Ysper.
In De Nieuwe Taalgids XVII, blz. 139 onderstelde Mej. M.E. Kronenberg ten onrechte dat ysper, voorkomende in een Latijns-Nederlandse samenspraak, een drukfout zou zijn. Het woord is in Brabant nog bekend. In mijn jeugd, omstreeks 1900, gebruikte mijn tante, in 1849 te St. Oedenrode geboren, vaak 't woord isperen of de uitdrukking aan den isper zitten, waarmede zij vooral bedoelde de namiddag-boterham van ± 4 uur, in St. Oedenrode destijds algemeen gebruikelijk tussen middageten van ± 12 uur en avond-koffietafel van ± 7 uur. Wanneer ik, als jongen, op andere tijden tussen de maaltijden, 'n boterham at zonder officieel aan tafel te zitten, dan vroeg ze: ‘Zo, mènneke, zitte-gij wà te isperen?’
F.N. Jansen.