[Themanummer 18
Drie nieuwe atlassen van de Nederlandse dialecten]
Een ‘special’ over dialectatlassen
Net op het ogenblik dat elektronisch consulteerbare corpora en databanken het mogelijk maken dat elke linguïst z'n eigen dialectatlas samenstelt en - bijgevolg - de vraag rijst of het nog wel zin heeft om papieren atlassen uit te geven, verschijnen er niet minder dan drie nieuwe atlassen van de Nederlandse dialecten: een fonologische (de FAND), een morfologische (de MAND) en een syntactische (de SAND). Al in april 2005 organiseerde Taal en Tongval een colloquium over die nieuwe atlasproducten. Per atlas kwam een ‘maker’ en een vroege kritische gebruiker aan het woord. De hier bijeengebrachte artikelen zijn daar grotendeels de neerslag van, hoewel een paar bijdragen (Van Oostendorp, Nübling en Hoekstra) er pas later bijgekomen zijn. Aldus kregen de makers de kans om hun aanpak toe te lichten en te beargumenteren, terwijl de gebruikers van het eerste uur de vrije loop konden geven aan hun kritische bedenkingen.
Op 23 juni 2005 zijn de drie atlassen dan ‘in natura’ aan een breed publiek voorgesteld. Dat gebeurde in Amsterdam ter gelegenheid van het derde ICLaVE-congres (International Conference on Language Variation in Europe).
De atlassen bevonden zich toen (en ook nu) in een verschillende fase van uitvoering. Van de FAND verscheen in 2005 het vierde en laatste deel (over het consonantisme), terwijl de MAND- en SAND-redacties toen hun eerste deel konden voorstellen. MAND I is gewijd aan de morfologie van nomina en aan de flexie van adnominale woorden. SAND I focust vooral op allerlei morfosyntactische aspecten van voegwoorden en pronomina. MAND II en SAND II zullen in 2008 verschijnen.
Voor meer details over opzet en uitvoering van de drie atlassen verwijzen we de lezer naar de inleidingen en/of de commentaren bij diverse delen.
Misschien ten overvloede wijzen we er nog op dat de drie atlassen naast een massa kaarten ook ontsluitend commentaar bevatten.