‘Vlaamsch euvel’ bestrijden ze onvermoeid ‘barbarismen, fabricismen en provincialismen’. Evenals in de Ned. Taalgids vindt men herhaaldelijk in twee lijsten naast elkaar: ‘zeg niet... maar zeg...’. Ook bijdragen op het gebied van de spraakkunst bevatten lessen voor minder ervarenen, terwijl van een Vragenbus ruim gebruik gemaakt wordt. Voor het sympathieke doel van de Vereniging wordt dus in dit orgaan praktisch en nuttig werk verricht. De konsekwentie dat de vereenvoudigste spelling, die zoveel dichter bij de klanken van de beschaafde omgangstaal staat dan de oude, door deze Vereniging gepropageerd diende te worden, hebben de leiders nog niet aangedurfd. In dat opzicht stond de oorspronkelijke Vereniging, in 1913, op ruimer standpunt.
Het verzet tegen de seksuele-n mag niet gestaakt worden!
Gelijk wij herhaaldelijk in ons tijdschrift en in ‘Vereenvoudiging’ betoogd hebben, blijft de regeling van de buigings-n volgens de spelling-Marchant onaannemelijk. Het is te betreuren dat veel medestanders in eigen praktijk zich gewillig naar de schoolregel schikken. De spellingstrijd heeft ons geleerd dat alleen sukses te verwachten is, als voorstanders ook voorgangers blijken te zijn. Wie dus b.v. zonderling vindt dat de neutraalseksuele mens of persoon met een grammatikaal- seksuele-n versierd wordt, doet verkeerd door zich aan die regel te onderwerpen. Er moet voor gewaakt worden dat het grote publiek niet, op grond van schoolervaring, het ontbreken van deze n's als ‘taalfout’ gaat beschouwen. Als een toongevende geleerde of onderwijsman, de officiële en schoolse regeling volgt, en door leken op taalgebied als ‘deskundige’ aangezien en geëerbiedigd wordt, werkt hij het misverstand in de hand, en helpt hij een regel bestendigen, die niet alleen onwetenschappelijk is, maar ook juist grammatikaal inzicht en goed moedertaalonderwijs kan schaden. Op onze medewerkers doen wij dus een beroep om - ook als de school de schoolse regel eist - door eigen voorbeeld de betere weg te wijzen.
C.d.V.