1. De in open syllabe uit
ă ontwikkelde
ā heeft bezuiden het IJ precies hetzelfde verloop als de voortzetting van germ.
. Daar nu eerstgenoemde klank van de aanvang af stellig velair zal zijn geweest, is het eenvoudiger aan te nemen dat ook de vanouds lange
a eerst
â is geworden, terwijl dan later beide
ā-klanken gemeenschappelijk in palatale richting zijn verschoven.
2. Op de zuidholl. eilanden is de
â in een
i-diphthong-verbinding, als
draaien, maaien, tot [ó.] geworden. In Heeroma's gebied komt dit ook een enkele maal voor (Aalsmeer), en in de meeste andere plaatsen treedt vóór deze
i een vokaal op, die althans aanmerkelijk donkerder is dan [ae.]. Voorts ziet men op de eilanden meermalen deze [ó.] vóór nasaal. Niemand twijfelt eraan dat zulk een [ó.] als onmiddellijk praecedent een
â heeft gehad. Nu kan men zich hierut wel redden door aan te nemen, dat [ae.] èn in
i-diphthong, èn vóór nasaal een afzonderlijke ontwikkeling heeft doorgemaakt. Maar eenvoudiger en even waarschijnlijk is een verloop als volgt: de oude
werd eerst in alle posities [a.] en verschoof daarna in palatale richtig, behalve vóór nasaal en
j.
In Noord-Holland heeft de germ.
een
ee-klank opgeleverd, maar de verlengde
a is
ā gebleven. Desnoods kan men aannemen dat de depalatalisatie van germ.
, die immers (gelijk in Van Wijk's juist geciteerde artikel is betoogd) van zuid naar noord is voortgeschreden, de uiterste uithoek van het westgermaanse taalgebied benoorden het IJ niet heeft bereikt. In Noord-Holland zou dan germ.
inderdaad [ae.] zijn gebleven en ten tijde van de verlenging van
ӑ nog merkbaar van het rekkingsproduct hebben verschild, zodat beide zich als afzonderlijke phonemen verder konden ontwikkelen.
Ik moge hieraan nog toevoegen, dat het eigenaardige klankverloop in het Noordwestveluws en elders: [a.] vóór labialen en velairen, [ó.] vóór dentalen (vgl. hiervoor thans ook de kaarten bij Van Ginneken,
Ras en taal 46 vlg.), geen [ae.]-stadium als noodzakelijk uitgangspunt vereist. Men lette b.v. op Volendam (Heeroma 80), waar alleen de rekkings-
ā zulk een proces heeft doorgemaakt, terwijl de voortzetting van oude
er niet aan deelneemt.
C.B.v.H.