Uit de tijdschriften.
(Maart-April).
De Gids. Maart. F. Kossmann beoordeelt de bundel Liederen uit de oude doos II van D. Wouters, en geeft daarbij enige aanvullingen.
April. J.W.F. Werumeus Buning schrijft met grote verering een In memoriam P.C. Boutens. - C.L. Schepp voegt daaraan toe Iets over Boutens als mensch. - J. Lindeboom bespreekt Becker's uitgave van de Wellevenskunst van D.V. Coornhert.
De Nieuwe Gids. Febr. J.G. de Ridder neemt, in een artikel Tachtig voor de vierschaar, Willem Kloos en Jeanne Reyneke van Stuwe in bescherming tegen de afbrekende beschouwingen van Colmjon, in zijn boek over De Renaissance der Cultuur in Nederland in het laatste kwart der negentiende eeuw, dat hij als een ‘mislukte proeve’ scherp veroordeelt.
Maart. A.A. Haighton beoordeelt Drie Tooneelstukken van F. Bordewijk.
Stemmen des Tijds. Febr. Het proefschrift van W.J.C. Buitendijk: Het Calvinisme in de spiegel van de Zuidnederlandse literatuur der Contra-Reformatie wordt met veel lof besproken door T[azelaar].
Maart-April. T(azelaar) bespreekt met veel lof het proefschrift van P. Minderaa over Karel van de Woestijne. Hij acht dit werk van belang, omdat het niet alleen een monografie biedt over een belangrijk dichter, maar tevens ‘het gansche uitgebreide gebied der ars poëtica omspant’, en dus voor iedere beoefenaar der poëzie interessant is.
Groot-Nederland. Maart. Een opstel van P.J. Meertens handelt over Valerius en wij. Hij wil aantonen ‘in hoeverre het werk