Aug. In een reeks van redevoeringen worden Peter Benoit en Emanuel Hiel gehuldigd.
Sept. Leon. Willems doet een mededeling over Vlaamsche polyphonische Kerstliederen van Willem van Messaus, een Antwerpse componist uit het begin van de zeventiende eeuw, die oude en nieuwe Kerstliederen vierstemmig bewerkte. - Een uitvoerige studie van Jozef Muls is gewijd aan De dichters der Schelde, beginnend met de Geuzenpoëzie en eindigend met de moderne dichters, zowel Nederlands als Frans schrijvende.
October. Leon. Willems biedt opnieuw een interessante reeks Lexicografische sprokkelingen, grotendeels zeldzame Middelnederlandse woorden en uitdrukkingen, die de uitleggers moeielijkheden opleverden.
Revue belge de Philologie et d'Histoire XIV No. 1. A. van Loey publiceert Nog fragmenten van een gesprekboekje, nl. een onbekend Brussels fragment van ± 1400, waarvan de tekst overeenkomt met een Haags handschrift uit het begin van de zestiende eeuw.
Kultuurleven VI. Stephanus M. Axters O.P. geeft een Schets van een geschiedenis der Nederlandsche scholastieke vaktaal, als inleiding op een later te verschijnen Latijnsch-Nederlandsch Scholastiek Woordenboek.
Dietsche Warande en Belfort. Maart. G.W. geeft een beknopt artikel Toussaint van Boelaere zestig jaar, waarin betoogd wordt dat het werk van deze schrijver, met zijn ‘precieuse verwikkeldheld’ van stijl, slechts ‘voor zeer weinigen’ is.
De Vlaamsche Gids. April. E. Bosschaerts beoordeelt Tuin van Eros en andere gedichten van Jan Engelman.
Ons Eigen Blad. Maart. Gerlach Royen bespreekt Pronominale puzzles (Personen), nl. het meervoudige vrouwelijke possessief hun naast haar.
Museum. Maart. J.W. Muller prijst de uitgave van De oudste Middelnederlandsche oorkonden door H. Obreen en A. van Loey, en hoopt op een vervolg. - G. Engels bespreekt het proefschrift van L.A.H. Albering; Jos. Schrijnen Enkele bloemnamen in Zuid-Nederlandsche dialecten. De beoordelaar voegt daaraan toe enige resultaten van eigen onderzoek op Noordelijk gebied.
April. Jos. Mansion beoordeelt met veel lot het verdienstelijke werk van Th. Frings: Germania Romana.
C.d.V.