De Nieuwe Taalgids. Jaargang 29
(1935)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 372]
| |
Modern purisme.Wij staan zeer zeker niet meer op het standpunt der neo-grammatici, die van mening waren, dat de taal als een natuurkracht heerste, zich een weg banend buiten den mens om en deze eenvoudig onderwerpend aan zijn macht. Maar tussen dit standpunt en het andere: een goed bedoeld, maar naïef dilettantisme, dat meent een taal te kunnen ‘zuiveren’ of in een andere richting te dringen door een boekje met toch altijd persoonlijke en meestal zeer heterogene ‘verbeteringen’ heeft zich de laatste jaren een een streven ontwikkeld, dat men als overbodig of vergeefs kan beschouwen, maar dat bestaat, dat zich baseert op hechtere grondslagen en steun vindt bij geleerden van naam, en waaraan men niet zo maar kan voorbijgaan. De neo-grammatici hebben, in hun absoluutheid, afgedaan. Het dilettantisme tiert nog weliger dan vroeger; het heeft geen zin hier allerlei titels als bewijzen op te noemenGa naar voetnoot1). Maar naarmate het inzicht veld heeft gewonnen, dat de taal een sociaal werktuig is (zij het dan, dat ook allerlei andere invloeden zich hier laten gelden), is daaruit voortgevloeid de gedachte, dat dan ook de gemeenschap bewust dat werktuig kan richten en veranderen; dat dit tot dusverre nog weinig of niet gedaan is, is geen bewijs voor de onmogelijkheid. Daarmee is het purisme (hier genomen in een zeer algemene betekenis: bewuste willekeurige invloed van den mens op de taal) in een ander stadium gekomen. Overal ziet men de laatste jaren een sterk streven naar nationale en in het algemeen groeps-tendenzen, dat zich uit o.a. op het gebied der taal. Hoe belangrijker een land en een taal zijn (of waren: zie de geschiedenis van het nieuw-Grieks), hoe sterker meestal de nationale tendenzen zich uiten, hoe zwaarder ook de | |
[pagina 373]
| |
traditie drukt op het heden en haar invloed doet gelden. Frankrijk met een taal en een beschaving die vooraan stonden in de wereld, maar die ook zwaar drukken op alle gebieden van het geestelijk leven, is hier een duidelijk voorbeeld van en de botsing tussen oud en nieuw is hier het heftigst. Een geleerde als Brunot, die het verleden van zijn taal kent als weinigen, heeft al vijf en twintig jaar geleden alarm geslagen. De Zwitserse taalgeleerde Bally, de litterair-historicus Lanson, de lexicoloog Guerlin de Guer deden hetzelfde.Ga naar voetnoot1) Hen drijft de bezorgheid om het cultuur-goed, dat nog altijd Frankrijks trots is: een litteratuur die op alle gebieden het hoogste weergeeft, waartoe menselijk verstand en gevoel reikten in een taal, die langzamerhand een werktuig is geworden van wonderbaarlijke fijnheid, gesmijdigheid en uitdrukkingskracht. Zij hebben willen reageren; de vraag was: hoe te doen? Van een individuele poging, hoe goed ook bedoeld, als bij ons het boekje van Dr. HajeGa naar voetnoot2) zal wel weinig of geen invloed uitgaan, maar zodra de invloedssfeer precieser omschreven wordt en degeen die optreedt op dat gebied groter autoriteit bezit (terecht of ten onrechte) kan een positief resultaat verwacht worden. In dit licht moeten enkele pogingen gezien worden, die de laatste tijd gedaan worden; als symptomen van een kentering in de houding van de wetenschap tegenover het purisme zijn zij belangrijk. De Verein Deutscher Ingenieure geeft sinds enige tijd elke week in haar orgaan voor één vreemde technische uitdrukking een Duitse vormGa naar voetnoot3). Er is geen grond om a priori dit streven een resultaat te ontzeggen; gelet op de geestesrichting die zich op het ogenblik in Duitsland sterk doet gelden (trouwens niet alleen dáár), is het zelfs niet onmogelijk dat over een paar jaar een honderd tal vreemde technische woorden voor goed zijn vervangen door Duitse woorden (hier wordt afgezien van de vraag, of dat wenselijk is). Zelfs individuele pogingen tot wijziging of vervanging van woorden slaagden als de invloedssfeer beperkt was en de autoriteit van den voorsteller groot genoeg. (Op dit tweede criterium stranden dadelijk al de meeste dilettanten-pogingen). Een ingezonden stuk van Th. Reinach in de Temps was oorzaak dat het woord taxamètre, vóór het om zo te zeggen in omloop was gebracht, | |
[pagina 374]
| |
werd vervangen door taximètre; het was een poging die haar doel bereikte, doordat aan de twee bovengenoemde voorwaarden voldaan was. Een gunstige voedingsbodem, i.c. een publiek dat uit zich zelf (b.v. om redenen gebaseerd op nationalistische gevoelens) geneigd is een dergelijke advies te volgen, verhoogt de kans op slagen van zulke pogingen. Het Eng. tank, in de oorlog in het Frans doorgedrongen, werd in militaire kringen bewust en opzettelijk vervangen door char d'assaut; iets dergelijks gebeurde met het Duitse minenwerfer. Op het ogenblik wordt annonceur gepropageerd voor speaker (radio-omroeper). Voldoende gezag aan de ene zijde, een goed omschreven, liefst enge invloedssfeer ter andere, dat zijn de voorwaarden waarop het purisme zal kunnen werken. De Engelse radio-omroep heeft voor ruim 500 woorden de uitspraak vastgesteld; voortaan zal alleen deze uitspraak voor de Engelse microfoon gehoord worden.Ga naar voetnoot1) Waar het hier uiteraard gaat om woorden waarvan de uitspraak niet vaststaat en waarvan vele een min of meer abstract, niet-alledaags karakter dragen, is het niet a priori uitgesloten, dat deze uitspraak algemeen zal worden, al zal men het resultaat moeten afwachten. De techniek biedt een vrij goed omschreven veld, dat vaak ook vrij eng is; een algemeen woord als machine zal men niet gemakkelijk kunnen vervangen, maar een benaming, die op één onderdeel van de techniek betrekking heeft, b.v. op de koeltechniek, biedt veel grotere kansen van succes. En van de technische taal vinden de woorden hun weg naar de algemene taal, vooral nu in de laatste jaren de techniek elke dag ons leven meer raakt. De samenstelling, enige tijd geleden, van een Franse commissie is een uitvloeisel van de boven uiteengezette opvatting. Bedoelde commissie is de C.T.M. = Commission de la terminologie technique française moderne. Zij verschilt principiëel van alle verbonden, liga's e.d. die zich de ‘veredeling’ of ‘verbetering’ van een taal ten doel stellen doordat zij in het oog houdt de beide criteria die boven zijn aangegeven voor het verkrijgen van een nuttig effect. Sinds jaren werkt met succes een commissie voor normalisatie op industriëel gebied. Het is niet a priori uitgesloten, dat op het gebied der taal, die | |
[pagina 375]
| |
in een harer voornaamste aspecten een sociaal probleem is, op dergelijke wijze duurzame invloed uitgeoefend wordt. De commissie bestaat uit 7 leden van het Institut de France; voorzitter is een hoogleraar in de natuurkunde aan de Sorbonne, Prof. Bruhat, secretaris een ingenieur. Het doel van de commissie is eenheid te brengen in de Franse technische woordenschat en te voorkomen dat onregelmatige en minder gelukkige vormen binnendringen. Zij verwacht van belanghebbenden (technici of taalgeleerden) voorstellen tot verbetering en vervanging van bestaande en tot invoering van nieuwe termen. Deze voorstellen worden eerst onderworpen aan het oordeel van twee specialisten-rapporteurs uit de commissie en vervolgens behandeld in de driemaandelijkse bijeenkomst van de hele commissie; deze kan besluiten de bedoelde term te aanvaarden, te verwerpen of nogmaals na te gaan. De aanvaarde termen gaan naar de Association française de normalisation en worden vandaar gepropageerd in de technische pers, op de scholen voor ingenieurs, bij de ingenieurs-verenigingen, bij de uitgevers van technische werken, enz., met hun definitie en de vertaling in vreemde talen. Zo heeft de commissie voorgesteld het anglicisme pipe-still te vervangen door serpentin, topping of skimming door étêtage, distillation à basse température door semicarbonisation.Ga naar voetnoot1) Natuurlijk dreigt hier het gevaar, dat men termen voorstelt die niet volkomen hetzelfde uitdrukkenGa naar voetnoot2), maar dit kan men desnoods aan de zeer bevoegde commissie overlaten. Een ander gevaar is, dat internationaal geworden woorden verdrongen worden en een verdere internationalisatie van de technische woordenschat tegengegaan wordt; deze laatste immers biedt voordelen in meer dan één opzicht.Ga naar voetnoot3) Zo wil de commissie moteur Diesel vervangen door moteur rapide à injection en Dauzat vraagt zich terecht af of dat werkelijk een verbetering is. Van taalkundig standpunt is dat overigens niet van belang en telt alleen de vraag of er een blijvend resultaat komt. Een uitvloeisel van bovengenoemde opvattingen zie ik ook in andere pogingen, die in de regel in dienst van een voor den | |
[pagina 376]
| |
buitenstaander niet altijd goed te beoordelen nationalisme de laatste tijd in verschillende landen gedaan worden: het verdringen van vreemde, i.c. Arabische en Perzische woorden in het Turks (gepaard gaande met een modern aandoende reclame: 26 September 1934 was een ‘taaldag’ in Turkije); het vervangen van Zweedse eigennamen door Finse in Finland, van Duitse door Italiaanse in Italiaans Tirol, al schijnt het te ‘zuiveren’ gebied hier moeilijker te bewerken. In het voorgaande is uitsluitend sprake van lexicologie en uitspraak. Op syntactisch gebied is de mogelijkheid van bewuste invloed problematisch. In de eerste plaats doordat een syntactische eenheid gemeenlijk een groter gebied bestrijkt, een grotere gebruikssfeer kent, en hoe groter deze is, hoe moeilijker een ingrijpen. Wie zou er serieus aan denken, onze vraagconstructie te vervangen door de Franse? In de tweede plaats, omdat de syntactische eenheid gecompliceerder is; zij raakt de gedachte-uiting veel meer dan het alleen-noemende woord. Zij is de vorm, waarin de mens gewoon is, zijn gedachten uit te drukken, maar waaraan hij omgekeerd ook onderworpen is; de syntactische eenheid dringt zich aan hem op en het is moeilijk, zich daarvan los te maken.Ga naar voetnoot1) Het is geen toeval dat het trachten naar bewuste invloed op de syntaxis tot dusverre beperkt is gebleven tot de individuele, goed bedoelde maar om meer dan één reden bij voorbaat veroordeelde pogingen van dilettanten. Brunot en Bally die zich in Frankrijk met het vraagstuk bemoeid hebben, zien heil in goed onderwijs, spreken als zowel schrijven (waarbij ook het huisgezin zijn invloed zal moeten doen gelden), in een nauw-verband-houden tussen spreektaal en schrijftaal, waardoor beide wederzijds invloed op elkaar kunnen oefenen en stabieler worden.Ga naar voetnoot2) In hoever een streven als hier in Frankrijk en Duitsland gesignaleerd werd, invloed zal hebben, moet vooralsnog afgewacht worden; of de verschieten die zich openen werkelijkheid zullen worden is nog een open vraag. Maar het is de eerste poging om bewust een beginsel in toepassing te brengen, dat tot zoverre van wetenschappelijke zijde alleen theoretisch werd verdedigd. | |
[pagina 377]
| |
Het vraagstuk is daardoor in een ander stadium gekomen. Voortaan zal de linguist, die vroeger desnoods een beetje minachtend aan purisme kon voorbijgaan, zijn aandacht hebben te schenken aan een probleem dat misschien in de toekomst niet meer geheel en al onopgelost zal zijn: de bewuste invloed van den mens op de taal, niet van den enkeling maar van de groep. G.G. Ellerbroek. |
|