Taal en Tongval. Jaargang 53
(2001)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
[Themanummer 14
| |
[pagina 6]
| |
dialectgebieden af met eventuele subregio's. Tot slot wagen de auteurs zich aan een globale visie op de ontwikkeling van deze geografische verdeling. In de tweede bijdrage verricht Ton Goeman een vergelijkbaar onderzoek naar n-behoud en n-deletie in de dialecten van Nederland. Hij onderzoekt daarbij op basis van het GTP-materiaal de morfologische en fonologische effecten door middel van kaartbeelden, effectpatronen en sociale patronen. Die worden vergeleken met dezelfde effecten bij t-deletie en met de effecten die opereren in de standaardtaal. Daarover precies gaat de bijdrage van Hans van de Velde en Roeland van Hout. Zich baserend op een gesproken corpus, opgenomen bij leraren Nederlands, onderzoeken ze n-behoud of n-deletie in verschillende woordcategorieën en dat tegenover een verschillende fonologische rechter- of linkercontext. De verschillende combinatiemogelijkheden leveren een typologie op van zes sprekerstypes, die ook regionaal vrij duidelijk zijn verdeeld.
De twee volgende bijdragen zijn beperkter van opzet. Georges De Schutter beperkt zich tot één morfologisch aspect, nl. het nasale meervoudssuffix bij substantieven in de Nederlandse dialecten. Hij constateert 5 verschillende combinatiemogelijkheden van sjwa en -n, die volgens de kaarten ook alle vijf in de Nederlandse dialecten voorkomen. Twee daarvan hebben synchroon een sjwa-meervoud, waarbij het suffix met een verbindings-n uitgebreid kan worden.
De beperking in de bijdrage van Sera De Vriendt is ruimtelijk en fonologisch tegelijk. Hij onderzoekt de slot-n in het Brusselse dialect. Daarbij bekijkt hij verschillende woordsoorten in hun verschillende morfologische condities. Deze descriptieve analyse van het verschijnsel in één dialect werpt interactief een bijkomend licht op de beschouwingen van de voorgaande auteurs.
Door het aanleveren van nieuwe gegevens en het aanwenden van moderne onderzoeksstrategieën, die getuigenis afleggen van het peil van de huidige taalwetenschapsbeoefening in Nederland en Vlaanderen, verrijkt dit themanummer van Taal en Tongval de gangbare inzichten in een tot vandaag soms controversieel aspect met betrekking tot de uitspraak van het Nederlands. |
|