van xxx man ‘wel ghewapend ende voersyen van schut’, en zetten hun reis voort. Ze ontmoeten de snaphanen werkelijk, maar dezen durven hen niet aan te vallen. ‘alsoe dat wij ongeschendt van Gulpenberch twee groote milen voorts ghecomen sijn in die stadt van Aken....’ Als Fastraets zo bekend was met de toenmalige slechte reputatie van de berg van Gulpen, dan verhoogt dat de waarschijnlijkheid, dat hij van St. Truyden afkomstig was, of in de buurt er van oorspronkelijk thuis hoorde. Immers de afstand tussen St. Truyden en Gulpen is van die aard, dat men in St. Truyden allicht kon weten, dat de berg in Gulpen ‘een moortkuyl’ was ‘daer alle schorlunen ende rabauwen in onthouden sijn’. Maastricht. H.J.E. Endepols. |
|