De Nieuwe Taalgids. Jaargang 37
(1943)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAankondigingen en mededelingen.Het dialect van Urk. In een uitvoerig verzamelwerk: Het eiland Urk, uitgekomen in de ‘Publicaties van de stichting voor het bevolkingsonderzoek in de drooggelegde Zuiderzeepolders’ (Alphen aan den Rijn - N. Samsom N.V. - 1942) werd een studie opgenomen over Het dialect van Urk, die een derde gedeelte van het boek beslaat (blz. 273-500). De bewerkers zijn: Mej. J.C. Daan, Mej. L. Kaiser, J. Benders, P.J. Meertens, H. Hj. Piebenga. Men vindt daarin een klankleer, phonetiek, vormleer, phonologie, eigen- | |
[pagina 45]
| |
namen en technische woorden op het gebied van scheepsbouw en visserij, en ten slotte een zeer uitvoerige woordenlijst. Voor de studie van de Nederlandse dialekten is dat boek dus een belangrijke aanwinst. Elders in hetzelfde boek (blz. 201 vgl.) worden de kinderspelen, folkloristische gebruiken, volkskunst en volkspoëzie door P.J. Meertens besproken, op grond van een rijk materiaal.
Nederlandse Phonologische Werkgemeenschap. De Referaten der voordrachten, in 1941 gehouden, zijn onlangs in brochurevorm gedrukt. Vooraf gaat een In memoriam Prof. Dr. N. van Wijk. A.W. de Groot sprak over De klankwetten in het licht der structurele taalkundeGa naar voetnoot1). Jac. van Ginneken sprak over De phonologische ideeën-differencieering en de aangeboren bewegingen der articulatie-organen. K. Heeroma publiceerde Onze vragenlijsten.
Een Friesch substraat in Noord-Holland? Onder deze titel verscheen een brochure met een drietal lezingen, gehouden voor de dialecten-commissie der Nederlandsche Akademie van Wetenschappen, op 4 Aug. 1942 door Prof. Dr. G. Gosses, Dr. G. Karsten en Dr. K. Heeroma, met een woord ter inleiding en een nawoord van Prof. Dr. Jac. van Ginneken (Amsterdam - N.V. Noord-Hollandsche Uitg. Maatschappij - 1942) (Prijs f 0,90).
De ontwikkeling van de taalkunst der Nederlanden. Met deze titel publiceerde Th. de Jager een ‘Beknopte schets’ (Rotterdam - De Rottestroom - 1942, 186 blz.) die zich van andere soortgelijke handleidingen bij het onderwijs onderscheidt, doordat ‘de gehele litteratuur van het cultuurgebied der Nederlanden in het oog gevat is’, d.w.z. zowel de Latijnse als de Franse van België, terwijl ook de bouwkunst en de schilderkunst er in betrokken worden, ‘al moest dit in het beperkte bestek grotendeels bepaald blijven tot het noemen van namen’. De tijdperken zijn vereenvoudigd, doordat de tijd van 1566-1780 gekenschetst wordt als ‘De Renaissance’, en van 1780-1940 als ‘De Romantiek’.
Een nieuwe uitgave van Hooft's Nederlandsche Historiën. Met ingenomenheid vermelden wij dat bij de U.M.W. de Haan te Utrecht, blijkens een uitvoerig prospectus, een nieuwe ge- | |
[pagina 46]
| |
illustreerde uitgave van P.C. Hooft's Nederlandsche Historiën zal verschijnen, in negen delen, waarvan het eerste deel historische, literaire en filologische inleidingen zal bevatten, en de volgende delen de volledige tekst, verzorgd en toegelicht door Dr. W. Gs. Hellinga en Dr. A. Zijderveld.
Muziek en drama in de Middeleeuwen. Als No. 9 van de ‘Caeciliareeks’ (Amsterdam - Bigot en Van Rossum N.V. - 1942) verscheen een aardig geïllustreerd boekje van Jos. Smits van Waesberge over dit onderwerp. Aanleiding was de vondst van ‘een der mooiste Paaschdrama's in een Haagsch handschrift’, zeer waarschijnlijk op Nederlandse bodem ontstaan. Deze Latijnse tekst met muziek, die hij het ‘Maastrichtsche Paaschdrama’ noemt, vindt men in dit boekje op blz. 63-85. Voor de studie van de oudste vormen van het geestelijk drama, waarbij de muziek tot nu toe ‘bijna geheel verwaarloosd werd’, levert deze studie een waardevolle bijdrage. |
|