Taal en Tongval. Jaargang 46
(1994)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 66]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eric HoekstraGa naar voetnoot1
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Butters gebruik van de twee infinitieven is in hoge mate consequent te noemen (voor zover men hieraan zou willen twijfelen). Zo gebruikt hij na werkwoorden van perceptie (zien, horen, voelen) consequent de infinitief op -EN, terwijl hij op modale werkwoorden (zullen, willen, moeten, kunnen) netjes de infinitief op -E laat volgen. Het correct en consequent gebruik van de juiste vorm is een lakmoestest voor de betrouwbaarheid van het boek Trienke Boôd als bron van interessante dialectdata. Ik zal laten zien dat het Westfries en het Fries beide een onderscheid maken tussen positionele werkwoorden, bewegingswerkwoorden met richtingspartikel (of richtingsvoorzetsel met complement) en de rest. Dit onderscheid komt in het Westfries in de keus van de uitgang van de infinitief (-E tegenover -EN) tot uitdrukking. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 ProbleemNu lijkt het alsof Butter niet consequent is in zijn gebruik van de infinitief bij gaan:
In (1a) krijgt zitten de uitgang -EN, terwijl in (1b) trouwe de uitgang -E krijgt. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de infinitief bij blijven (Westfries bloive):
In de (a)-zin neemt bloive een infinitief op -EN, terwijl in de (b)-zin bloive een infinitief op -E neemt. Ook bij het werkwoord komen (Westfries komme) treffen we een vergelijkbare inconsequentie aan:
In (3a) neemt komme een infinitief op -EN terwijl hetzelfde werkwoord in (3b) een infinitief op -E neemt. Bij nader inzien blijkt de inconsequentie echter slechts in het hoofd van de onderzoeker te bestaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 De Friese connectie3.1 InleidingWanneer we bovenstaande zinnen in het Fries vertalen levert ons dat het volgende resultaat op:
In die gevallen waarin het Westfriese hulpwerkwoord (gaan, komme, bloive) een infinitief op -EN selecteert, doet het Fries dat ook. In die gevallen waarin het Westfriese hulpwerkwoord een infinitief op -E selecteert is de Friese vertaling ongrammaticaal, zowel met een infinitief op -E als met een infinitief op -EN. Eén en ander is reden om wat voor het Fries over infinitiefselectie reeds ontdekt is eens nader te bestuderen, in de hoop dat we er dan tevens achter komen wat er in het Westfries precies aan de hand is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.2 GaanHet hulpwerkwoord gaan (gean) wordt in het Fries veel minder vrij gebruikt dan in het Nederlands. Hierbij beperken we ons tot constructies waarin gaan een infinitief zonder te selecteert. Dan blijkt dat gaan alleen maar kan voorkomen bij werkwoorden van positie, zoals liggen (lizze), zitten (sitte), staan (stean), hangen (hingje). Andere werkwoorden dan deze kunnen niet als infinitief bij gaan voorkomen. Wil men toch bijvoorbeeld (1b/4b) in het Fries uitdrukken dan moet het werkwoord zullen (sille) gebruikt worden, zoals in (7):
Opmerkelijk genoeg is de uitgang van de infinitief hetzelfde als in het Westfries, alleen is er sprake van een ander hulpwerkwoord om toekomende tijd mee uit te drukken. Het Fries maakt een onderscheid tussen infinitieven van positie en de overige werkwoorden. De eersten kunnen bij gaan (gean) voorkomen en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
krijgen dan de uitgang -EN. De rest kan niet bij gaan (gean) voorkomen, maar vaak wel bij zullen (sille) en krijgt dan de uitgang -E.Ga naar voetnoot5 Dit brengt ons op het idee dat Butters gebruik van de infinitiefuitgang in (1), hieronder herhaald als (8), weleens consequent zou kunnen zijn.
Infinitieven van positie krijgen, zo veronderstellen we, de uitgang -EN terwijl de overige de uitgang -E krijgen. Deze hypothese wordt door de volgende voorbeelden bevestigd:
(9) laat zien dat het Westfriese gaan net als zijn Friese tegenhanger bij werkwoorden van positie de infinitiefuitgang -EN vereist. Bij de overige werkwoorden vereist het Westfriese gaan een infinitief die op -E uitgaat. In het Fries is dit gebruik van gaan niet mogelijk maar moet voor een ander werkwoord worden gekozen. Dit zal om toekomende tijd uit te drukken zullen (sille) zijn, die net als zijn Westfriese tegenhanger de infinitief op -E selecteert. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.3 BlijvenIn het Fries kan het werkwoord blijven alleen bij werkwoorden van positie worden gebruikt.Ga naar voetnoot6 Dit kan worden geïllustreerd met behulp van (5), hieronder herhaald als deel van (11):
Vergelijking met het Fries suggereert de hypothese dat Butter bij blijven de infinitief op -EN gebruikt indien er sprake is van één van de vier bovenstaande werkwoorden van positie, terwijl hij in de overige gevallen de infinitief op -E gebruikt. Dit komt inderdaad uit:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het aantal voorbeelden van de infinitief op -E is wat mager, namelijk twee in totaal (de andere is (2b)). Bovendien is in deze categorie ook nog sprake van een tegenvoorbeeld, waarbij de verkeerde infinitiefuitgang opduikt:
Is hier sprake van een echt ‘foutje’ van de kant van Butter? Zonder definitief uitsluitsel te geven willen we drie opmerkingen plaatsen. In de eerste plaats is hier ook sprake van een rode volgorde. Er kan een syntactische factor meespelen. In de tweede plaats is het een fout die in de richting van de het ABN gaat. M.a.w., er kan sprake zijn van een ‘foutje’, veroorzaakt door de ABN-spelling. In de derde plaats is het aantal voorbeelden van blijven met niet-positionele infinitief opvallend laag. Deze categorie komt in het Fries helemaal niet voor. Het is dus mogelijk dat het Westfriese taalsysteem nog maar net begonnen is het domein van blijven uit te breiden naar nietpositionele tijdwoorden, en dat er daarom nog geen voldoende fixatie van de infinitiefuitgang is. Dit laat ik verder open. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.4 KomenVergelijking met het Fries kan wellicht ook enig licht doen schijnen over Butters schijnbaar inconsequent gebruik van de infinitief bij komen. In het Fries kan komen een infinitief zonder te bij zich nemen indien er een richtingspartikel aanwezig is en een werkwoord van beweging. Dit wordt geïllustreerd door (6) (herhaald als (15) hieronder):
Vergelijk (15) nu met de Westfriese equivalenten in (3) hieronder herhaald als (16):
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit brengt ons op het idee dat het Westfries hetzelfde onderscheid maakt als het Fries. Indien komen een werkwoord van beweging neemt vergezeld van een richtingspartikel dan krijgt het werkwoord de uitgang -EN. In alle andere gevallen krijgt dat werkwoord bij komen de uitgang -E. Dit blijkt inderdaad het geval te zijn:
Het Westfriese komen selecteert de uitgang -EN precies bij bewegingswerkwoorden vergezeld van een richtingsbepaling. Dit is gelijk aan de situatie in het Fries. In alle andere gevallen neemt het Westfriese komen de uitgang -E, terwijl in het Fries dit is uitgesloten. Het onderscheid tussen bewegingswerkwoorden met partikel en de rest is zowel in het Fries als het Westfries van belang. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 UitleidingWe hebben enkele opmerkelijke overeenkomsten en verschillen tussen het Westfries en het Fries geconstateerd. Het Westfries en het Fries maken bij gaan en blijven hetzelfde onderscheid tussen werkwoorden van positie en andere werkwoorden. Bovendien selecteren gaan en blijven in het Fries en in het Westfries de infmitiefuitgang -EN bij werkwoorden van positie. Het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verschil is dat niet-positionele werkwoorden in het Fries niet bij gaan en blijven mogen voorkomen; in het Westfries mag dat wel, maar krijgen ze een andere uitgang, namelijk -E. Een vergelijkbaar patroon zagen we bij komen. Hier maken Fries en Westfries een onderscheid tussen bewegingswerkwoorden met richtingspartikel en de rest. Eerstgenoemde groep krijgt in Fries en Westfries de uitgang - EN. Andere werkwoorden dan deze mogen in het Fries niet bij komen voorkomen; in het Westfries mag dat wel, maar krijgen we een andere uitgang, namelijk -E. De overeenkomsten tussen Fries en Westfries met betrekking tot de keus van infinitief zijn verrassend diepgaand. De kleine verschillen suggereren dat een fijnmazige theorie van syntactische variatie vereist is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|