| |
| |
| |
Publikaties over plantnamen in Nederland, Nederlandstalig België en Frans-Vlaanderen
- 4de aanvulling -
Har Brok
De eerste drie aanvullingen op de bibliografie ‘Publikaties over plantnamen in Nederland en Nederlandstalig België’ in de reprint van H. Heukels' Woordenboek der Nederlandsche volksnamen van planten (Amsterdam 1987) verschenen in Taal en Tongval 40 (1988), 72-79, 41 (1989), 168-175 en 42 (1990), 165-175, afgesloten op 1 december 1990. Deze vierde aanvulling omvat naast recent verschenen studies, woordenlijsten en kaarten ook weer aanvullingen, verbeteringen en recente herdrukken. Net zoals in de voorafgaande lijsten, waarnaar ik uitdrukkelijk verwijs, bestaat de vierde aanvulling uit twee rubrieken: 1. Studies en woordenlijsten (alfabetisch op auteur), en 2. Taalkaarten [= *] (alfabetisch op plant), tevens Register op de eerste rubriek [= Δ]. Auteurs met jaar van publikatie in de tweede rubriek worden in de eerste voluit gegeven. De afkortingen moeten als volgt gelezen worden: ing: ingeschreven kaart, iso: isoglossenkaart, symb: symbolenkaart en vlak: vlakkenkaart. De materiaalverzameling werd afgesloten op 20 november 1991.
| |
1. Studies en woordenlijsten
BON, P. van den, ‘Zuring geplukt in de tuin van taal en letteren’, in: -: Zuring beschreven: Rumex nostra. Wilrijk 1990 [= Mededelingsblad en Verzamelde Opstellen. Driemaandelijks Tijdschrift Academie voor de streekgebonden Gastronomie nr. 33 = jg. 8 (1990) nr. 4], 86-101. || Zuring |
BROK, H.[J.T.M.], ‘De Friese plantnaam juffer lizeblom te Burgum’, in: Us Wurk 39 (1990), 92-98. || Nachtkoekoeksbloem || Haagwinde || Nachtsilene || Avondkoekoeksbloem |
BROK, H.[J.T.M.], ‘Publikaties over plantnamen in Nederland, Nederlandstalig België en Frans-Vlaanderen. -3de aanvulling-’, in: Taal en Tongval 42 (1990), 165-175. || Bibliografie |
| |
| |
BROK, H.[J.T.M.], ‘De Texelse plantnamen tafelbord, tafelroos en meierbloem’, in: Correspondenten Contact P.J. Meertens-Instituut 1 (1990), 12-14. || Pioen || Paardebloem |
BROK, H.[J.T.M.], Enkele bloemnamen in de Nederlandse dialekten. Etnobotanische nomenclatuur in het Nederlandse taalgebied. Amsterdam 1991. || Anjer || Haagwinde || Klaproos || Muurbloem || Paardebloem || Pioen || Sering || Etnobotanisch nomenclatuur |
CLAES S.J., F., ‘Hagelandse woorden: Pettem of pessem en vessem(en)’, in: Oost-Brabant. Heemkundig tijdschrift van het Hageland en omgeving (...) 24 (1987), 38-40. || Kweek
Ook in: Velpeleven-Boutersem. Tweemaandelijks tijdschrift voor geschiedenis, heemkunde, volkskunst, folklore, natuurstudie 14 (1987), 211-214. |
CLAES S.J., F., ‘Hagelandse woorden: Reinvaart, reen en regenoten’, in: Oost-Brabant. Heemkundig tijdschrift van het Hageland en omgeving (...) 27 (1990), 111-112. || Boerenwormkruid |
CLAES S.J., F., ‘Vragenbus: Reinvaart en reen’, in: Oost-Brabant. Heemkundig tijdschrift van het Hageland en omgeving (...) 27 (1990), 163-164. || Boerenwormkruid |
CLAES S.J., F., ‘Hagelandse woorden: Res, rus of rös en biesem’, in: Oost-Brabant. Heemkundig tijdschrift van het Hageland en omgeving (...) 28 (1991), 87-88. || Rus || Cypergrassenfamilie |
CROMPVOETS. H., ‘Kruisbes(sen)’, in: H. Crompvoets / A. Dams (red.): Het dialectenboek. Kroesels op de bozzem. Waalre 1991, 131-132. || Kruisbes |
DAMS, A., ‘Kruisbes’ en ‘Aardbeien’, in: H. Crompvoets / A. Dams (red.): Het dialectenboek. Kroesels op de bozzem. Waalre 1991, 118-119 en 121. || Kruisbes || Aardbei |
DIJKKAMP, E. (red.), ‘Planten - bloemen - bomen’, in: -: ‘Proat-Mä-Toe’. Van alles wat in 't dialek(t) van Apeldoorne en de noaste kontreien. Ugchelen 1990 (2de druk), 42-47. || Woordenlijst [Apeldoorn, Ugchelen, O.-Veluwe] |
DOOL, D.S. van den, ‘Specifieke benamingen van dieren, ongedierte en planten’, in: De Kroniek. Kwartaalblad van de Geschiedkundige Vereniging Giessenburg en Schelluinen 11 (1990), 62-66. || Woordenlijst [Giessenburg, Schelluinen] |
| |
| |
HADDERINGH, H., ‘Talige categorieën en botanische categorieën. Discrepanties tussen plantenamen van botanici en leken’, in: Driemaandelijkse Bladen 43 (1991), 50-66. || Etnobotanische nomenclatuur |
HAESERYN, R., ‘Witloof / witlof’, in: Nederlands van nu 39 (1991), 17-18. || Witlof |
HEUKELS 1907, reprint 1987:
rec.: P. Seidensticker - Zeitschriftfür Dialektologie und Linguistik 58 (1991), 251. |
LANGHE, J.E. de, ‘Moerasspirea en lijzoorboom’, in: Biekorf 91 (1991), 140-141. || Moerasspirea |
PâQUE 1896:
rec.: F. de Potter - Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1896, 428-435.
J. Feller - Bulletin de folklore 3 (1898), 52-54. |
PEETERS, C.H., ‘Plaatselijke volksnamen van onze groenten en toekruiden, met de overeenkomstige namen in het Algemeen Nederlandsch, in het Latijn (wetenschappelijke benamingen), in het Fransch, Duitsch en Engelsch’, in: Diestersche Kunstkring Jaarboek 9 (1937-38), 71-75. || Woordenlijst [Schaffen] |
SCHAARS, A.H.G., ‘Inleidingen tijdens het middagprogramma’, in: Den Schaorpaol 10 (1989) nr. 4, 6-11. || Klein knopkruid || Zegekruid |
SCHOLTMEIJER, H., ‘Uit onze dialecten. Plantnamen’, in: Kondschap. Historisch kwartaalbericht van de Stichting Oudheidkamer Brederwiede 7 (1991), nr. 1, 19-20. || Woordenlijst [Blokzijl, Giethoorn, Vollenhove, Wanneperveen] |
SMET, G.A.R. de, ‘Die südniederländischen Obstbaumnamen auf -elaar’, in: H. Kolb / H. Lauffer (hrsg.): Sprachliche Interferenz. Festschrift für Werner Betz zum 65. Geburtstag. Tübingen 1977, 214-225. Herdrukt in: L. de Grauwe (hrsg.), G.A.R. de Smet. Kleine deutsche Schriften. Gent 1991, 380-391. || Vruchtboombenamingen op -elaar |
SWANENBERG, C., ‘Lievermènnekes, lissen en lampepoetsers’, in: Brabantia 38 (1989) nr. 2, 17. Herdrukt in: -, Jikkes merante! Sprokkelen in Brabantse spreuken. Den Bosch 1990, 42-44. || Woordenlijst [Noord-Brabant] |
| |
| |
TAELDEMAN, J., ‘De beuk, een buitenbeentje in het Nederlands en de Nederlandse dialecten’, in: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie 63 (1990/91), 14-15. || Beuk |
TEIRLINCK, Is., Plantlore. Een eerste hoofdstuk: De Plant, een levend, bezield, handelendwezen. Gent 1892. Gedeeltelijk herdrukt in ‘Plantlore. Eenige bladzijden uit het boek: De Plant, een levend, bezield, handelend wezen’, in: De Vlaamsche Kunstbode 23 (1893), 38-51.
rec.: J. V[ercoullie] - Nederlandsch Museum 3, I (1893), 361. |
TEIRLINCK, Is., ‘Maria in de plantlore’, in: Volkskunde 7 (1894), 153-163, 186-189, 193-209. Herdrukt in Plantenkultus.
rec.: J. Cornelissen - Ons Volksleven 7 (1895), 182-183. |
TEIRLINCK, Is., ‘Over boomenvereering in het algemeen’, in Volkskunde 8 (1895), 224-230. Herdrukt in Plantenkultus. |
TEIRLINCK, Is., ‘Over inlandsche boomen in den planten-kultus’, in Volkskunde 9 (1896), 37-46. Herdrukt in Plantenkultus. |
TEIRLINCK, Is., ‘De plant in de tooverwereld. Heksenboomen’, in: Vragen van den dag 14 (1899), 609-624. Herdrukt in Flora magica. |
TEIRLINCK, Is., ‘De plant in de tooverwereld. Heksenkruiden’, in: Vragen van den dag 14 (1899), 121-143. Herdrukt in Flora magica. |
TEIRLINCK, Is., Plantenkultus. Een tweede hoofdstuk van de plantlore. Antwerpen 1904-1912 (Reprint: Amsterdam 1980). Onder dezelfde titel oorspronkelijk verschenen in De Vlaamsche Kunstbode 33 (1903), 383-441, 491-509; 34 (1904), 35-40, 69-82, 124-133, 282-285, 302-314, 366-374; 35 (1905), 23-45, 505-512; 36 (1906), 123-131, 282-294, 319-329, 384-393, 462-472; 38 (1908), 23-31, 201-226, 253-266, 537-545; 39 (1909), 42-49, 115-123, 190-199, 254-262, 294-300, 374-381, 447-456; 40 (1910), 36-45, 122-128, 164-173, 244-253, 336-344, 389-401, 474-482, 511-526; 41 (1912), 19-31, 50-62, 89-95, 108-117, 144-152, 170-180.
rec.: A. D[e] C[ock] - Volkskunde 25 (1914), 142-143. |
TEIRLINCK, Is., Flora diabolica. De plant in de demonologie. Antwerpen / Santpoort 1924 (Reprint: Amsterdam z.j.).
rec.: [V. de Meijere?] - Volkskunde 30 (1925), 61. |
TEIRLINCK, Is., Flora magica. De plant in de tooverwereld. Antwerpen 1930 (Reprint: Amsterdam z.j.). |
| |
| |
| |
2. Kaarten en register op 1
Aalbes, rode
*NIEBAUM, H., ‘Staatsgrenze als Bruchstelle? Die Grenzdialekte zwischen Dollart und Vechtegebiet’, in: L. Kremer / - (ed): Grenzdialekte. Studien zur Entwicklung kontinentalgermanischer Dialektkontinua. [= Germanistische Linguistik 101-103]. Hildesheim / Zürich / New York 1990, blz. 49-83. || Kaart 4 (alleen het type aalbeere, -bese): Groningen (iso) |
|
Aardbei
∆DAMS 1991. |
*NIEBAUM, H., ‘Staatsgrenze als Bruchstelle? Die Grenzdialekte zwischen Dollart und Vechtegebiet’, in: L. Kremer / - (ed): Grenzdialekte. Studien zur Entwicklung kontinentalgermanischer Dialektkontinua. [= Germanistische Linguistik 101-103]. Hildesheim / Zürich / New York 1990, blz. 49-83. || Kaart 1 (alleen het type erdbeere): O.-Overijssel (iso)
Gebaseerd op: Heeroma 1963 |
|
Anjer
*BROK 1991 || Kaart 2.1.1 en 2.1.2: ‘Gras- en Tuinanjer (Dianthus plumarius / caryophyllus L.)’: Nederland en België (symb) || Kaart 2.1.3: ‘Grasanjer (Dianthus plumarius L.)’: Nederland en België (symb) || Kaart 2.1.4: ‘Anjer-, muurbloem- en seringbenamingen die teruggaan op lat. caryophyllum / gariophyllum (...)’: Nederlands taalgebied ten zuiden van de grote rivieren (symb) |
|
Appelboom
*SMET, de, 1977 || Blz. 215: België, behalve prov. Limburg (symb. iso) idem, reprint 1991. || Blz. 381. |
|
Avondkoekoeksbloem
|
Beuk
|
Biet
*GOOSSENS, J., ‘Bijdrage tot de woordstratigrafie van de Limburgia Romana’, in: H.L. Cox (red.): Limburg. Bijdragen tot de taal en het historisch volksleven van de beide Limburgen en het aangrenzende Rijnland. Wassenaar [Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXI, nr. 1] 1971, 28-38. || Kaart 1 (alleen type kroot): Belgisch Limburg (iso) |
|
| |
| |
Boerenwormkruid
|
Cypergrassenfamilie
|
Eik
*TAELDEMAN, J., ‘Ist die belgisch-niederländische Staatsgrenze auch eine Dialektgrenze?’, in: L. Kremer / H. Niebaum (ed): Grenzdialekte. Studien zur Entwicklung kontinentalgermanischer Dialektkontinua. [= Germanistische Linguistik 101-103]. Hildesheim / Zürich / New York 1990, blz. 275-314. || Kaart 4 (vokalisme): Grensgebied Zeeuws-Vlaanderen / België (iso) |
|
Erwt
*GOOSSENS, J., ‘Bijdrage tot de woordstratigrafie van de Limburgia Romana’, in: H.L. Cox (red.): Limburg. Bijdragen tot de taal en het historisch volksleven van de beide Limburgen en het aangrenzende Rijnland. Wassenaar [Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXI, nr. 1] 1971, 28-38. || Kaart 3 (alleen types kekererwt, kekelerwt): Belgisch Limburg (iso) |
|
Etnobotanische nomenclatuur
ΔBROK 1991. |
ΔHADDERINGH 1991. |
|
Evene
*GOOSSENS, J., ‘Bijdrage tot de woordstratigrafie van de Limburgia Romana’, in: H.L. Cox (red.): Limburg. Bijdragen tot de taal en het historisch volksleven van de beide Limburgen en het aangrenzende Rijnland. Wassenaar [Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXI, nr. 1] 1971, 28-38. || Kaart 2 (alleen types evie, eve): Belgisch Limburg (iso) |
|
Fluitekruid
*BROK 1991 || Kaart 2.2.3: ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlandse taalgebied’: Friesland en omg. (symb) |
|
Gras
*NIEBAUM, H., ‘Staatsgrenze als Bruchstelle? Die Grenzdialekte zwischen Dollart und Vechtegebiet’, in: L. Kremer / - (ed): Grenzdialekte. Studien zur Entwicklung kontinentalgermanischer Dialektkontinua. [= Germanistische Linguistik 101-103]. Hildesheim / Zürich / New York 1990, blz. 49-83. || Kaart 4 (alleen het type grös): Groningen-Drente (iso)
Gebaseerd op: Heeroma 1957. |
|
| |
| |
*TAELDEMAN, J., ‘Ist die belgisch-niederländische Staatsgrenze auch eine Dialektgrenze?’, in: L. Kremer / H. Niebaum (ed): Grenzdialekte. Studien zur Entwicklung kontinentalgermanischer Dialektkontinua. [= Germanistische Linguistik 101-103]. Hildesheim / Zürich / New York 1990, blz. 275-314. || Kaart 4 (vokalisme): Grensgebied Zeeuws-Vlaanderen / België (iso) |
|
Haagwinde
ΔBROK 1990. |
*BROK 1991 || Kaart 2.2.1: ‘Haagwinde (Calystegia sepium (L.) R.Br.)’: Nederland en België (symb) || Kaart 2.2.2: ‘Haagwinde (Calystegia sepium (L.) R.Br.)’: Nederland en België (symb) || Kaart 2.2.3: ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlandse taalgebied’: Friesland en omg. (symb) |
|
Haver, schrale: zie Evene |
Herik
*GOOSSENS, J., ‘Bijdrage tot de woordstratigrafie van de Limburgia Romana’, in: H.L. Cox (red.): Limburg. Bijdragen tot de taal en het historisch volksleven van de beide Limburgen en het aangrenzende Rijnland. Wassenaar [Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXI, nr. 1] 1971, 28-38. || Kaart 1 (alleen type zennep) en Kaart 3 (alleen type averuis): Belgisch Limburg (iso) |
|
Klaproos
*BROK 1991 || Kaart 2.2.3: ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlandse taalgebied’: Friesland en omg. (symb) || Kaart 2.3.1: ‘Klaproos (Papaver rhoeas L.) en Slaapbol (Papaver somniferum L.)’: Nederland en België (symb) || Kaart 2.3.2: ‘Klaproos (Papaver rhoeas L.)’: Nederland en België (symb) || Kaart 2.3.3: ‘Klaproos (Papaver rhoeas L.)’: Nederland en België (symb) || Kaart 2.3.4: ‘Klaproos (Papaver rhoeas L.): kinderschrikbenamingen (...)’: Nederlands taalgebied ten zuiden van de grote rivieren (symb) || Kaart 2.5.3: ‘Wied en samenstellingen in het Nederlands taalgebied’: zuidwesten van het Nederlandse taalgebied (symb) |
|
Klein Knopkruid
|
Knopherik
*GOOSSENS, J., ‘Bijdrage tot de woordstratigrafie van de Limburgia Romana’, in: H.L. Cox (red.): Limburg. Bijdragen tot de taal en het historisch volksleven van de beide Limburgen en het aangrenzende Rijnland. Wassenaar
|
|
| |
| |
[Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXI, nr. 1] 1971, 28-38. || Kaart 1 (alleen type zennep) en Kaart 3 (alleen type averius): Belgisch Limburg (iso) |
|
Knopkruid, klein: zie Klein Knopkruid |
Kool
*GOOSSENS, J., ‘Relictgebieden. Een barrièrestrook in de Limburgse Kempen’, in: Leuvense Bijdragen 48 (1959), 48-73. || Kaart 2 (alleen types kool, moes): Belgisch Limburg (iso)
Hierop gebaseerd is ook: J. Goossens: ‘Bijdrage tot de woordstratigrafie van de Limburgia Romana’, in: H.L. Cox (red.): Limburg. Bijdragen tot de taal en het historisch volksleven van de beide Limburgen en het aangrenzende Rijnland. Wassenaar [Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXI, nr. 1] 1971, 28-38. || Kaart 2: Belgisch Limburg (iso) |
|
Koolraap
*GOOSSENS, J., ‘Bijdrage tot de woordstratigrafie van de Limburgia Romana’, in: H.L. Cox (red.): Limburg. Bijdragen tot de taal en het historisch volksleven van de beide Limburgen en het aangrenzende Rijnland. Wassenaar [Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXI, nr. 1] 1971, 28-38. || Kaart 3 (alleen type brakkenie): Belgisch Limburg (iso) |
|
Korenbloem
*BROK 1991 || Kaart 2.2.3: ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlandse taalgebied’: Friesland en omg. (symb) |
|
Kruisbes
∆CROMPVOETS 1991. |
∆DAMS 1991. |
|
Moerasspirea
|
Muurbloem
*BROK 1991 || Kaart 2.1.4: ‘Anjer-, muurbloem- en seringbenamingen die teruggaan op lat. caryophyllum / gariophyllum (...)’: Nederlands taalgebied ten zuiden van de grote rivieren (symb) || Kaart 2.2.3: ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlandse taalgebied’: Friesland en omg. (symb) || Kaart 2.4.1: ‘Muurbloem (Erysimum cheiri (L.) Crantz): de met het afrikaantje (Tagetes L.) in verband staande types’: Nederlands taalgebied ten zuiden van de grote rivieren (symb) || Kaart 2.4.2: ‘Muurbloem (Erysimum cheiri (L.) Crantz)’: Nederland en België (symb) |
|
| |
| |
Nachtkoekoeksbloem
|
Nachtsilene
|
Onkruid
*BERNS, J.B., ‘De regionale top-tiens van dialectwoorden en -begrippen. Het Westen: rucht’, in: H. Crompvoets / A. Dams (red.): Het dialectenboek. Kroesels op de bozzem. Waalre 1991, 137-166. || Blz. 156 ‘Onkruid’: Z.-Holland en Utrecht (symb) |
*BROK 1991 || Kaart 2.5.3: ‘Wied en samenstellingen in het Nederlands taalgebied’: zuidwesten van het Nederlandse taalgebied (symb) |
|
Paardebloem
∆BROK 1990. |
*BROK 1991 || Kaart 2.2.3: ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlands taalgebied’: Friesland en omg. (symb) || Kaart 2.5.3: ‘Wied en samenstellingen in het Nederlands taalgebied’: zuidwesten van het Nederlandse taalgebied (symb) |
*STROOP 1969 || ‘Paardebloem A (vijf bloembenamingen)’: Nederland en België (symb) || ‘Paardebloem B (vijf bloembenamingen)’: West-Europa gedeeltelijk (symb) || ‘Paardebloem C (bloem- en bladbenamingen)’: Nederland en België (symb)
Kaart A en Kaart C ook in: Brok 1991 || Kaart 2.5.1 en 2.5.2. |
|
Pereboom
*SMET, de, 1977 || Blz. 215: België, behalve prov. Limburg (symb. iso) idem, reprint 1991. || Blz. 381. |
|
Perzikeboom
*SMET, de, 1977 || Blz. 215: België, behalve prov. Limburg (symb. iso) idem, reprint 1991 || Blz. 381. |
|
Pioen
∆BROK 1990. |
*BROK 1991: Kaart 2.6.1 en 2.6.3: ‘Pioen (Paeonia officinalis L.)’: Nederland en België (symb) || Kaart 2.6.2: ‘Pioen (Paeonia officinalis L.): het type pioen met -ie / -e-auslaut’: Twente en de Achterhoek (symb) || Kaart 2.6.4: ‘Pioen (Paeonia officinalis L.): de benamingen samengesteld met (sint-) cornelis, knelis en krelis’: Nederlands taalgebied ten zuiden van de grote rivieren (symb) |
|
| |
| |
Rus
|
Schrale Haver: zie Evene |
Sering
*BROK 1991: Kaart 2.1.4: ‘Anjer-, muurbloem- en seringbenamingen die teruggaan op lat. caryophyllum / gariophyllum (...)’: Nederlands taalgebied ten zuiden van de grote rivieren (symb) || Kaart 2.7.1 en 2.7.2: ‘Sering (Syringa vulgaris L.)’: Nederland en België (symb) |
|
Slaapbol
*BROK 1991: Kaart 2.3.1: ‘Klaproos (Papaver rhoeas L.) en Slaapbol (Papaver somniferum L.)’: Nederland en België (symb) |
|
Ui
*GOOSSENS, J., ‘Bijdrage tot de woordstratigrafie van de Limburgia Romana’, in: H.L. Cox (red.): Limburg. Bijdragen tot de taal en het historisch volksleven van de beide Limburgen en het aangrenzende Rijnland. Wassenaar [Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXI, nr. 1] 1971, 28-38. || Kaart 1 (alleen type un): Belgisch Limburg (iso) |
*WEIJNEN, A., ‘Die Einteilung der niederlandischen Mundarten, mit besonderer Berücksichtigung der Veluwe und des Niederrheins’, in: Sprache in der sozialen und kulturellen Entwicklung. Beiträge eines Kolloquiums zu Ehren von Theodor Frings (1886-1968). Berlin 1990, 65-77. || Abb. 2: [alleen het type look] Nederland en België (vlak).
Gebaseerd op: HOEVERS 1958 (Taalatlas van Noord- en Zuid-Nederland. Afl. 7, kaart 1) |
|
Wikke
*GOOSSENS, J., ‘Bijdrage tot de woordstratigrafie van de Limburgia Romana’, in: H.L. Cox (red.): Limburg. Bijdragen tot de taal en het historisch volksleven van de beide Limburgen en het aangrenzende Rijnland. Wassenaar [Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXI, nr. 1] 1971, 28-38. || Kaart 1 (alleen type zennep): Belgisch Limburg (iso) |
|
Wilde Cichorei
|
Wilde wikke
*GOOSSENS, J., ‘Bijdrage tot de woordstratigrafie van de Limburgia Romana’, in: H.L. Cox (red.): Limburg. Bijdragen tot de taal en het historisch volks- |
|
| |
| |
leven van de beide Limburgen en het aangrenzende Rijnland. Wassenaar [Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXI, nr. 1] 1971, 28-38. || Kaart 1 (alleen type zennep): Belgisch Limburg (iso) |
|
Woordenlijst
Apeldoorn: |
ΔDIJKKAMP 1990. |
Blokzijl: |
ΔSCHOLTMEIJER 1991. |
Giessenburg: |
ΔDOOL, van den 1990. |
Giethoorn: |
ΔSCHOLTMEIJER 1991. |
Schaffen: |
ΔPEETERS 1937-38. |
Schelluinen: |
ΔDOOL, van den 1990. |
Ugchelen: |
ΔDIJKKAMP 1990. |
Veluwe (oost): |
ΔDIJKKAMP 1990. |
Vollenhove: |
ΔSCHOLTMEIJER 1991. |
Wanneperveen: |
ΔSCHOLTMEIJER 1991. |
|
Zegekruid
|
Zevenblad
*BROK 1991 || Kaart 2.2.3: ‘Het type spokebloem en varianten in het Nederlands taalgebied’: Friesland en omg. (symb) |
|
Zuring
∆BON, van den, 1990. |
*GOOSSENS, J., ‘Bijdrage tot de woordstratigrafie van de Limburgia Romana’, in: H.L. Cox (red.): Limburg. Bijdragen tot de taal en het historisch volksleven van de beide Limburgen en het aangrenzende Rijnland. Wassenaar [Speciale uitgave van Neerlands Volksleven XXI, nr. 1] 1971, 28-38. || Kaart 1 (alleen type surel): Belgisch Limburg (iso) |
|
|
|