kultuur en taal een onderzoek ten volle waard. Een tweetal artikels geven aanvulling van de ‘strijdlitteratuur’ die de schrijver zo uitvoerig behandelde in de bundel Brabant in 't Verweer.
In de derde plaats treffen we de vondsten aan, op de speurtochten door het museum-Plantijn verworven, over de Spaansche Typografie, over het merkwaardige reisverhaal van Balthasar Moretus II naar Francfort, over Het portret van Kiliaen. Als toegift biedt de schr. ons enige bijdragen op folkloristisch gebied, vruchten van een oude liefde voor deze studie. Deze rijke verzameling, keurig uitgegeven en geïllustreerd, zal menigeen welkom zijn.
Als zevende deeltje van ‘Onze Bibliotheek’ bezorgde Dr. M. Rutten Een bundeltje lyrische gedichten van Karel van de Woestijne, ‘gegroepeerd naar de hoofdmotieven’ (Antwerpen - ‘De Sikkel’ - 1936; 44 blz. prijs 8 fr.). De samensteller voegt er een korte Inleiding en een Woordenlijst aan toe. Behalve Z. Ned. dialektische woorden, treffen ons daarin algemeen bekende Noord-Nederlandse, die voor Vlaamse leerlingen blijkbaar moeilijkheden opleveren.
In de ‘Uilenreeks’ verscheen een bundeltje Vlaamsche verzen van dezen tijd, verzameld en ingeleid door Marnix Gijsen en R. Herreman. Niet minder dan 58 dichters zijn, elk door één gedicht, vertegenwoordigd.