Gerard van Eckeren beoordeelt, onder het opschrift Tweeerlei speelsheid de roman De Verwachting van Josine Reuling en De Karpervijver van Ben Stroman.
Juni. G. Stuiveling karakteriseert de dichter A. Roland Holst als De grote Balling. - Gerard van Eckeren beoordeelt de roman Bewolkt Bestaan van Cola Debrot (Tirannie der vertwijfeling). - P.H. Ritter Jr schrijft met grote waardering over de dichter Johan Andreas Dermouw. - A. Marja oordeelt ongunstig over Victor E. van Vriesland's Vooronderzoek. - G. Stuiveling is van mening dat Walch's Nieuw Handboek der Ned. letterkundige geschiedenis niet beantwoordt aan De minimum-eis der geschiedenis. - Een interview met Mevr. A.H. Nijhoff publiceert G.H. 's-Gravesande.
Nieuw Vlaams Tijdschrift. April. Achilles Mussche schrijft Over aanschouwelijkheid in de literatuur, naar aanleiding van Th.A. Meyer's boek Das Stilgesetz der Poesie (1901), waarin de verhouding en de verschillen van beeldende en litteraire kunst behandeld zijn. - Ger. Schmook geeft een uitvoerig artikel: Multatuli in de Vlaamse gewesten, waarin duidelijk uitkomt dat de betekenis van Multatuli voor het geestelijk leven in Vlaanderen niet gering geweest is.
Mei. Karel Jonckheere's bijdrage is getiteld: Confrontaties met tijdgenoten: Jac Vercammen of de Grens van het Woord.
Dietsche Warande en Belfort. Mei. R.F. Lissens schreef een kort artikel over Maurice Roelants (Thema's en Variaties). - Aster Berkhof leverde een In memoriam Jozef Simons, de Kempische volksverteller. - Onder de Boekbesprekingen beoordeelt J. van Mierlo het Middelnederlands Leerboek van A. van Loey.
De Vlaamse Gids. Mei. Onder het opschrift Vogels van diverse pluimage bespreekt M. Rutten een groot aantal dichtbundels uit de laatste tijd. - P. van Lishout bespreekt Rubens en Rembrandt als romanfiguren, nl. een Rubens-roman van Jef Crick en twee geromanceerde biografieën van Rembrandt, door Ch. Huygens en Jan Mens. - In de Kroniek van het Essay beoordeelt Jan Schepens een aantal prozageschriften, in het vorige jaar in Nederland verschenen, o.a. van Victor van Vriesland (Grondslag van Verstandhouding), Anthony Bosman (De Revolutie van het Woord), Augusta Jacobs (Jacobus van Looy en zijn literair werk), J. de Kadt (Herman Gorter, Neen en Ja), C.G.N. de Vooys (Verzamelde Letterkundige Opstellen), Vestdijk (Het Eeuwige Telaat), J.J. Gielen (De Dichter Verwey), J.D. Ph. Warners (Het Nederlandse Kwatrijn), A. Marja (Schuchter en iets luider), Theun de Vries (M. Nijhoff, Wandelaar in de Werkelijkheid), S. Tas (De Illusie van den Ondergang), W.L.M.E. van Leeuwen (Drie Vrienden).
Juni. Onder het opschrift En toch winst? beoordeelt Louis P. Boon een viertal boeken, nl. Voor de avond valt van André Demedts, Alleen de doden ontkomen van Piet van Aken, De man die zijn haar kort liet knippen van Johan Daisne en Wild Water van Albrecht Ram.
Verslagen en Mededeelingen van de Kon. Vlaamsche Academie 1945 No. 3 (Juni-Dec.). In de vergaderingen van deze maanden worden als overleden buitenlandse ereleden en leden herdacht: J.W. Muller (Juni), Aug. van Cauwelaert en J. Huizinga (Sept.), Jac. van Ginneken (Nov.).