Het Wilhelmus.
Ben it van Duitsen bloed,
De elleboog door de mouwen,
Terecht is er op gewezen, dat deze laatste regels oorspronkelijk geen parodie op ons volkslied bedoelden, maar een contaminatie vormden met een ander geuzelied op dezelfde wijs (E.T. Kuiper en P. Leendertz Jr., Het Geuzenliedboek, 1924, I, bl. X en 293). Hoe zo'n aanschouwelijke voorstelling van haveloosheid, waarmee juist de ‘geuzen’ vol leedvermaak de Spanjaarden bespotten, hier was blijven hangen, toont het geisoleerd optreden van dit citaat in Hooft's Schijnheiligh, waar van de alchimisten gezegd wordt: ‘Met dat volck is 't: den elleboogh door de mouwen, het hayr al door den hoedt’ (P.C. Hoofts Brieven, uitg.
J. van Vloten, 1857, III, 397).
G.B.