De komma-bacil.
De Vries en Te Winkel spelden kommaatje naast komma's, café's: cafeetje, auto's: autootje, menu's: menuutje. Bij de fleksie bleef het woordbeeld dus onveranderd, bij de afleiding niet. Dit gold uitsluitend van ‘vreemde woorden en eigennamen’; bij inheemse woorden was het vla: vlaas: vlaatje. Wanneer nu Koenen-Endepols19 ‘paraplu's’ van de Woordenlijst7 vervangt door parapluus: parapluutje, wordt dat woord op slag inheemser dan mama's en papa's, zelfs dan ma's en pa's. Het gesubstantiveerde o's: ootje laat ik niet gelden.
In de Grondbeginselen § 90 heette dat kommaatje uitlatingsteken (ecthlipsis), in de Woordenlijst § 3 weglatingsteken (apostrophe). Koenen-Endepols verklaart apostrophe met ‘afkappings- of weglatingsteken’. Dat beide woorden hetzelfde willen zeggen, leert mij de omschrijving van afkappingsteken (33): ‘komma als weglatingsteken’, en de verklaring van weglatingsteken (1185): ‘apostrophe, afkappingsteken’.
Vraag nu niet wat in café's, cadeau's, milieu's, lady's is weggelaten. Ook zou ik niet weten, wat er bij ij's is afgekapt, al springt dit geenszins uit de band tegenover a's: a'tje, e's: e'tje, i's: i'tje, o's: o'tje, u's: u'tje, y's: y'tje. Ik sloeg de medeklinkers over: b's: b'tje, c's: c'tje, d's: d'tje, f's: f'je; ga maar verder, en let op l'etje, m'etje, n'etje, s'je, x'je. De letternamen zijn wat anders dan de lettertekens naar hun klankwaarde. Zijn het eigennamen? vreemde woorden? Ze blijven zelfs bij de diminuerende afleiding ongerept.
Volgens L.A. te Winkel (Grondbeg. § 90) ‘schrijft de Redactie ook Bruining's of Bruinings', naar gelang men den tweeden naamval of het meervoud van Bruining of Bruinings bedoelt’. Het is wenselijk de vorm van eigennamen, althans ‘zooveel mogelijk onveranderd te laten’ (Woordenlijst § 3). Ik zou weer niet weten wat er bij ‘Bruining's’ weggelaten is; en laat liever een ander verklaren, dat bij ‘Bruinings'’ het genitiefteken is afgekapt. Voor de pseudo-pluralizering van Bruinings tot Bruinings' verwijs ik naar Buigingsverschijnselen I n. 28. Meervouden die men enkel kan zien, niet horen, zijn iets sui generis.
De apostroferende komma ging in het voorafgaande niet buiten het officiële boekje - het type a'tje niet te na gesproken. De schrijfpraktijk gaat verder. Haje - orthodoxer nog dan Te Winkel - fulmineerde daar reeds tegen in Taalschut, 1e uitg. p. 24 en 33, 2de uitg. p. 23 en 35. Ik wilde mij tot enkele produktieve typen beperken.
Volgens de Woordenlijst § 4 is het meervoud van pendule, Elize gewoonweg pendules, Elizes. De apostrofe ‘zou daar overtollig zijn en geene weglating aanduiden’. Toch maakt dat overtollige een carrière om van te duizelen, vooral bij vreemde woorden: mode's, étalage's, reclame's; maar ook reeds bij nederlandse: bende's, gezegde's, terzijde's. Dat er bij de woorden op -ie evenmin enige reden is, om de -s door een komma te scheiden, spreekt vanzelf; intussen is de komma niet van de lucht: divisie's, linie's, collectie's. Men zie hierover, en over alle nog volgende fleksiegevallen Buigingsverschijnselen.
Het is duidelijk waar de infektiehaard van de types divisie's en mode's moet gezocht worden. Het afwijkende of opvallende van meervouden als komma's, echo's, tilbury's trekt blijkbaar aan. Dat wordt trouwens al door het officiële type cadeau's, milieu's bewezen. De schrijfwijze cadeaus,