Perk en Potgieter.
In zijn Inleiding voor Perk's gedichten schrijft Kloos (blz. 60 in de 17e dr.) dat Perk een diepe verering had voor Potgieter, uit wiens meesterwerk ‘Florence’ hij soms voorlas ‘op een vreemden helder diepen toon’, ‘zijn stem trilde dan van een wonderbare emotie, tot zij, overstelpt door de aandoening, zweeg’.
Het is niet te verwonderen dat die bewondering leidde tot het ondergaan van invloed.
Het eerste gedicht dat Perk aan De Spectator zond, 5 Maart 1878 gepubliceerd in De Briefwisseling Vosmaer-Perk blz. 17, is vol sporen daarvan.
De dappere Noordpoolreizigers noemt hij ‘onze vromen’; hij spreekt van ‘de starre der wetenschap’; een regel als: ‘'t Hollandsch gemoed op 't gelaat, 't Hollandsch gelaat naar hun God’ doet typisch Potgieteriaans aan, evenals de vele nadrukkelijke herhalingen uit dit gedicht.
In een brief van 10 Maart 1878 aan Vosmaer gebruikt Perk de uitdrukking ‘op het gevoeligst’, een door Potgieter ingevoerd archaïsme.
Evenzo herinneren aan Potgieter de vormen ‘ziele’, ‘genake ik’ en de vele personificaties in een gedicht van 22 Jan. 1881, gepubliceerd in De Gids van 1915 en in ‘Een Dichter Verliefd’ door Dr G. Stuiveling, blz. 13, en de woorden ‘verengeld aanschijn’ in Sanctissima Virgo, en ‘hemelbogen’ in Ochtendbede.
Een duidelijk bewijs van invloed, waarop Verwey in zijn inaugurele rede ‘Van Jacques Perk tot Nu’ reeds wees (blz. 8) is wel de toepassing van het anti-danteske rijmschema, het rijmschema van ‘Florence’, in Aan de Schim van P.C. Hooft.
Treffend zijn nog de volgende plaatsen:
Perk: Het Grafkruis. Hij voelt de tranen langs zijn wangen loopen.
Potgieter: Florence, VIII, 5. De tranen langs uw wangen voeldet leken.
Perk: Dorpsvesper. De zwerver daalt in zielsgepeins verloren.
Florence, IX, 70. De zwerver deelt zijn zielsgeheim hem mede.
Perk: Zij komt. Gij berken buigt uw ranke loovertrossen! Strooit, rozen, op het zand èn sneeuw èn blad!
Florence, XVI, 85. Ristori komt! Sprei 't geurigste der loov'ren, Reik d'eêlste roos, die in uw gaarde ontluikt.
Perk: De Roos. O, volle, reine roze op slanken stengel.
Florence, XIX, 172. Een reine roos op ongebogen stengel.
Bij beide is de roos het beeld voor de ideale geliefde.
Geertruida M.J. Duyfhuizen.