| |
| |
| |
Har Brok
Publikaties over plantnamen in Nederland, Nederlandstalig België en Frans-Vlaanderen
- 6de aanvulling -
Eerdere aanvullingen op de bibliografie ‘Publikaties over plantnamen in Nederland en Nederlandstalig België’ in de reprint van H. Heukels' Woordenboek der Nederlandsche volksnamen van planten (Amsterdam 1987) verschenen in Taal en Tongval 40 (1988), 72-79, 41 (1989), 168-175, 42 (1990), 165-175, 44 (1992), 76-86 en 45 (1993), 82-93, afgesloten op 3 juni 1993. Deze zesde aanvulling omvat naast recent verschenen studies, woordenlijsten en kaarten ook weer aanvullingen en recente herdrukken.
Zoals gebruikelijk bestaat de lijst uit twee rubrieken: 1. Studies en woordenlijsten (alfabetisch op auteur) en 2. Taalkaarten [= *] (alfabetisch op plant), tevens Register op rubriek 1 [= ·]. Auteurs met jaar van publikatie in de tweede rubriek worden in de eerste voluit gegeven. Bij de taalkaarten zijn de volgende afkortingen gebruikt: ing: ingeschreven kaart, iso: isoglossenkaart, symb: symbolenkaart en vlak: vlakkenkaart. Om ruimte te besparen is verder J. Kruijsen / J. Goossens / H. Brok, Woordenboek van de Limburgse dialecten. Deel I, Aflevering 5: Verbouw van knol- en andere gewassen. Assen 1994 afgekort tot Kruijsen 1994. De materiaalverzameling werd afgesloten op 8 september 1994.
| |
1 Studies en woordenlijsten
ACKER, L. van, ‘Zaailingen als aardappelnaam’, in: Biekorf 73 (1972), 352-353. || Aardappel |
[BAERT, G.], ‘Zantekoorn uit de Leiestreek. Houtnamen’, in: Biekorf 58 (1957), 26. Naar aanl. hierv. J. Rabau, ‘Houtnamen’, t.a.p. 58 (1957), 60, en: A. Bonnez, ‘Berstebeiers’, t.a.p. 58 (1957), 95. || Vuilboom |
BROK, H., 1991.
rec.: F. de Tollenaere - Taal en Tongval 45 (1993), 95-99.
P. Seidensticker - Zeitschrift für Dialektologie und Linguistik 61 (1994), 100-106.
R. Jansen-Sieben - Volkskundig Bulletin 20 (1994), 177-179. |
| |
| |
BROK, H., 1991. ‘Publikaties over plantnamen in Nederland, Nederlandstalig België en Frans-Vlaanderen. 5de aanvulling’, in: Taal en Tongval 45 (1993), 82-93. || Bibliografie |
BROK, H., 1991. ‘De bloeitijd in de volksnamen van planten’, in: Correspondenten Contact P.J. Meertens-Instituut 4 (1993), 24-29. |
BROK, H., 1991. Van vergeet-me-nietje tot gebroken hartje. Over de herkomst van bloemen plantnamen in de Nederlandse taal. 's-Gravenhage 1993.
rec.: [?]: - De Pook. Le fil floral. Florist Magazine nr. 2 (1994), 25.
[?]: ‘Van paardeblazer tot pis-au-lit’, in: Seasons 2 (1994) nr. 1, 29.
B.P.M. D[ongelmans]: ‘Van aalkruid tot zwijn-met-biggen’, in: Dokumentaal 23 (1994), 43.
N.v[an] d[er] S[ijs] - Trefwoord nr. 7 (1994), 92-93.
P. Bekkering: ‘Paardezeiker, pisplant en pispotje. Boek over rake namen voor bloemen en planten’ in: Alledaagse dingen. Tijdschrift over volkskultuur in Nederland 1 (1994), 26-27. |
BUWALDA, S.H., ‘Plante-namen’, in: -: 's Bildtse boek. 'n Systematys oversicht fan 'e meest foorkomende Bildtse woorden. St.-Anne [1983], 41-43. || Woordenlijst ['t Bildt] |
CLAES s.j., F., ‘Hagelandse woorden: sloren en sloorzaad’, in: Oost-Brabant. Heemkundig tijdschrift van het Hageland en omgeving (...) 31 (1994), 79-80. || Koolzaad || Raapzaad |
DEBRABANDERE, F., ‘Hees(t), Heis(t), Heester(t) en Estre’, in: De Leiegouw 35 (1993), 179-186. || Beuk |
DIEDEREN, E. / E. Tielemans, ‘Dialectnamen van planten in Valkenburg e.o.’, in: Veldeke 68 (1993), 76-79. Met korrekties door H. Cr[ompvoets] in Idem, 154. || Woordenlijst [Valkenburg] |
DOOL, D. van den, ‘Wie kent ze nog..... de dialectnamen van planten, dieren en bomen?’, in: Geschiedkundige Vereniging Giessenburg en Schelluinen 1 (1980) nr. 4, 19. || Woordenlijst [Giessenburg, Schelluinen] |
J.D.W., ‘Vinkkoorden’, in: Biekorf 41 (1935), 105-107. Naar aanl. van: R.S.: ‘Vinke-koorden’ t.a.p. 41 (1935), 87. Naar aanl. hierv. J. de Langhe: ‘Dodoens over vinkkoorde of maagdenkruid’ t.a.p. 41 (1935), 164-165. || Wilde liguster || Kleine maagdenpalm |
HALM, H. van, ‘Een leuke-namentuintje’, in: Mens en Natuur 44 (1993), nr. 4, 69-70. || Algemeen |
HEERSCHAP, P., ‘Ouddorpse planten- en dierenbenamingen’, in: Nehalennia afl. 97 (1993), 3-6. || Woordenlijst [Ouddorp] |
HOEK, H. van, ‘Het Deurnes dialect II. Planten en bloemennamen’, in: D'n Uytbeyndel nr. 29 (1994), 15-20. || Woordenlijst [Deurne] |
| |
| |
HOPPENBROUWERS, C., ‘Over èlper, petraze en aardappels’, in: B. van Bakel / P.-A. Coppen / P. Rolf (red.): Zin dat het heeft. Een liber amicorum voor Jan van Bakel. Nijmegen [1993], 15-22. || Aardappel |
KLEUSI(E)N [ps. van K. Rotstein-Van de Brink], ‘Bloemennamen uit het Zalkse. I’, resp. ‘Bloemennamen uut het Zalkse. II’, in: De Moespot 21 (1978) nr. 98, 28; nr. 99, 24. || Woordenlijst [Zalk] |
LANGHE, J.E., ‘Over ote en ate’, in: Biekorf 93 (1993), 240-241. || Wilde haver |
MUYLDERMANS, L., ‘Volksnamen van planten, opgetekend ten Zuiden van Leuven’, in: Meer Schoonheid. Driemaandelijks tijdschrift voor kunst-, heem- en natuurschoon 13 (1966) nr. 4, 20-25. || Woordenlijst [Leuven-Z] |
ROUKENS, W., ‘Uit de werkplaats van het Limburgsche woordenboek. I’, in: Veldeke 9 (1934-35), 458-460. || Bosbes |
SLUIJS, A., ‘Bloume. Bloemen rond het huis’, in: -: Mien dialek. Sjpele met weurd en gezekdes in òs taal. Sittard 1993, 91. || Woordenlijst [Sittard] |
TAELDEMAN, J., ‘De beuk in de Nederlandse dialecten: een klankgeografisch buitenbeentje’, in: S. Predota (ed.): Studia Neerlandica et Germanica. Wroclaw [= Acta Universitatis Wratislaviensis nr. 1356] 1992, 435-460. || Beuk |
TEIRLINCK 1930.
rec.: E. N[eylants] - Biekorf 37 (1931), 29. |
TIMMER, T., ‘Die Texelschen Pflanzennamen’, in: J. Reydon / A. Dijksen: Wildpflanzen von Texel. Den Burg - Texel 1986, 9-13. Vertaling van Timmer 1982. || Woordenlijst [Texel] |
TOLLENAERE, F. de, ‘Etymologica: ‘angelier’, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 109 (1993), 166-168. || Anjer |
V., ‘Enkele volksnamen van planten (Meenen)’, in: Oostvlaamsche Zanten 23 (1948), 144 en 160. || Woordenlijst [Menen] |
VANDENBUSSCHE 1955.
rec.: P. [van de] V[ijvere] - Biekorf 57 (1956), 52-55. |
VEENDORP, H., ‘Wilg, werf, wirf, of warf (Local dutch names of the Willow)’, in: Jaarboek Nederlandse dendrologische Vereniging 18 (1950-51), 84-86. || Wilg |
VIJVERE, P. van de, ‘Van dokkewortels en dokkebladeren gesproken’, in: Biekorf 49 (1948), 59-62. Naar aanl. van M.D.: ‘Dokkewortels’ t.a.p. 49 (1948), 23-24. || Ridderzuring |
VIJVERE, P. van de, ‘Peerdezurkelwortel. I. “Peerdezurkel” in de plantenkunde, II. “Peerdezurkel” in de volksgeneeskunde’, in: Biekorf 49 (1948), 107-112. Bewer- |
| |
| |
king van een eerdere versie in Het Apothekersblad 3 (1944), 30 ev. en 47 ev. || Ridderzuring |
V[IJVERE], P. [van de], ‘Volksnamen in de apotheek. Bij het nieuwe repertorium van Apotheker L. Vandenbussche’, in: Biekorf 57 (1956), 52-55. Naar aanl. van Vandenbussche 1955. || Algemeen |
WEIJNEN, A., ‘La carte typologique des dénominations du pommier en Europe’, in: Études de dialectologie et de géolinguistique offertes à Gaston Tuaillon. Volume II. Grenoble 1989, 592-605. || Appelboom |
[Werkgroep dialecten]: In en um de boerdereij. [Lieshout 1992], 28-31. || Woordenlijst [Lieshout] |
WERSCH, van, 1979.
rec.: A. Vanneste - Boekengids 57 (1979), 667-668.
v. W[outers] - De Boer en de Tuinder 87 (1981) nr. 7, 51. |
WIJNEN, F. / L. Grubben: ‘Dialect en flora en fauna’, in: F. Wijnen: Maasbree. Dorp tussen Peel en Maas. Maasbree 1983, 110. || Woordenlijst [Maasbree] |
| |
2 Kaarten en register op 1
Aardappel
•ACKER, van, 1972. |
*CORNELISSEN, G. / A. Schaars / T. Sodmann: Dialekt à la carte: Dialektatlas Westmünsterland - Achterhoek - Liemers - Niederrhein. Doetinchem / Köln / Vreden 1993. || Krt. 3 ‘Aardappel / Kartoffel’: O.-Gelderland en aangrenzend Duits gebied (symb) |
*HOPPENBROUWERS 1993. || Figuur 1: ‘Aardappelkaart’: Ned. taalgebied (vlak)
Gebaseerd op: Lecoutre / Grootaers 1941 met kleine aanpassingen (= Grootaers 1926). |
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 1 ‘Aardappel (Solanum tuberosum L.)’, krt. 2 ‘Zeer grote aardappelen’, krt. 3 ‘Zeer kleine aardappelen’, krt. 6 ‘Aardappelstruik’, krt. 7 ‘Aardappelloof’, krt. 8 ‘Besjes aan de aardappelplant’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
*RAKERS, A. [H. Entjes / H. Niebaum (Hrsg.)], Mundartatlas der alten Grafschaft Bentheim. Sögel 1993. || Krt. 132 ‘Kartoffeln’: O.-Overijssel, ZO.-Drente en aangrenzend Duits gebied (iso, ing) |
|
Aardbei
*HEEROMA, K., Taalatlas van Oost-Nederland en aangrenzende gebieden. Assen [1963]. || Krt. 27 ‘Aardbei’: O.-Nederland en aangrenzend Duits gebied (symb)
|
|
| |
| |
Vereenvoudigd ook in: H. Niebaum, ‘Die Ems Dollart Region als Sprachraum in Geschichte und Gegenwart’, in: O.S. Knottnerus e.a. (red.), Rondom Eems en Dollard. Historische verkenningen in het grensgebied van Noordoost-Nederland en Noordwest-Duitsland. Groningen / Leer 1992, 256-265. || Krt. 1 (alleen de isoglosse erdbeere) |
|
Anjer
|
Appel
*RAKERS, A. [H. Entjes / H. Niebaum (Hrsg.)], Mundartatlas der alten Grafschaft Bentheim. Sögel 1993. || Krt. 28 ‘Äpfelchen’: O.-Overijssel, ZO.-Drente en aangrenzend Duits gebied (iso, ing) |
|
Appelboom
*WEIJNEN 1989 || Blz. 604 ‘Pommier’: Europa (symb) |
|
Asperge
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 54 ‘Asperge (Asparagus officinalis L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Bes
*RAKERS, A. [H. Entjes / H. Niebaum (Hrsg.)], Mundartatlas der alten Grafschaft Bentheim. Sögel 1993. || Krt. 66 ‘“Beeren” (Mehrzahl)’: O.-Overijssel, ZO.-Drente en aangrenzend Duits gebied (iso, ing) |
|
Beuk
•DEBRABANDERE 1986. |
*TAELDEMAN 1992 || Krt. 2 (alleen het vokalisme): ‘Wgm. ô + uml.f.: Beuk’: Ned. taalgebied (symb) |
|
Biet
*DAAN, J. / H. Heikens, Dialectresistentie bij kleuters en eersteklassertjes (...). Amsterdam [BMDC 48] 1976. || Blz. 42, krt. 4 ‘Biet / kroot’: Ned. taalgebied (vlak, ing) |
|
Biet, rode
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 32 ‘Rode biet (Beta vulgaris L. var. rubra L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Boekweit
*LEENDERS, K.A.H.W., ‘Zuiddorpe en de boekweit’, in: A.M.J. de Kraker / H. van Royen / M.E.E. de Smet (red.), ‘Over den Vier Ambachten’. 750 jaar Keure. 500 jaar Graaf Jansdijk. Kloosterzande 1993, 263-268. || Blz. 264 ‘Verbreiding van de naamfamilies van de boekweit’: Europa (ing. vlak) |
|
| |
| |
Bosbes
•ROUKENS 1934-35. |
*NELDE, P.H.(Hrsg.), Wortatlas der deutschen Umgangssprachen in Belgien. Bern / Stuttgart 1987. Bd. 1. || Krt. 53 ‘die Heidelbeere’: Ten zuiden van Ned. Limburg (symb) |
|
Braam(-bes)
*BLOEMHOFF, H. / Z. Kuiters-Keizer / G. Lantinga: Kursus Stellingwarfs veur beginners. Oosterwoolde 1990. || Ofb. 5 ‘Brommel, Brummel’ (alleen deze types): Stellingwerven (vlak) |
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 71 ‘Braam (Rubus fruticosus L.)’, krt. 72 ‘Braambessen’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Brandnetel
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 73 ‘Brandnetel (Urtica L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Dovenetel
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 74 ‘Dovenetel (Lamium L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Eik
*LOEY, A. van, ‘Over Westmnl. ê/ ei’, in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1967, 31-85. || Krt. na blz. 24 ‘Eik’ (alleen het vokalisme): Oost-Vlaanderen en Brabant (iso). |
|
Els
*FRINGS, Th. / G. Lerchner, Niederländisch und Niederdeutsch. Aufbau und Gliederung des Niederdeutschen. Berlin [Sitzungsberichte der Sähsischen Akademie der Wissenschaften zu Leipzig, Philologisch-historische Klasse, Bd. 110, Heft 6] 1966. || Krt. 15 ‘Erle Else’: Ned. taalgebied (ing. vlak)
Ook in: R. Grosse, ‘Soziolinguistische Bemerkungen zu den niederländischen Sprachspuren im Thüringischen und Nordobersächsischen’, in: H. Hip (red.): Niederlandistik und Germanistik: Tangenten und Schnittpunkte. Festschrift für Gerhard Worgt zum 65. Geburtstag. Frankfurt am Main / Berlin / Bern / New York / Paris / Wien 1992, 31-42. || Blz. 40 ‘Erle Else’: Ned. taalgebied (ing. vlak) |
|
Erwt
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 55 ‘Erwt, algemeen (Pisum L.)’ (alleen het vokalisme): Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
| |
| |
Fluitekruid
*BROK 1991.
Krt. 2.2.3 ook in: Brok 1993. || Blz. 62 ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlands taalgebied’: Friesland en omg. (symb) |
|
Gras
*RAKERS, A. [H. Entjes / H. Niebaum (Hrsg.)], Mundartatlas der alten Grafschaft Bentheim. Sögel 1993. || Krt. 87 ‘Gras’: O.-Overijssel, ZO.-Drente en aangrenzend Duits gebied (iso, ing) |
|
Haagwinde
*BROK 1991.
Krt. 2.2.3 ook in: Brok 1993. || Blz. 62 ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlands taalgebied’: Friesland en omg. (symb) |
*BROK 1993. || Blz. 33 ‘Haagwinde’ (alleen het type haagwinde, hagewinde), blz. 50 ‘Haagwinde’ (alleen het type pispot(je)): Ned. taalgebied (symb) |
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 70 ‘Haagwinde (Calystegia sepium (L.) R. Br.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Haver, wilde
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 59 ‘Oot, wilde haver (Avena fatua L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
•LANGHE, de, 1993. |
|
Heermoes
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 66 ‘Heermoes (Equisetum arvense L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Hennep
*BROK 1973.
Ook in: Brok 1993. || Blz. 100 ‘Hennep (Cannabis sativa L.)’: Ned. taalgebied (vlak) |
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 56 ‘Hennep (Cannabis sativa L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Herik
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 62 ‘Herik (Sinapis arvensis L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Hondsroos
*MITZKA, W., ‘Stämme und Landschaften in deutscher Wortgeographie’, in: F. Maurer / F. Stroh: Deutsche Wortgeschichte. Bd. II. Berlin 1959 (=2de druk), 561-613. || Blz. 587 (alleen het type Flatterrose): NO.-Nederland en aangrenzend Nederduitse taalgebied (iso)
Ook in: F. Maurer / H. Rupp: Deutsche Wortgeschichte. Bd. II. Berlin / New York 1974 (=3de druk), 647-698. || Blz. 669. |
|
| |
| |
Kervel, dolle
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 75 ‘Dolle kervel (Chaerophyllum temulum L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Klaproos
*BROK 1991.
Krt. 2.2.3 ook in: Brok 1993. || Blz. 62 ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlands taalgebied’: Friesland en omg. (symb)
Krt. 2.3.2 ook in: Brok 1993. || Blz. 14 ‘Klaproos (Papaver rhoeas L.)’: Ned. taalgebied (symb) |
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 68 ‘Klaproos (Papaver rhoeas L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Klaver
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 43 ‘Klaver, algemeen’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
*RAKERS, A. [H. Entjes / H. Niebaum (Hrsg.)], Mundartatlas der alten Grafschaft Bentheim. Sögel 1993. || Krt. 96 ‘Klee’: O.-Overijssel, ZO.-Drente en aangrenzend Duits gebied (iso, ing) |
|
Klaver, witte
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 44 ‘Witte klaver, steenklaver (Trifolium repens L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Knolraap
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 35 ‘Knolraap (Brassica rapa L. var. rapa): Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Komkommer
*HILDEBRANDT, R., ‘Atlas Linguarum Europae (ALE): Europäische Wortgeschichte am Beispiel “concombre / cucumber / Gurke”’, in: W. Viereck (red.): Historische Dialektologie und Sprachwandel/Sprachatlanten und Wörterbücher. (= Verhandlungen des Internationalen Dialektologen-kongresses Bamberg, 29.7 - 4.8.1990. Bd. 2). Stuttgart [ZDL Beihefte 75] 1993, 122-131. || Blz. 124 ‘Wortkarte ‘Gurke, concombre, cucumber’: Europa (ing) |
|
Kool, rode
*NELDE, P.H. (Hrsg.), Wortatlas der deutschen Umgangssprachen in Belgien. Bern / Stuttgart 1987. Bd. 1. || Krt. 58 ‘der Rotkohl’: Ten zuiden van Ned. Limburg (symb) |
|
| |
| |
Kool, witte
*NELDE, P.H. (Hrsg.), Wortatlas der deutschen Umgangssprachen in Belgien. Bern / Stuttgart 1987. Bd. 1. || Krt. 57 ‘die Weißkohl’: Ten zuiden van Ned. Limburg (symb) |
|
Koolraap
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 33 ‘Koolraap (A) (Brassica napus L. subsp. rapifera), krt. 34 ‘Koolraap (B) (Brassica napus L. subsp. rapifera): Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Koolzaad
•CLAES 1994. |
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 49 ‘Koolzaad (Brassica napus L. subsp. oleifera)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Korenbloem
*BROK 1991.
Krt. 2.2.3 ook in: Brok 1993. || Blz. 62 ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlands taalgebied’: Friesland en omg. (symb) |
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 69 ‘Korenbloem (Centaurea cyanus L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Kweek
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 67 ‘Kweek (Elymus repens L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
*MITZKA, W., ‘Stämme und Landschaften in deutscher Wortgeographie’, in: F. Maurer / F. Stroh: Deutsche Wortgeschichte. Bd. II. Berlin 1959 (=2de druk), 561-613. || Blz. 594 (alleen het type Peune): NO.-Nederland en aangrenzend Nederduitse taalgebied (iso)
Ook in: F. Maurer / H. Rupp: Deutsche Wortgeschichte. Bd. II. Berlin / New York 1974 (=3de druk), 647-698. || Blz. 675. |
|
Liguster, wilde
|
Lupine, gele
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 45 ‘Gele lupine (Lupinus luteus L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Maagdenpalm, kleine
|
Madeliefje
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 77 ‘Madeliefje (Bellis perennis L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
| |
| |
Melganzevoet
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 63 ‘Melganzevoet (Chenopodium album L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Muurbloem
*BROK 1991.
Krt. 2.2.3 ook in: Brok 1993. || Blz. 62 ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlands taalgebied’: Friesland en omg. (symb) |
|
Nachtschade, zwarte
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 60 ‘Zwarte nachtschade (Solanum nigrum L. subsp. nigrum)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Onkruid
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 57 ‘Onkruid, algemeen (1)’, krt. 58 ‘Onkruid, algemeen (2)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
*KRUIJSEN, J., ‘Uit het Woordenboek van de Limburgse Dialecten: Kruid’, in: Veldeke 69 (1994), 72-75. || Blz. 75 ‘Kruid’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Oot: zie Haver, wilde |
Paardebloem
*BROK 1991.
Krt. 2.2.3 ook in: Brok 1993. || Blz. 62 ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlands taalgebied’: Friesland en omg. (symb) |
*BROK 1993. || Blz. 72 ‘Paardebloem’ (alleen de benamingen met pis- en zeik-): Ned. taalgebied (symb) |
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 78 ‘Paardebloem (Taraxacum officinale Wiggers, s.s.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb). |
|
Peen
*DAAN, J. / H. Heikens, Dialectresistentie bij kleuters en eersteklassertjes (...). Amsterdam [BMDC 48] 1976. || Blz. 41, krt. 3 ‘Wortel / peen’: Ned. taalgebied (vlak, ing) |
|
Perzikkruid
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 65 ‘Perzikkruid (Polygonum persicaria L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Pinksterbloem
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 76 ‘Pinksterbloem (Cardamine pratensis L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
| |
| |
Pioen
*BROK 1993. || Blz. 28 ‘Pioen. Benamingen met Cornelis-, Krelis- en Knelis’: Ned. taalgebied (symb) |
|
Raap, gele
*NELDE, P.H. (Hrsg.), Wortatlas der deutschen Umgangssprachen in Belgien. Bern / Stuttgart 1987. Bd. 1. || Krt. 56 ‘die Möhre’: Ten zuiden van Ned. Limburg (symb) |
|
Raapzaad
|
Ridderzuring
|
Rogge
*TAELDEMAN, J., ‘De dialecten van de Vier Ambachten. Een historische en geografische situering’, in: A.M.J. de Kraker / H. van Royen / M.E.E. de Smet (red.), ‘Over den Vier Ambachten’. 750 jaar Keure. 500 jaar Graaf Jansdijk. Kloosterzande 1993, 957-966. || Krt. VI ‘Terrassering van “ingweonismen”: palatalisatie van de Germ. u* in gesloten lettergreep’ [alleen het vokalisme]: West-, Oost- en Zeeuws-Vlaanderen (iso) = Taeldeman 1978. |
|
Sering
*BROK 1992.
Ook in: Brok 1993. || Blz. 83 ‘Sering-benamingen in West- en Oostvlaanderen’: Westen Oost-Vlaanderen (symb) |
|
Serradelle
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 47 ‘Vogelpootje, serradelle (Ornithopus sativus Brot.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Sinaasappel
*NELDE, P.H. (Hrsg.), Wortatlas der deutschen Umgangssprachen in Belgien. Bern / Stuttgart 1987. Bd. 1. || Krt. 54 ‘die Apfelsine’: Ten zuiden van Ned. Limburg (symb) |
|
Spurrie (gewone)
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 46 ‘Gewone spurrie (Spergula arvensis L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Steenklaver: zie Klaver, witte |
| |
| |
Suikerbiet
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 31 ‘Suikerbiet’ (vokalisme van suiker-): Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Ui
*DAAN, J. / H. Heikens, Dialectresistentie bij kleuters en eersteklassertjes (...). Amsterdam [BMDC 48] 1976. || Blz. 40, krt. 2 ‘Ui’: Ned. taalgebied (vlak, ing) |
|
Vlas
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 52 ‘Lijnzaad, vlaszaad (Linum usitatissimum L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Voederbiet
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 30 ‘Voederbieten (Beta vulgaris L. subsp. vulgaris)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Voederwikke
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 48 ‘Voederwikke (Vicia sativa L. subsp. sativa)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Vogelmuur
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 64 ‘Vogelmuur (Stellaria media L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Vogelpootje: zie Serradelle |
Vogelwikke
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 61 ‘Vogelwikke (Vicia cracca L.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Vuilboom
|
Wilg
|
Winterpeen
*KRUIJSEN 1994. || Krt. 37 ‘Penen, winterwortelen (Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang.)’: Ned. en Belg. Limburg (symb) |
|
Woordenlijst
-'t Bildt: |
BUWALDA 1983. |
-Deurne: |
HOEK, van 1994. |
-Giessenburg: |
DOOL, van den 1980. |
-Leuven-Z: |
MUYLDERMANS 1966. |
|
|
| |
| |
-Lieshout: |
Werkgroep Dialecten 1992. |
-Maasbree: |
WIJNEN/GRUBBEN 1983. |
-Menen: |
V. 1948. |
-Ouddorp: |
HEERSCHAP 1993. |
-Schelluinen: |
DOOL, van den 1980. |
-Sittard: |
SLUIJS 1993. |
-Texel: |
TIMMER 1986. |
-Valkenburg: |
DIEDEREN 1993. |
-Zalk: |
KLEUSIEN 1978. |
|
|
Zevenblad
*BROK 1991.
Krt. 2.2.3 ook in: Brok 1993. || Blz. 62 ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlands taalgebied’: Friesland en omg. (symb) |
|
|
|