Maart. F.W. van Heerikhuizen (Morgenlicht in de avond) beoordeelt de dichtbundel De Dauwtrapper van Jan van Nijlen. - Miep van der Boon-Luitingh kondigt Een nieuwe bundel van Elisabeth Eybers aan, nl. Die ander Dors. Anna Blaman beoordeelt de novellenbundel Bij Gaslicht van F. Bordewijk. - Fokke Siersema schrijft over De Friese dichter Anne Wadman. - Onder het opschrift Ironie en Mededogen kondigt A. Mout een keuze aan uit het werk van Frans Coenen, door B. de Goede (40 jaar Commentaar).
Roeping. Febr. J. Wils bespreekt de inaugurele reden van Anton Reichling: Wat is algemene taalwetenschap?
Maart-April. H.J.E. Endepols maakt Enige kanttekeningen bij Everyman, a comparative study van H. de Vocht. Hij is niet overtuigd door De Vocht's betoog dat Everyman oorspronkelijk is.
Streven. Katholiek Cultureel Tijdschrift. Maart. In de afdeling Literair Mozaick brengt Em. Janssen o.a. Hugo Verriest en Felix Timmermans ter sprake.
Het boek van Nu. Maart. Bij de dood van Jan Prins waardeert en prijst G. Stuiveling deze dichter als ‘een karakteristiek Nederlandse geest’. - Gerard van Eckeren (Stuc, verguldsel en fluweel) wijst op de ongelijke waarde van F. Bordewijk's werken, maar toont veel waardering voor het bundeltje Bij gaslicht van 1947. - P.H. Ritter Jr publiceert een interview Bij Antoon Coolen, die hem vertelt over een toekomstige roman. - Hendrik de Vries beoordeelt Anthonie Donker's verzamelde gedichten De Einder en ziet daarin ‘Geslaagde zelfherziening’. - G. Stuiveling (Hooft- en Bijzaken) toont zich teleurgesteld door de onlangs gedrukte redevoeringen bij de Hooft-viering. Die van Prof. Romein en Mr de Roos acht hij intussen ‘superieur aan die van Prof. Donkersloot en Victor van Vriesland’. - G. van Eckeren eert de zeventigjarige Top Naeff. Verder bevat de aflevering beknopte beoordelingen van nieuwe boeken in binnen- en buitenland.
April. Gerard van Eckeren beoordeelt Nogmaals Bordewijk, nl. zijn roman Noorderlicht, waarin hij een stijging ziet, al is dit boek ‘maar voor de helft geslaagd’. - F.W. van Heerikhuizen beschouwt De Keuze van A. Marja als Een geslaagd episch gedicht. - G.W. Huygens oordeelt ongunstig over G. Colmjon's boek De oorsprongen van de Renaissance der litteratuur in Nederland in het laatste kwart der 19e eeuw (Een Nederlandse Renaissance?) wegens tekorten in vorm en geest, al waardeert hij de ‘enorme materiaalverzameling’.
Criterium. Maart. Hendrik de Vries bespreekt de verzamelde gedichten De Einder van Anthonie Donker.
Ons Eigen Erf. Febr. P. Daniels beoordeelt het proefschrift van W. Delteyk over Jan van Leeuwen.
Wending. Maart. In een Litteraire Kroniek bespreekt P. Minderaa een aantal dichters, die in de laatste maanden bundels publiceerden.
Dietsche Warande en Belfort. Febr. C.G.N. de Vooys doet enige grepen Uit de geschiedenis van de taal- en letterkundige congressen, die tussen 1849 en 1908 beurtelings in Zuid- en in Noord-Nederland gehouden werden,