De Nieuwe Taalgids. Jaargang 40
(1947)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 166]
| |
Naschrift.De heer Keijzer zal wel gelijk hebben, als hij deze, dit, hieraan, hierop enz., terugwijzend op iets dat voorafgaat, beschouwt als schrijftaalvormen, die in de omgangstaal weinig leven. Daarmee is nog niet gezegd dat we ze nu ook in geschrifte vermijden moeten. Wie schrijft, bouwt meer ingewikkelde zinnen en meer doordachte perioden dan wie spreekt, en heeft meer behoefte om door variatie en differentiatie van pronomina nauwkeurig te zijn dan in het gesprek. En daarbij kan een terugwijzend deze of dit goede dienste bewijzen, ook al zouden beide in hoofdzaak een papieren leven leiden. Zo in een voorbeeld als het volgende. Niet iedereen is tevreden over de financiële maatregelen van Minister Lieftinck. Deze bewindsman zet er volgens velen het mes te diep in. HierGa naar voetnoot1) zou Deze bewindsman wel door Die bewindsman kunnen vervangen worden. Maar voegen we na bewindsman een uitbreidende bijvoeglijke bijzin met die toe, dan wordt Die bezwaarlijk: Die bewindsman, die een sluitende begreting van het eerste belang acht, zet er... enz. En zulke uitbreidingen zijn in geschreven taal soms onmisbaar. Een soortgelijk voorbeeld is: Dit onderwerp (in het voorafgaande omschreven), dat al veel gemoederen in beweging heeft gebracht, lokte ook nu weer uitvoerige discussies uit. In de eerste zin zou Die bewindsman, die zelfs tot misverstand kunnen leiden doordat de juiste functie van de bijzin in het geheel van de zin werd miskend, en dat geheel werd opgevat als een algemene bewering, die niet speciaal op Minister L. betrekking heeft. Dit(!) brengt ons op een type van zinnen waaraan blijkt dat de heer Keijzer te ver gaat, als hij die en dat alleen juist acht, wanneer ze terugwijzen op iets dat voorafgaat. En dit(!) type is ook in omgangstaal goed gangbaar. De voorbeelden ervan hebben te meer waarde, omdat niet alleen die en dat vooruitwijzend gebruikt worden, maar zelfs deze en dit in zulk verband onmogelijk zijn. Bedoeld is het type: Hij heeft zijn werk niet met die toewijding verricht (deze onmogelijk) die we van hem verwacht hadden. De zuster stond de zieke bij met dat geduld (dit onmogelijk) dat we in verpleegsters zo vaak bewonderen. Je moet vooral op die dingen letten (deze onmogelijk) die het personeel ontgaan. Parallel hiermee is vooruitwijzend daarnaar dwingend, en hiernaar onmogelijk in Je moet vooral daarnaar kijken waar een ongeoefende niet op let; in deze zin zijn waar en op opzettelijk gedistancieerd om alle boekachtigheid weg te nemen. Als de heer K. tot steun van zijn mening wijst op de terugwijzende bijwoorden dienaangaande, dientengevolge, dan kunnen we daar terstond tegenover plaatsen de vooruitwijzende verbindingen met dien verstande en in dier voege, en het steeds naar iets voorafgaands verwijzende in dezen of het wat stadhuisachtiger te dezen, te dezer zake. Uit deze(!) voorbeelden, alsook uit enkele onopzettelijke en ongedwongen toepassingen van terugwijzend deze en dit door schrijver dezes (waarop met een uitroepteken de aandacht is gevestigd), blijkt wel dat het niet aangaat voor het gebruik van dit, dat, deze, die, hieraan, daaraan enz. een zo strenge regel voor te schrijven als de heer Keijzer wil. Deze, dit, hierin, hierop enz alleen toe te laten wanneer ze betrekking hebben op iets dat volgt, zou op zijn minst geforceerd zijn, en bij bepaalde zinsconstructies ernstig bezwaar opleveren. Maar het voorstel, om die, dat, daarin, daarop te beperken tot terugwijzende functie, komt in strijd met goed en gevestigd taalgebruik. C.B.v.H. |
|