Uit de tijdschriften.
(November-December).
De Gids. Nov. In de rubriek Bibliographie beoordeelt L.M. Fr. Daniëls Ruusbroec en de Middeleeuwse mystiek door W.H. Beuken. - C.J. Kelk bespreekt Het Oude Huis van A. van Schendel.
Dee. De Bibliographie bevat o.a. een paar bladzijden van Maurits Uyldert, Over romankunst, waarin hij geringschattend spreekt over de oorlogsromans en de naoorlogse litteratuur, maar een uitzondering maakt voor een psychologische roman van H.P. van den Aardweg: Het Onafwendbare.
De Nieuwe Stem, afl. 9-10. Jan Romein levert een uitvoerige studie over Huizinga als historicus.
Critisch Bulletin. Oktober. Max de Jong beoordeelt de Verzamelde gedichten van L.Th. Lehmann. - Anton van Duinkerken schrijft over de dichter J.C.J. van Schagen (Deemoed der velleïteit). - K. Jonckheere oordeelt zeer ongunstig over Daisne, fibroom in de Vlaamse letteren. - Johan van der Woude beoordeelt A. van Schendel's Het oude Huis (Een afscheid). - Anna Blaman noemt A. van den Doolaard, als schrijver van Het verjaagde water: De Waterman aan lager wal. - A. Mout beoordeelt G. Walschap's roman Ons Geluk (In de schoot van het onvolmaakte). - D. Bax herdenkt C. Louis Leipoldt.
Nov. Gerard Diels beoordeelt de jongste dichtbundels van Bert Voeten: Twee werelden. - Miep van der Boom-Luiting bespreekt het epische gedicht Raka van N.P. van Wijk Louw. - Victor Vangerot oordeelt zeer gunstig over het werk van de jong gestorven H. van Grevelingen (pseudoniem van J.W.C. Verhage), nl. Het onverbreekbare zegel en Spel zonder inzet (Afgesneden verwachting). - Sjoerd Leiker beoordeelt Vrouw en Vriend van Anna Blaman.
Roeping. Oct. Jan Leyten maakte een Aantekening bij de poëzie van Jan Jacob Slauerhoff, naar aanleiding van een boekje van Constant van Wessem, die z.i. te veel nadruk legt op het ‘gewone’ van Slauerhoff, in plaats van het ‘adembenemend gevecht met zijn tijd’. Ook tegenover de godsdienst stond hij vreemd.
Nov. A. van Duinkerken levert een bijdrage over Vondel's landspel van de Vrede, bestemd voor een herdenkingswerk over de Munsterse vrede, dat te Osnabrück verschijnen zal. Hij bestrijdt o.a. de mening dat Vondel als Katholiek ‘in het spel de vertegenwoordigers van de Zuidzijde van Leeuwendaal gunstiger geschetst zouden zijn dan de vertegenwoordigers van de Noordzijde’. Immers reeds in 1629 had Vondel de zaak van het Katholieke Zuiden bepleit.
De Vlaamse Gids. Nov. Pierre H. Dubois publiceert een voordracht over Nederlandse poëzie van vandaag. Als tegenhanger geeft Jan Walravens een beschouwing over De jonge poëzie in Vlaanderen. - Jan Schepens verzorgde de Kroniek van het Essay waarin o.a. een studie van D.A.M. Binnendijk over Boutens besproken wordt (Een protest tegen den tijd). - Willem Pelemans beoordeelt Het levende lied van Nederland, een verzameling van Jaap Kunst.
Dec. Leo Roelants stelt zijn eisen voor Literatuur vaor de jeugd. -