Taal en Tongval. Jaargang 49
(1997)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H. Scholtmeijer
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 InleidingZowel de eerste jaargang van Onze Taaltuin als de eerste jaargang van Taal en Tongval bevat een bijdrage over de realisaties van wgm. sk in de Nederlandse dialecten; kennelijk betreft het hier een verschijnsel dat de dialectologen nogal geïntrigeerd heeft. Deze interesse laat zich verklaren uit het feit dat we in het Nederlandse taalgebied drie verschillende vormen, met een duidelijke verdeling over de landkaart, tegenkomen.Ga naar voetnoot1 In het noord(west)en, dat wil zeggen Noord-Holland en Friesland met de aangrenzende gebieden, heeft in het geheel geen assimilatie plaatsgevonden; hier is [sk] gehandhaafd. In het grootste deel van het Nederlandse taalgebied heeft een geringe assimilatie plaatsgevonden, daar is de velaire occlusief een velaire fricatief geworden: [sx] (sch). Dit is ook de realisatie die we in de Nederlandse standaardtaal vinden. In het zuidoosten komt een vrij ver doorgevoerde assimilatie voor, in de vorm van een gemouilleerde [ʃ] (sj). Dit laatste gebied is in Nederland wat kleiner dan | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat van de [sk], maar het loopt wel over de staatsgrens heen; het Nederlandse verspreidingsgebied van de [ʃ] vormt onderdeel van een groot continuüm. Naast deze grote gebieden zijn er enclaves, in het [sx]-gebied, waar van de [sx] afwijkende vormen voorkomen. In het oosten van Noord-Brabant, niet eens zo ver van het Limburgse [ʃ]-gebied, vinden we de ‘noordwestelijke’ [sk]. Op de Veluwe en in de Gelderse Vallei, niet eens zo ver van bijv. Kampen met z'n [sk], vinden we de ‘zuidoostelijke’ [ʃ]. De kaart ‘schaap’ (afl. 4, no. 9) is zonder meer een van de merkwaardigste kaarten uit de Taalatlas. De vraag is natuurlijk hoe levensvatbaar de ‘afwijkende’ vormen zijn. In de grote, aaneengesloten gebieden lijken [sk] resp. [ʃ] redelijk resistent, of zelfs expansief. Stroop (1990:151) stelt dat de [sk] onder jongeren in Noord-Holland weer in opkomst is, en dat stemt overeen met mijn eigen observaties t.a.v. de Wieringermeer (Scholtmeijer 1993). Ook in het zuidoostelijke gebied is de [ʃ] op z'n minst bewaard, en misschien wel expansief (Stroop 1990:149). Maar in de enclaves lijken de afwijkingen meer bedreigd. Weijnen (1937:69) schrijft dat de [sk] in delen van de Noordbrabantse enclaveGa naar voetnoot2 terrein verliest. Voor het Veluwse gebied neemt Stroop (1990:147) aan dat de [ʃ] er aan het verdwijnen is. Hij baseert zich daarbij echter op een momentopname, i.c. de rnd. De lexicale difussie die daaruit naar voren komt, maakt het volgens hem niet moeilijk ‘de stelling te verdedigen dat ook de ʃ op zijn retour is ten gunste van de sx.’ Nu geloof ik ook wel dat lexicale diffusie een indicatie van een verandering (‘ongoing change’) is, maar het zal moeilijk blijven om uit een momentopname de richting en de snelheid van een verandering te bepalen. Wat de richting betreft: in Noord-Holland, waar toch ook wel sprake is van lexicale diffusie (in twaalf plaatsen), blijkt de [sk] nu juist weer toe te nemen. Wat de snelheid betreft: blijkens het woordenboek van het Bunschoten-Spakenburgs komt in dit dialect, veertig jaar na de optekening voor de rnd, de [ʃ] nog volop voor. Geïntrigeerd door het voortbestaan van het verschijnsel dat veertig jaar geleden in dit gebied - maar overigens niet in deze plaats - al aaa verandering onderhevig was, besloot ik na te gaan waar, behalve in Bunschoten en Spakenburg, de [ʃ]-uitspraak nu, aan het eind van de twintigste eeuw, nog | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meer voorkomt. Door een vergelijking met de rnd kan de naoorlogse ontwikkeling van de [ʃ]-verspreiding in dit gebied nauwkeurig in kaart worden gebracht. In feite kunnen we de ontwikkeling over een zelfs nog wat langere periode bekijken: dankzij Van Schothorst (1904) beschikken we ook over een meetpunt aan het begin van de twintigste eeuw, dat in de tijd dus ongeveer even ver vóór de rnd ligt, als het huidige onderzoek erna. Bovendien zijn er nog wat incidentele observaties over de verspreiding van de [ʃ]-uitspraak in de tijd voor Van Schothorst, d.w.z. de negentiende eeuw en eerder. Dit artikel zit als volgt in elkaar. Aan hand van schriftelijke bronnen en eigen observaties wordt de verspreiding van de [ʃ]-uitspraak beschreven
Op basis van een vergelijking van het bovenstaande wordt de ontwikkeling (in de tijd) van de ruimtelijkeGa naar voetnoot3 verspreiding van de [ʃ]-uitspraak geschetst. Ter afsluiting volgt dan een meer zijdelingse bespiegeling over de bijzondere aanwezigheid van [ʃ] in juist dit gebied. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 Voor 1900Hoe groot het [ʃ]-gebied in de tijd vóór de twintigste eeuw is geweest, weten we niet precies, maar het moet toen groter geweest zijn dan in latere tijden het geval was. Beets (1927:214) trof in een gedramatiseerd pamflet, in het stad-Utrechts dialect, uit 1710 de vorm wansjaapen aan. Zelf hoorde hij in zijn Utrechtse tijd, die in 1885 eindigde, dat de straatjongens, ‘inzonderheid de scholieren van de toenmalige ‘Haveloozen-School’ achter St. Pieter’ door anderen sjuumers genoemd werden (idem:214). Rond 1880 hoorde hij in de stad een sjep minse (‘menigte’) (Beets 1928:107).Ga naar voetnoot4 Voorde andere kant van het gebied concludeerde Kloeke ( 1924:164) op grond van hypercorrecte vormen in Hulshorst en Doornspijk, dat het gebied van de [ʃ]-uitspraak tot die plaatsen gereikt moet hebben.Ga naar voetnoot5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 Aan het begin van de twintigste eeuwDe verspreiding van de [ʃ]-uitspraak rond de eeuwwisseling is beschreven in de dissertatie van Van Schothorst (1904). Algemeen was deze uitspraak volgens hem in Barneveld (waar hij zelf vandaan kwam), Voorthuizen, Appel, Putten, Uddel,Ga naar voetnoot6 Garderen, Kootwijk, Stroe, Otterlo, Lunteren, De Glind, Scherpenzeel, Woudenberg, Leusden, Stoutenburg, Zwartebroek, Bunschoten, Spakenburg en Soest.Ga naar voetnoot7 In Nijkerk en Renswoude concurreert de [ʃ] met een andere uitspraak, hoogstwaarschijnlijk [sx]. In Ermelo, Harderwijk en Hierden trof Van Schothorst de [ʃ] maar een enkele maal aan. Nog noordelijker is deze uitspraak helemaal afwezig, namelijk in Hulshorst, Nunspeet, Doornspijk, Oldebroek en Elspeet. In het zuiden van het door Van Schothorst onderzochte gebied ontbreekt de [ʃ] ook, in Veenendaal, Ede en Schaarsbergen. In het westen is de [ʃ] afwezig in Amersfoort en Hoogland (kaart 1). Kaart 1: [ʃ]-plaatsen bij Van Schothorst (1904)
Op de taalkaart schaap die Van Ginneken (1933:313) tekende, neemt Amersfoort een duidelijke ‘hap’ uit het aaneengesloten [ʃ]-gebied. Winkler (1874-I:349) schrijft dat er in Amersfoort ‘veel modern hollandsch’ gesproken wordt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beets (1927: 214) vermeldt buiten het door Van Schothorst onderzochte gebied nog het voorkomen van [ʃ] te Driebergen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 Rond het midden van de twintigste eeuwVoor de kaart schaap uit de Taalatlas (afl.4, krt 9) zijn de opnamen gemaakt tussen 1932 en 1942; de opnamen zijn evenwel niet altijd even betrouwbaar, omdat men afhankelijk was van wat de informanten opschreven. ‘In de sj- en sk-gebieden is het aantal sch-opgaven waarschijnlijk groter dan met de werkelijkheid overeenstemt’, zo schrijft Daan (1963:41).Ga naar voetnoot8 Maar, zo schrijft ze: ‘Ook al zijn de sch-opgaven in de sk- en sj-gebieden niet plaats voor plaats juist, ze geven toch een indruk van het terugwijken van deze klanken voor de abn-sch.’ Op de kaart hebben in de provincie Utrecht alleen Bunschoten, Spakenburg, Eemdijk en Holevoet (bij Woudenberg) [ʃ], in Gelderland ligt het [ʃ]-gebied tussen Ermelo, Otterlo en Nijkerkerveen, maar Harskamp en Nijkerk (!) hebben [sx]. Nauwkeuriger en betrouwbaarder is waarschijnlijk de rnd, omdat in dit geval de samensteller zelf ter plaatse is geweest om de optekening te verrichten. De precieze verspreiding van de [ʃ]-uitspraak is nagegaan aan hand van deel 12 van de rnd, Gelderland en Zuid-Overijsel. In het deel Zuid-Holland en Utrecht komt anlautend [ʃ] niet voor, en dat betekent dat we Soest en ook Driebergen van de lijst met [ʃ]-plaatsen kunnen afvoeren. Het rnd-deel Gelderland en Zuid-Overijsel verscheen in 1973, maar de optekening in het westelijke gedeelte, door Hol verricht, moet minstens tien jaar eerder zijn gedaan. Rond 1950 richtte Blancquaert zich met het verzoek een atlas te maken tot co-auteur Entjes, en 1965 is het jaar waarin Hol overleed. Tussen die jaren moet het veldwerk verricht zijn. Bij de transcriptie ontbreekt een opname-datum, maar een indicatie wordt gevormd doordat het aantal inwoners van de plaats telkens gegeven wordt per 1 januari van een bepaald jaar. Dat jaar is niet altijd hetzelfde, maar valt wel altijd in het zesde decennium van deze eeuw. Hoe groot was het [ʃ]-gebied in de jaren vijftig, of de vroege jaren zestig? In de rnd komen in de aangeboden zinnen twaalf woorden voor met anlautend sch (anlautend is niet altijd aan het woordbegin: beschimmeld, beschermen, weddenschap). Bovendien is in zin 16 het aangeboden (ik ben) blij | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
soms vertaald met (ik heb) schik, en in zin 92 is richten soms vertaald met schieten. Verder kan in zin 42 de riviernaam Schelde ingevuld worden. Van al deze gevallen is nagegaan hoe de sch gerealiseerd wordt. In de rnd zijn twee plaatsen waar de sch steeds als [ʃ] uitgesproken wordt: Spakenburg en Scherpenzeel. Daar wordt Schelde ook met [ʃ] uitgesproken. In Barneveld heeft beschermen een [sx], en weddenschap komt in dit dialect niet voor. Schelde wordt nu (d.w.z. rond 1955) met [sx] uitgesproken. In 1914 was het echter Sjelde, zo wordt eraan toegevoegd, en dat wordt in verband gebracht met de verovering van Antwerpen, die toen plaatsvond. Deze riviernaam is toen misschien onderdeel van de dagelijkse conversatie geweest. In Nijkerk ontbreekt de [ʃ] in schip, schoolkinderen, schafttijd; het woord schreeuwde is niet vertaald. Schelde heeft wel weer [ʃ]. Van schip herinnert de informant (68 jaar) zich, dat zijn grootvader nog sjip zei. In een aantal andere plaatsen is de [ʃ] er nog wel, maar heeft in sterke mate concurrentie gekregen van de [sx]. In al deze plaatsen wordt Schelde met [sx] uitgesproken. In Maarsbergen is de [ʃ] nog aanwezig in schip, schipper, schepen, schoolkinderen (dit woord ook met [sx]), schafttijd, schreeuwde, schutter en schieten, dus in ongeveer de helft van de mogelijke gevallen. In de volgende plaatsen is dat veel minder. Den Ham (Hoogland) heeft [ʃ] in schip, beschimmeld en schipper, woorden uit zin 5 respectievelijk zin 7. Heeft men aan het begin van de sessie nog elke aangeboden sch keurig in [ʃ] omgezet, en is men dat later vergeten? Hoe dan ook, de positie van [ʃ] moet heel zwak zijn geweest. Verderop in de lijst treffen we [ʃ] nog aan in schaduw (zin 91, naast sx) en schieten (zin 92). Van school in zin 53 wordt gezegd dat de sch bijna als [ʃ] klinkt, maar die toevoeging ontbreekt bij schoolkinderen. In Otterlo verdwijnt de [ʃ] al na zin 7 (alleen schip, beschimmeld, schipper). Hier zou een fonologische factor een rol kunnen spelen, namelijk dat de palatale assimilatie alleen gehandhaafd is voor [I], al kan men zich afvragen waarom dat niet het geval is voor de eveneens palatale [e] of [i] (schepen, schieten). In Kootwijk staat de [ʃ] in het midden van de lijst, in schoolkinderen (zin 29, school in zin 53 heeft [sx]) en beschermen (zin 41). Hoef heeft [ʃ] alleen aan het begin van de lijst, in schip (zin 5, niet in beschimmeld), schipper (zin 7), schepen (zin 23) en schoolkinderen (zin 29). School in zin 53 heeft sx. Achterveld ‘naar de Barneveldse kant’ heeft [ʃ] in schepen, De Valk heeft [ʃ] in schoolkinderen en schafttijd, Wekerom in deze | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee woorden en bovendien in schip. Nu zijn Hoef, Achterveld, De Valk en Wekerom geen plaatsen die in de rnd systematisch zijn onderzocht. Deze informatie is boven tafel gekomen tijdens de sessies te Putten, Hamersveld en Lunteren, plaatsen met in geen enkel woord [ʃ]. Iedereen met ook maar een beetje veldwerkervaring weet hoe dat gaat: even doorvragen naar een verschijnsel, en dan komt ‘ja, dat wordt daar wel gezegd’. Het is niet denkbeeldig dat de [ʃ] in Hoef, Achterveld, De Valk en Wekerom in nog meer woorden voorkwam. Anderzijds bestaat er natuurlijk ook geen volledige zekerheid over het voorkomen van [ʃ] in die plaatsen.Ga naar voetnoot9 Resumerend: de [ʃ] is in de jaren vijftig aangetroffen in dan wel gerapporteerd uit (overwegend of incidenteel) Hoef, Nijkerk, Spakenburg, Den Ham (Hoogland), Achterveld, Barneveld, De Valk, Wekerom, Otterlo, Kootwijk Scherpenzeel en Maarsbergen. Dat betekent, dat ten opzichte van Van Schothorst (1904), dus in de eerste helft van de twintigste eeuw, een aantal plaatsen zijn [ʃ]-uitspraak is kwijtgeraakt. Naast het al eerder genoemde Soest is dat in het westen van het gebied Woudenberg; in het noorden Hierden, Harderwijk, Ermelo, Garderen, Stroe, Voorthuizen; in het zuiden Renswoude en Lunteren. Tegenover die inkrimping staat één uitbreiding: Hoogland, bij Van Schothorst geen [ʃ], heeft onder de naam Den Ham in de rnd in een aantal gevallen [ʃ] (kaart 2).
Kaart 2: [ʃ]-plaatsen in de RND (opnamen jaren vijftig)
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van sommige plaatsen weten we niet hoe de ontwikkeling is geweest, omdat ze òf bij Van Schothorst, òf in de rnd ontbreken. Het gaat hier om Appel, De Glind, Zwartebroek, Stoutenburg, De Valk, Wekerom, Hoef, Achterveld en Maarsbergen. Ondanks die ontbrekende gegevens kunnen we veilig concluderen dat de inkrimping van het [ʃ]-gebied, die al vóór de eeuwwisseling heeft ingezet, in de eerste helft van deze eeuw is gecontinueerd. Vooral aan de noordkant is er een groot areaal verdwenen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 Aan het eind van de twintigste eeuwOm te weten te komen wat de omvang van het [ʃ] -gebied nu zou zijn, met andere woorden of die inkrimping zich zou hebben voortgezet, heb ik in het najaar van 1995 een aantal tochten door het gebied ondernomen. In het spoor van, en geïnspireerd door HolGa naar voetnoot10 (zie bijv. Hol 1937:2-3) heb ik dat per fiets gedaan. In een dorp of buurtschap aangekomen, en soms ook langs een buitenweg bij een dorp, sprak ik dan een NORM aan - soms ook een NORF. Wanneer ik voldoende zeker was van mijn zaak, heb ik het bij die spreker gelaten, een enkele keer ben ik nog anderen gaan zoeken. De mensen werd gevraagd of zij uit de plaats kwamen, of zij het dialect spraken en zo ja, of zij enkele zinnetjes voor mij in het dialect wilden vertalen. Aan de sprekers werden elf zinnen ter vertaling voorgelegd: de elf zinnen uit de rnd waarin sch voorkomt (in zin 5 komt sch twee keer voor). Aanvankelijk had ik ook nog wat camouflage-materiaal in de vorm van extra zinnen (ook uit de rnd), maar al snel werd duidelijk, dat ik die niet nodig had: de constante in de zinnen viel niemand op. Aan het eind vroeg ik of men de [ʃ] ook kende, als deze niet uit de vertaling naar voren was gekomen. De plaatsen die ik heb bezocht, zijn Stoutenburg, Achterveld, De Glind, Scherpenzeel, Barneveld, Kootwijkerbroek, Terschuur, Zwartebroek, Hoevelaken, Hooglanderveen, Nijkerkerveen, Holkerveen, Nijkerk, Hoef, Appel, De Valk en Wekerom. Dat zijn de plaatsen waar Hol [ʃ] aangetroffen heeft, aangevuld met de plaatsen waar Van Schothorst [ʃ] noemt, maar die niet in de rnd voorkomen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maarsbergen, Otterlo en Kootwijk, plaatsen waar Hol (sporadisch) [ʃ] vond, heb ik niet in het onderzoek betrokken, omdat me gaandeweg duidelijk was geworden dat de grenzen van het [fʃ]-gebied inmiddels vóór deze plaatsen waren komen te liggen. Hoogland ligt tegenwoordig in de nieuwbouw van Amersfoort, en is daarom ook buiten beschouwing gebleven. Terschuur, Hooglanderveen en Holkerveen komen noch bij Van Schothorst, noch in de rnd voor, maar zijn nu in het onderzoek opgenomen om de grenzen van het [ʃ]-gebied zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen. Mijn bevindingen zijn als volgt. De [ʃ] is niet aangetroffen in Stoutenburg, Achterveld, De Glind, Scherpenzeel, Terschuur, Hoevelaken, Hoef, Appel en Wekerom. Uiteraard kan het zijn dat ik in die plaatsen niet de goede informanten heb getroffen (hoewel ze in sociologisch opzicht niet van de andere informanten afweken), maar ook uit andere plaatsen kreeg ik bevestigingen van de afwezigheid van [ʃ] in de genoemde dialecten. Zo wist men in Zwartebroek, een [ʃ]-plaats, dat in Terschuur, twee kilometer verderop, [sx] gezegd wordt. In Nijkerk en Barneveld bestaat de [ʃ] alleen nog in de herinnering van de informanten. Het gebruik van de [ʃ] werd opgetekend in Hooglanderveen, Holkerveen, Nijkerkerveen, Zwartebroek, Kootwijkerbroek en De Valk. De mate waarin [ʃ] voor komt, is echter per plaats verschillend, maar dat hangt misschien ook samen met de leeftijd van de informant. In Zwartebroek en Kootwijkerbroek, waar de [ʃ] relatief weinig voor komt, waren de informanten rond de zestig; in andere plaatsen zeventig of ouder. In Zwartebroek werd de [ʃ] alleen opgetekend in sjool (een woord dat men zich in andere plaatsen ook met [ʃ] herinneren kon) en sjàànd ‘schande’, dat niet in de rnd-lijst staat, maar spontaan gegeven werd. De informante was hier een 60-jarige huisvrouw. In Kootwijkerbroek vertaalde een 61 -jarige rietdekker de woorden school, schreeuwen en schaften met [ʃ], in de conversatie die op het interview volgde, noteerde ik verder nog versjillend. Bij Hooglanderveen, Holkerveen, Nijkerkerveen en De Valk kan men eenvoudiger vermelden welke woorden niet met [ʃ] werden uitgesproken. In Hooglanderveen waren dat bij een 70-jarige gepensioneerde medewerker van de inmiddels gesloten coöperatieve meelfabriek de woorden schepen, beschermen, schieten en schaduw. Weddenschap komt volgens hem in het Hooglanderveens niet voor. Een 80-jarige boerin uit Holkerveen had geen [ʃ] in beschimmeld (in de vorm verschimmeld, het prefix is authentiek) en schieten. De 72-jarige melkboer uit Nijkerkerveen had geen [ʃ] in schepen en beschermen; wedden- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schap is hier niet bekend. Weddenschap werd wel, in de vorm weddingsjap, vertaald door een 78-jarige boerenknecht uit De Valk. Bij hem hadden alleen schepen en schutter geen [ʃ]. Tegenover deze betrekkelijk zeldzame gevallen van [sx] staat een weelde aan [ʃ]-vormen in de spontane conversaties die rond het vragenlijstje plaatsvonden. Het gebruik van de [ʃ] is hier nog springlevend, althans bij deze (oude) informanten. Met het Bunschoten-Spakenburgs (en het daar bijbehorende Eemdijks) beslaat het [ʃ]-gebied nu een smalle, langgerekte strook die door het hart van de Gelderse Vallei loopt. Beginnend bij Spakenburg loopt dat gebied over de Venen tussen Amersfoort en Nijkerk en over Zwartebroek en Kootwijkerbroek naar De Valk; ongeveer 25 kilometer lang en maar enkele kilometers breed (kaart 3). Kaart 3: [ʃ]-plaatsen in 1995
Niet geheel onverwacht is het aan weerskanten ‘oprollen’ van het [ʃ]-gebied, een proces dat vóór 1950 al ingezet was, ook in de tweede helft van de twintigste eeuw gecontinueerd. Gezien de drastische inkrimpingen die vóór 1900 en tussen 1900 en 1950 hebben plaatsgevonden, kan men zich er eerder over verbazen dat de [ʃ] überhaupt nog bestaat. Sterker nog, over de noordwest-zuidoost lopende lengte-as is in al die jaren amper gebied prijsgegeven. Wie het al niet grote [ʃ]-gebied dat uit de rnd naar voren komt, vergelijkt met het huidige [ʃ]-gebied, constateert in de eerste plaats dat Nijkerk, Barneveld en Scherpenzeel uit de rij met [ʃ]-dialecten zijn verdwenen. Dat | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zijn plaatsen die in de afgelopen decennia een enorme ontwikkeling hebben doorgemaakt (Barneveld, bij voorbeeld, groeide tussen 1953, het jaar van de rnd-opneming, en 1994 van 10.000 naar 23.500 inwoners), veel import hebben zien komen en nog meer dan voorheen een streekfunctie hebben gekregen. De plaatsen waar de [ʃ]- bewaard is gebleven, zijn, afgezien van Spakenburg-Bunschoten, kleine gesloten gemeenschappen met een hoofdzakelijk agrarische beroepsbevolking. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6 ConclusieIn de twintigste eeuw is het gebied met de [ʃ]-uitspraak, dat ten opzichte van de negentiende eeuw al teruggelopen was, weer flink wat kleiner geworden. De volgende tendensen kunnen daarbij onderscheiden worden:
Natuurlijk zijn de beide tendensen niet altijd duidelijk te onderscheiden. De stad Utrecht lag in de vorige eeuw aan de rand van het [ʃ]-gebied, en het verdwijnen van de [ʃ] aldaar is misschien niets anders dan het zich ‘terugtrekken’ van de isoglosse, maar kan ook met de verstedelijking te maken hebben. Misschien hebben beide ontwikkelingen elkaar wel versterkt, en heeft het stadsdialect, met zijn afkeer van primaire (d.w.z. opvallende, vgl. Schirmunski 1930:183-184) taalvormen, het terugwijken van de isoglosse bevorderd. Maar Amersfoort ligt nog midden in het [ʃ]-gebied als daar de [ʃ] verdwijnt, zodat we wel moeten aannemen dat daar de factor verstedelijking een doorslaggevende rol heeft gespeeld. Ook bij de naoorlogse verstedelijking van sommige plaatsen op het platteland weten we niet zeker of urbanisatie wel de enige of zelfs maar overheersende factor is geweest in het verdwijnen van de [ʃ]. Nijkerk en Scherpenzeel lagen aan de rand van het toenmalige [ʃ]-gebied, en het verdwijnen van de [ʃ] kan dan ook opgevat worden als het kleiner worden van het [ʃ]-areaal, ruimtelijke inkrimping | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dus. Maar voor Barneveld, dat midden op de [ʃ]-strook ligt, gaat die laatste verklaring beslist niet op, en moeten we wel aan verstedelijking denken. Voor de oorlog is het [ʃ]-gebied vooral in ruimtelijk opzicht kleiner geworden, na de oorlog, als het platteland geürbaniseerd raakt, verliezen de dialecten van de grotere plaatsen (mede) onder invloed van de verstedelijking hun [ʃ]. Het resultaat is, dat aan het einde van de twintigste eeuw alleen de kern van het oorspronkelijke [ʃ]-gebied de [ʃ] bewaard heeft, en daarin uitsluitend de kleine, gesloten gemeenschappen. Wellicht is die ontwikkeling exemplarisch voor het traditionele plattelandsdialect in het Nederland van de twintigste eeuw. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7 Ter afsluitingNaar alle waarschijnlijkheid zijn er maar weinig dialectverschijnselen waarvan we de ontwikkeling in de verspreiding zo op de voet kunnen volgen als de [ʃ] in de provincies Gelderland en Utrecht. Die ontwikkeling zelf is, gelet op het feit dat de [sx] niet alleen in de omringende dialecten maar ook in de standaardtaal voorkomt, en de hoge opvallendheid van de [ʃ], evenwel nauwelijks verrassend te noemen. Veel merkwaardiger is eigenlijk het volgende. Algemeen bestaat er in de Westgermaanse talen een tendens tot assimilatie van de consonantverbinding sk, maar het (al dan niet voorlopige) produkt van die assimilatie is niet steeds hetzelfde. In de ons omringende talen is dat produkt [ʃ]. In het Nederlands leidt assimilatie van sk tot [sx]. Temidden van het Duits en het Engels neemt het Nederlands, en de meeste van zijn dialecten, daarmee een uitzonderlijke positie in. En dan is daar opeens, werkelijk in het hart van het Nederlandse taalgebied, een gebiedje waar men besloten heeft palataal te assimileren, met als assimilatieprodukt [ʃ]. Is deze assimilatie een autonoom verschijnsel geweest, of hoorde de Gelders-Utrechtse [ʃ] oorspronkelijk bij het zuidoostelijke [ʃ]-gebied, en is het door latere ontwikkelingen hiervan afgesneden? Is de [ʃ] meegenomen door Limburgers die zich hier ooit gevestigd hebben? Feit is, dat de dialecten van Oost-Utrecht en het aangrenzende Gelderland meer eigenschappen dan alleen de [ʃ] met de zuidoostelijke dialecten delen (zie daarvoor ook mijn artikel over het Bunschoten-Spakenburgs). Dat de [ʃ] uit dit gebied verdwijnt is, gelet op de algemene ontwikkelingen in de Nederlandse dialecten, wel verklaarbaar; maar hoe de [ʃ] in dit gebied terecht is gekomen, is nog altijd een raadsel. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|