Boekbeoordeling.
Dr. G. Stuiveling: De Nieuwe Gids als geestelijk brandpunt
(Amsterdam - De Arbeiderspers - 1935. Prijs f 1,50).
In aansluiting bij zijn proefschrift geeft Stuiveling een nauwkeurige, gedétailleerde ontwikkelingsgeschiedenis van De Nieuwe Gids, waarvan hij de negen jaargangen stuk voor stuk ontledend beschouwt. Deze documentatie heeft een groot voordeel. Wij zien niet een aantal belangrijke ‘Tachtigers’, die een groot deel van hun werk in dit tijdschrift publiceerden, maar een drietal groepen: de individualistische dichters, de naturalistische prozaschrijvers en de sociologen-politici, groepen die in hun strijd tegen conservatisme samengaan, tijdelijk in evenwicht blijven, maar daarna botsen en uiteengaan. Hoofdstrekking van Stuiveling's betoog is, dat de ‘Beweging van Tachtig’ niet geïdentificeerd mag worden met de ‘Nieuwe Gids-beweging’, die een ‘allesomvattende geestelijke ommekeer’ betekent, uit maatschappelijke oorzaken verklaarbaar, door ‘voorwerkers’ voorbereid, en na 1893 in verschillende organen voortgezet. In verband daarmee legt hij de volle nadruk op de medewerking van Lotsy, Tak en op de rol die Van der Goes al die jaren gespeeld heeft. De schoolstrijd, het algemeen kiesrecht, het socialisme zijn onderwerpen waar De Nieuwe Gids levendig belang in stelt, reeds in de eerste jaargang (Hoofdstuk II),