De Nieuwe Taalgids. Jaargang 29
(1935)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Nieuwe Taalgids. Jaargang 29. J.B. Wolters, Groningen / Den Haag / Batavia 1935
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 29 van De Nieuwe Taalgids uit 1935.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
Op verscheidene plaatsen in de tekst staan accolades die meerdere regels overspannen. Omdat wij dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed kunnen weergeven, worden op elke betreffende regel de accolades herhaald. Ook de woorden die eromheen staan worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, *1) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
DE NIEUWE TAALGIDS
[pagina III]
DE NIEUWE TAALGIDS
onder redaktie van
Prof. Dr. C.G.N. DE VOOYS
te utrecht
NEGEN-EN-TWINTIGSTE JAARGANG
BIJ J.B. WOLTERS' UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ n.v.
GRONINGEN - BATAVIA - 1935
[pagina IV]
BOEKDRUKKERIJ VAN J.B. WOLTERS
[pagina V]
INHOUD.
Blz. | |
---|---|
Th.H. d'Angremond: Hooft-Cephalus | 87 |
Eug. de Bock: Verwey en Vlaanderen | 221 |
J.M.C. Bouvy: De eerste vaderlandse held bij P.C. Hooft | 244 |
G.G. Ellerbroek: Modern purisme | 372 |
G. Engels: Over de uitspraak van de ij bij Huygens en Hooft | 325 |
P.N. van Eyck: De ontstaanstijd van Gorter's ‘Moi’ | 323 |
Jos. J. Gielen: Crenologie | 151 |
Jos. J. Gielen: Bredero en zijn Spaansche Brabander | 385 |
A.W. de Groot: Vers, voordracht, muziek | 49 |
H.M. de Haan: De invloed van Richardson op Jane Austen en op Nederlandse auteurs | 274 |
J. van Ham: De spotkoning | 229 |
K. Heeroma: De herkomst van het Midslands | 30 |
K. Heeroma: Studies in Nederlandse versleer. Het syllabe-begrip voor de versleer | 69 |
K. Heeroma: Vroegrenaissance of Geuzenpoëzie? | 268 |
K. Heeroma: Het Amsterdams als -dialect | 337 |
J. Hiegentlich: Emile Seipgens | 316 |
T.S. Jansma: Verloren Middelnederlandse spelen | 125 |
W. Kramer: Het proza-rhythme en zijn activerende kracht | 97 |
M.J. Langeveld: Karl Bühlers' nieuwste boek | 38 |
M.J. Langeveld: Taal en spraak | 74 |
T. Langeveld - Bakker: Literairhistoricus, dichter en gedicht | 235 |
M. Mees - Verwey: Vereenvoudiging en hiaat in dichtertaal | 211 |
S.M. Noach: Perk en Dante (enige parallellen) | 357 |
W.G. Noordegraaf: Over enige jeugdverzen van Feith | 289 |
P. Gerlach Royen O.F.M.: In: op de eerste plaats | 22 |
J.J. Salverda de Grave: Franse woorden uit de achttiende en de negentiende eeuw (vervolg) | 295 |
M. Schönfeld: Germania Romana en Romania Germanica | 309 |
A.J. Schneiders: Een koersverandering in didacticis? | 129 |
A.J. Schneiders: Kleine versstudie | 363 |
Ph.J. Simons: Waar het om gaat: Voorzetsel, genitief en zin; schoonheid, duidelijkheid en kracht | 1 |
W.A.P. Smit: Vondel en zijn bekering | 254 |
F.A. Stoett: Schoorsteenveger zonder leer | 119 |
F.A. Stoett: Nieuwe zestiende-eeuwse teksten | 173 |
F.A. Stoett: Het altemaal zijn | 326 |
F.A. Stoett: Koop je geen glas? ik denk wel neen | 377 |
G. Stuiveling: Opmerkingen over de anapest | 412 |
[pagina VI]
Blz. | |
---|---|
Maurits Uyldert: De geestelijke schoonheid in de poëzie van Albert Verwey | 201 |
A.A. Verdenius: De Brave Hendrik | 320 |
C.G.N. de Vooys: De ‘Epitheta’ van Anthoni Smijters | 82 |
C.G.N. de Vooys: De voornaamwoordelijke aanduiding en vervanging | 122 |
C.G.N. de Vooys: Taalbederf door de school van Kollewijn? | 145 |
C.G.N. de Vooys: Verwey's verdienste voor de Nederlandse litteratuurstudie | 193 |
Is.P. de Vooys: Verwey's verdediging van het dichterschap | 208 |
Hans van de Waal: Vorm en inhoud bij Mostart en Cicero | 281 |
N. van Wijk: Analogie en phonologisch systeem | 115 |
N. van Wijk: Een nieuw tijdschrift over ‘Taalcultuur’ | 322 |
N. van Wijk: De klinkerrekking en stoottoon vóór stemhebbende medeklinkers in het Limburgs en in andere dialekten en talen | 405 |
BOEKBEOORDELINGEN.
J.E. van der Laan: De Idylle in de 18de Eeuw, in het licht der aesthetische theorieën door M.M. Prinsen (Amsterdams proefschrift) | 133 |
M.J. Langeveld: J. Marouzeau's Lexique de la terminologie linguistique | 135 |
M. Schönfeld: De oudste Middelnederlandsche Oorkonden door H. Obreen en A. van Loey | 42 |
D.H. Smit: Adriaan Loosjes door Dr. M.H. de Haan (Leids proefschrift) | 181 |
Jc. Smit: Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der Heemskinderen door L.A.H. Albering (Gronings proefschrift) | 137 |
W.H. Staverman: Bloemlezing uit Ernest Staas door Fr. van Hooff | 185 |
C.L. Thijssen-Schoute: Petrarca in de Nederlandse letterkunde door Dr. Catha Ypes (Amsterdamse dissertatie) | 90 |
C.G.N. de Vooys: De Spellingkwestie. Voor den adel van de Nederlandsche taal door Dr. J. van Mierlo | 41 |
C.G.N. de Vooys: Willem Kloos. De mensch, de dichter, de kriticus door Dr. K.H. de Raaf | 89 |
M.H. van der Zeyde: Frederik van Eeden. Denker en Strijder, door Dr. H.W. van Tricht (Utrechtse dissertatie) | 327 |
KRONIEK EN KRITIEK.
L.J. Guittart: De uitspraak van het ‘Algemeen Beschaafd’ | 379 |
C.G.N. de Vooys: Het lot van, de vrouwelijke genitieven der, ener, mijner, enz. | 39 |
C.G.N. de Vooys: Redenaars als lezers en als sprekers. - Indeling van taal | 421 |
[pagina VII]
AANKONDIGINGEN EN MEDEDELINGEN.
Blz. | |
---|---|
Handelingen en Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde 1933-1934. - Het Vondel-museum. Zestiende verslag der Vereeniging 1932-1933. - Spreekonderwijs (C.B. van Haeringen) | 96 |
‘Festschrift’ voor Otto Behaghel (M. Schönfeld) - Archives de Phonétique Expérimentale (C.B. van Haeringen) | 139 |
Het dialect van Drechterland. - Systematisch en Alfabetisch Register van Plaatsnamen. - Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie, deel VIII. - Het Frans in Nederland gedurende de achttiende eeuw. - Bilderdijk en Vondel | 187 |
Mededelingen van het Frederik van Eeden-Genootschap. - Daniel Heinsius. - Bouwers aan eigen cultuur. - Globetrotters. - Herman Heyermans Herdenking. - Middelnederlandse Bloemlezing met Grammatika. - Alles wel aan boord. - Plattdeutsche Rechtschreibungslehre | 331 |
De Revius-uitgave voltooid. - Nederlandse voorbeelden van ‘volksetymologie’. - De sevenste bliscap van onser vrouwen. - De Beweging van Tachtig. - Versbouwleer. - Jan van Merchtene. - Een Afrikaanse Boekegids. - Dialektteksten. - Poirters: Het masker van de wereldt afgetrokken. - Ras en Taal. - Handelingen van het zestiende Philologen-congres. - Taalschut bij het onderwijs. - Ingekomen boeken voor het onderwijs | 425 |
BLADVULLINGEN.
L.A. te Winkel over de ‘regel der afleiding’ | 73 |
Multatuli en Hoffmann | 121 |
Zich brinsie maken? (M. Mendel) | 114 |
Taal en Poëzie in Zuid-Afrika (Verwey) | 222 |
Verwey over Vondel-waardering | 243 |
Verwey over humor | 253 |
G. Brom: Het Wilhelmus | 315 |
Volkshumor in een Middeleeuwse Bijbel | 332 |
F.A. Stoett: Op een anker te land raken | 411 |
UIT DE TIJDSCHRIFTEN.
De Gids | 44, 141, 189, 333, 380, 428 |
De Nieuwe Gemeenschap | 144, 189, 334 |
De Nieuwe Gids | 44, 141, 189, 428 |
De Vlaamsche Gids | 192, 334, 382, 429 |
De Stem | 44, 141, 189, 333, 381, 428 |
Den Gulden Winckel | 45 |
Dietsche Warande en Belfort | 48, 142, 192, 334, 381, 429 |
[pagina VIII]
Blz. | |
---|---|
Forum | 189 |
Germanisch-Romanische Monatsschrift | 336 |
Groot-Nederland | 44, 141, 189, 333, 380, 428 |
Het Boek | 191 |
Kultuurleven | 192, 384 |
Levende Talen | 46, 144, 335, 383, 431 |
Leuvensche Bijdragen | 382, 430 |
Museum | 48, 144, 192, 336, 384, 432 |
Neophilologus | 142, 336, 384, 432 |
Ons Eigen Blad | 48, 144, 192, 336, 384, 432 |
Ons Geestelijk Erf | 144, 336 |
Onze Taaltuin | 47, 143, 190, 334, 383, 431 |
Opbouw | 381, 429 |
Opwaartsche Wegen | 45, 142, 189, 333, 381, 428 |
Paedagogische Studiën | 144, 191, 335 |
Revue belge de Philologie et d'Histoire | 192 |
Roeping | 45, 142, 190, 333, 381, 429 |
Stemmen des tijds | 45, 142, 189, 381 |
Studiën, tijdschrift voor Godsdienst, Wetenschap en Letteren | 190, 429 |
Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde | 46, 144, 334, 382 |
Tijdschrift voor Taal en Letteren | 46, 335, 432 |
Tijdschrift voor Zedekunde en Opvoedingsleer | 383 |
Tydskrif vir Wetenskap en Kuns | 190, 384, 431 |
Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie | 47, 191, 334, 429 |
Vondelkroniek | 143, 336, 384, 432 |