Taal en Tongval. Jaargang 41
(1989)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De dialectologische nalatenschap van P.H.G. Willems
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De schenking aan de Koninklijke Vlaamsche AcademieNa zijn dood in 1898 werd de nalatenschap van Willems door zijn zoon in 1908 geschonken aan de Koninklijke Vlaamsche Academie te Gent (VMKVA 1909, 859-860) en sindsdien berusten de antwoordschriften daar. In Bijlage I worden ze opgesomd op grond van de laatste inventarisaties van eind 1977 door E. Smissaert en H. Hogerheijde. Kaart 1 geeft het verspreidingsgebied van de beantwoordingen. Aan de waarde van het enquêtemateriaal en met name het gebruik dat er tot nu toe van gemaakt is, wordt elders in dit nummer aandacht besteed door A. Weijnen. Op deze plaats wordt uitsluitend nader | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
RESPONS ENQUêTE WILLEMS (1885)
1-13: Indeling van de Tafereelen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ingegaan op het gebruik dat Willems er zélf van maakte en in het bijzonder op zijn Vergelijkende tafereelen, in de wandeling de ‘tabellen van Willems’ genaamd. Alvorens tot een beschrijving van de Vergelijkende tafereelen over te gaan iets over de wederwaardigheden van Willems' onvoltooide dialektnalatenschap zelf. Blijkens een briefwisseling is de nalatenschap rond 1900 door de weduwe Willems aan de Academie ter inzage gegeven op zoek naar mogelijkheden tot voltooiing. Toen dit niet mogelijk bleek, zijn de stukken op 17 nov. 1901 aan haar teruggezonden (brief 2 jan. 1907 arch. KANTL). Haar zoon heeft toen een zelfde poging gedaan en daarbij het materiaal geordendGa naar voetnoot1 om vervolgens te ontdekken dat er enige stukken ontbraken. De Akademie stuurt haar die stukken terug, maar uiteindelijk blijven er twee stukken zoekGa naar voetnoot2. In een brief van 26 jan. 1907 bevestigt de Academie dit verlies. Ruim een jaar later, op 9 mrt. 1908 (arch. KANTL), schrijft de zoon J. Willems de Academie: ‘Alle mijne pogingen om het werk over de Nederlandsche dialekten van wijlen mijnen vader P. Willems te doen voortzetten zijn nutteloos gebleven en ik ben overtuigd dat dit arbeid nimmer zal voleindigd worden’. Hij schenkt daarom de manuscripten aan de Academie ‘op voorwaarde dat die ter beschikking van specialisten gesteld zouden zijn’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De inzage van Van Ginneken en GoemansOp grond van de mededeling hierover in het Jaarboek van 1909 meldt zich als eerste de latere Nijmeegse hoogleraar Jac. van Ginneken met een verzoek ‘om inzage van de nagelaten papieren van Prof. Willems’ (VMKVA 1911, 301-302). In zijn brief van 3 mei 1911 (arch. KANTL) beargumenteert hij dit verzoek als volgt: ‘Er heeft zich namelijk hier een komité gekonstitueerd, om gaandeweg een Nederlandschen taalatlas à la Giliéron (sic HB) te ontwerpen. Leden zijn: Dr. Jos. Schrijnen, J.J. Verbeeten en ondergeteekende. Voorloopig echter zullen wij ons tot de Limburgsche dialekten beperken. Aanvankelijk stond zelfs alleen Hollandsch-Limburg op het program. Als wij evenwel in België steun en medewerkers vinden - wat reeds zeer waarschijnlijk wordt - zullen wij aanstonds de Zuid-Nederl. Limburgsche dialekten mede in kaart | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
brengen. Kortweg komt onze methode hierop neer: Eerst sturen wij in navolging van Wenkers Duitschen Sprachatlas, zinnetjes en woordenlijst rond, om die door deskundigen te laten vertalen en invullen. Hebben we zoo een overzicht, dan zenden wij in navolging van Giliéron (sic HB) een tweeden Edmont op pad om in alle kern-plaatsen de natuurlijk op de lijsten slechts ruw aangeduide phonetische verschijnselen nauwkeurig te noteeren, ja zelfs gedeeltelijk phonographisch op te nemen’. Het verzoek van Van Ginneken werd ingewilligd en op grond van de overgebleven korrespondentie valt te rekonstrueren dat hij er gebruik van maakte tot 1 jan 1934. De terugzending had overigens nogal wat voeten in aarde omdat Van Ginneken aanvankelijk van mening was dat het materiaal hem via de Academie geschonken was. Nog één keer gingen de ‘tabellen van Willems’ en enkele antwoordschriften daarna naar Nijmegen: van 24 sept. 1935 tot 29 sept. 1947, toen ze na zijn dood in 1945 door bemiddeling van Grootaers aan de Academie werden terugbezorgd. Vanaf de tweede maal overigens dat hij ze leende werden de Tafereelen IV en V door de toenmalige Vaste Secretaris van de Academie L. Goemans voor eigen gebruik (‘die ik voor 't oogenblik nog aan 't bewerken ben’ Brief 24-9-1934 arch. KANTL) achtergehouden. In de huidige nalatenschap ontbreken deze nog steeds. Blijkens de inventarisatie van 1909 (De Ceuleneer 1909, 288) bestrijken deze taferelen Oost-Vlaanderen, Henegouwen en Zuid-Brabant resp. Zuid-Brabant en Luik. In 1936 verscheen het eerste deel van L. Goemans' Leuvensch Taaleigen. Woordenboek en het is mogelijk dat hij daarvoor dit materiaal ingezien heeft. Niet onwaarschijnlijk ook, omdat ook enkele andere ontbrekende stukken in de nalatenschap van Willems onmiskenbaar wijzen op het Zuid-Brabantse Leuven en omstreken en sterk doen vermoeden dat een deel van de nalatenschap Willems via Goemans is zoekgeraakt en mogelijk berust in diens nalatenschap. Ik doel hier op de ontbrekende groep IV van de Klankleer en vormleer en de ontbrekende antwoordschriften nr. 166 en 167 die beide betrekking hebben op Leuven en zeker in 1943 nog bij Goemans berustten (Goemans 1943, 216). Uit dit overigens kritische artikel over het materiaal Willems volgt dat Goemans minstens ook Tafereel V gebruikteGa naar voetnoot3. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik ga op deze ontbrekende stukken zo uitvoerig in om een mogelijke weg te duiden waarlangs ze op te sporen zijn. Het geval wil dat het niet de eerste stukken zijn, die uit de nalatenschap Willems verdwenen zijn. Tijdens de tweede Dialectologenconferentie op 7 mei 1977 te Amsterdam is namelijk naar aanleiding van een bespreking over de wenselijkheid van microfichering van de antwoordschriften van Willems door de toenmalige voorzitter J. Goossens gekonstateerd dat de zogenaamde tabellen van Willems niet meer te Gent berustten. Op die conferentie werd het vermoeden geuit dat ze, na het gebruik dat Van Ginneken er sinds 1911 van maakte, in Nijmegen waren achtergebleven. Als eerdere beschrijver van de nalatenschap van Van Ginneken (Brok 1970) werd mij toen verzocht de verblijfplaats van de tabellen op te sporen. Na een bevestiging van de verdwijning ervan door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde te Gent heb ik via bronvermeldingen en opmerkingen in publikaties een lijst samengesteld van instanties en personen, die in het bezit zouden kunnen zijn van (delen van) Van Ginnekens nalatenschap of die daar inlichtingen over zouden kunnen verstrekken. Op grond hiervan nam ik kontakt op met A. Weijnen, indertijd direkteur van de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde, met A. Reichling, met W. Mes van het Katholiek Documentatie Centrum en via hem met de beheerder van het bij de Jezuïeten berustende deel van de nalatenschap van Van Ginneken. Toen deze navraag na meer dan een jaar niets opleverde, heb ik M. Hoebeke, de Vaste Secretaris van de Academie, op 27 juni 1978 verzocht in huis een nieuwe zoekaktie te ondernemen, waarna hij me drie weken later verheugd kon melden dat de tabellen zich inderdaad toch nog in de Academie bevonden. De nalatenschap van Willems bleek daar in de loop der jaren ‘over verschillende plaatsen verspreid’ te zijn geraakt. Wellicht is dus de hoop nog gerechtvaardigd dat ook enkele nu nog ontbrekende stukken ooit opgespoord zullen worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beknopte inventarisAfgezien van de antwoordschriften omvat de nalatenschap van Willems de volgende onderdelen: 1. Vergelijkende tafereelen: Allereerst heeft Willems de door hem ontvangen antwoordschriften gegroepeerd in 13 geografisch samenhangende eenheden. In even zoveel Tafereelen (samen 477 blzz.Ga naar voetnoot4) noteert hij dan in tabelvorm (vandaar de ‘tabellen van Willems’) de voor hem belangrijke antwoorden per plaats. De Vergelijkende tafereelen bestaan uit 13 oblong-cahiers, waarvan er | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee zoekgeraakt zijn. In deze cahiers heeft Willems het door de antwoordschriften bestreken gebied als volgt opgesplitst:
De meest linkse kolom van elk blad geeft een selektie van de door hem afgevraagde woorden, daarachter volgt in tabelvorm onder elkaar wat hij op het titelblad de ‘uitspraak’ per ‘gemeente’ noemt. Een voorbeeld zal dit duidelijker maken (cahier I, 1):
Vanaf cahier III noteert Willems boven de kolommen de dag van verwerking. Dit gekombineerd met het jaartal '89, in cahier VII genoemd, leert dat hij met dit reuzenkarwei nagenoeg ononderbroken is bezig geweest van 6 dec. 1888 tot en met 1 sept. 1889. Terugrekenend met zijn konstante gemiddelde van één plaats per dag moet hij half oktober 1888 aan de Tafereelen begonnen zijn.
2. Voorbereidend(e) arbeid: Een wederom geografisch geordende inventaris van klank- en vormverschijnselen uit de Tafereelen, bestaande uit 8 bundels (samen 532 blzz.Ga naar voetnoot5). Uit de inhoud wordt duidelijk dat dit deel niet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kompleet is en minstens de stukken ontbeert die in 1901 al ontbraken (zie noot 2). Resteren nu:
3. Klankleer en vormleer: Ten slotte bundelde Willems deze gegevens, ook weer tabellarisch, tot een klank- en vormleer. De gegevens zijn nu ingedeeld in 11 groepen (samen 2839 blzz.Ga naar voetnoot6), namelijk:
In telkens 3 bundels (1. Klankleer, 2. Vervoegingen 3. Verbuiging) groepeerde Willems hierin de uitspraak in de door hem bijeengenomen plaatsen van de â, î, gerekte â, e umlaut van a, i, eu enzovoorts, liefst in bepaalde posities en met de uitzonderingen. Zo behandelt hij ook de konsonanten. In de afdeling Verbuiging behandelt hij onder andere deminutief-suffixen, meervouden, suffixen en woordvorming. In de laatste groep ontbreken de slotafdelingen Vervoeging en Verbuiging, wat erop wijst dat Willems' arbeid door zijn dood afgebroken werd. Op verschillende plaatsen in de tekst kan men op- en aanmerkingen en onderstrepingen aantreffen die zonder enige twijfel van Van Ginneken zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De waarde van de nalatenschapOver de waarde van de antwoordschriften zie de bijdrage van Weijnen in dit nummer. Tegen de in de loop der tijd geuite kritiek zou ik daar nog aan willen toevoegen dat de meeste historisch taalkundige artikelen op heel wat minder materiaal berusten en dat de vondst van dergelijk materiaal uit bijv. de 17de eeuw opzienbarend zou zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De waarde van de Voorbereidende arbeid en de Klankleer en vormleer is ‘slechts’ historisch en zeker niet taalkundig. Ze leveren, in zoverre ze zelf niet meer kompleet zijn, ook geen alternatief voor de zoekgeraakte antwoordschriften. Op zichzelf is ook de waarde van de Vergelijkende tafereelen nihil. De tabellen omvatten maar een deel uit de antwoordschriften: op zijn best zijn de gegevens identiek, maar dat is niet eens altijd het geval waar er fouten in geslopen zijn of ‘omspellingen’. Alleen al de beknopte overname van de gegevens en het moeilijk leesbare handschrift (het betreft immers kladnotities) maken konsequente raadpleging van de antwoordschriften naast de Tafereelen absoluut noodzakelijk, maar anderzijds kunnen ze toch ook wel eens uitkomst bieden waar de antwoordschriften tekort schieten. Er zijn echter andere redenen waarom het terugvinden van de Tafereelen van belang is: - Willems noteerde in de tabellen vanaf cahier III vrijwel steeds en in cahiers I en II incidenteel boven iedere plaats zijn indruk van de kwaliteit van de invuller. Deze loopt uiteen van allerbest of excellent via zeer goed tot goed of bon, goed?, de klanken niet zeker, ?, onbeduidend, niet veel te vertrouwen, half en half, niet te vertr., niet zeer juist en slecht. Een aantal aantekeningen op deze plaats duidt eerder op de volledigheid van de beantwoording (zeer onvolled., schier niemendal, (zeer) onvolledig, enz.). Resteren aantekeningen als niet zeker, niet gansch zeker, zeer onzeker, niet altijd zeker, half en half, waarvan de strekking niet duidelijk is, omdat ze soms ook voorkomen in kombinatie met goed of zeer goed. Wellicht betreffen ze dan eerder de lokalisatie van het dialekt. Deze kwalifikaties, die toch de indruk zijn van een tijdgenoot en die minstens berusten op het zeer uitvoerig excerperen van de beantwoordingen, maar mogelijk ook nog op externe gegevens, zijn van zo veel belang dat ik ze in Bijlage I per plaats opgenomen heb. - Bij de microfichering van de antwoordschriften is op grond van de lijst Smissaert/Hogerheijde voor zover mogelijk de plaatskode volgens Kloeke dan wel Heeroma vastgesteld. In 11 gevallen, in Bijlage I gekenmerkt door ‘olim?’, kon de ligging en derhalve de kode niet vastgesteld worden. Door de geografische indeling van de Tafereelen kon echter wel zekerheid verkregen worden, terwijl op grond hiervan nog eens 5 antwoordschriften van een foute kodering voorzien bleken te zijnGa naar voetnoot7. Een onverklaarbaar feit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
leek aanvankelijk ook dat 10 antwoordschriften in de Tafereelen onder een afwijkende plaatsnaam zijn opgenomen. Nadere bestudering van de antwoordschriften maakt echter duidelijk wat er aan de hand geweest is: Willems noteerde in de schriften die hij verzond bij voorbaat het door hem bij de bewuste korrespondent verwachte dialekt. Deze plaatsnaam is door latere raadplegers beschouwd als de plaats van herkomst van het dialekt, maar in feite bleek Willems in deze 10 gevallen dialekt afkomstig uit een nabijliggende plaats ontvangen te hebbenGa naar voetnoot8 en die andere, juiste plaats noteert hij in zijn Tafereelen. Ook de meeste van deze verbeteringen zijn in Bijlage I doorgevoerd, waardoor op grond van de Tafereelen nu maar liefst 21 antwoordschriften van een (nieuwe) kodering konden worden voorzien. - De Tafereelen bevatten een aanzienlijk deel van de gegevens van het zoekgeraakte antwoordschrift nr. 182 van Mechelen [K 330]. Daarnaast bevatten ze deze gegevens (uit eerder zoekgeraakte antwoordschriften?) voor Merken of Mercken [= Merkem N 029?], Overflakkee, Sprundel [K 177b] en Pier [Lʹ5,7].
Amsterdam Drs. Har Brok | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage I:
|
Nr. | Plaats | Kode | Tafereel; kwalifikatie |
---|---|---|---|
1 | Aken | Mʹ3,10 | 13; goed zeer |
2 | Aalst | O 61 | [4] |
3 | Aardenburg | I 125 | 2 |
4 | Aarschot (1) | P 25 | [5] |
5 | Aarschot (2) | P 25 | [5] |
6 | Alphen | L 89 | 10; goed |
7 | Amerongen | F 189 | 10; goed |
8 | Anseghem | O 182 | 3; goed |
9 | Antwerpen (1) | K 244 | 6; goed? |
10 | Antwerpen (2) | K 244 | 6; onbeduidend |
11 | Arcen | L 250 | 8; goed |
12 | Arendonck | K 240 | 6; goed |
13 | AschGa naar voetnoot9 | L 417 | 7; goed |
14 | Asper | O 86 | 3; zeer goed |
15 | Assche (-ter-Heide) | O 162/66a [olim O 162] | [5] |
16 | Assenede | I 161 | 3; zeer goed (...?) |
17 | Aubel | Q 249 | 7;? |
17bis | Avezaath | L 42 | 10; niet zeker (op titelblad: Geheel onbruikbaar...) |
18 | Axel | I 140 | 2 |
19 | Baarle-Nassau | K 195 | 9; goed? |
20 | Baelen | Q 279 | 7; zeer goed |
21 | Bautersem | P 102 | [5] |
22 | Beek | Q 19 | 8; zeer goedGa naar voetnoot10 |
[23 | onbreekt | - | -] |
24 | Beeringen | K 358 | 7; zeer goed |
25 | Belle (1) | N 162 | 1 |
26 | Belle (2) | N 162 | 1 |
27 | Bergen-op-Zoom | I 79 | 10; goed |
28 | Berg Ste Winox | N 5 | 1; bon |
29 | Berthen | N 112 | 1 |
30 | Beveren | I 178 | 3; goed |
31 | Bierne | N 4 | 1; bon |
32 | Bilsen | Q 83 | 7; zeer goed |
33 | Blankenheim | Qʹ6,7 [olim?] | 13; goed |
34 | Boekel | L 183 | 8; zeer goed |
35 | Boom | K 287 | 6; goed |
36 | Borgloon | Q 156 | 7; niet zeker |
37 | Boxmeer | L 187 | 8 |
38 | Brecht | K 206 | 6; goed |
39 | Breda | K 160 | 9; zeer onzeker |
40 | Bree | L 360 | 7; zeer goed, tot na de werkw. |
41 | Brugge | H 36 | 2; bon |
[42 | ontbreekt [olim Brussel] | - | -] |
[43 | ontbreekt [olim Brussel] | - | -] |
44 | Budel | L 285 | 9; zeer goed |
45 | Büderich | Bʹ6,4 | 11; goed |
46 | Capelle ten Bossche | K 324 | [5] |
47 | Cassel | N 97 | 1 |
48 | Chaam en Gilze (= Gilze) | K 182 [olim K 181] | 9; zeer goed |
49 | Contich (1) | K 283 | 6; goed, niet gansch zeker |
50 | Contich (2) | K 283 | 6; goed |
[51 | ontbreekt [olim Bierne] | - | -] |
52 | Cortemarck | H 115 | 2 |
53 | Cranenburg | z 3, 11 | 11; goed |
54 | Crefeld | Eʹ6,6 | 12; goed |
55 | Cruyshouten | O 84 | 3;? |
56 | Culemborg | K 39 | 10; zeer onvolled., schier niemendal |
57 | Cuyk | L 159 | 8;? |
58 | Damme | H 14 | 2 |
59 | Deinze | O 14 | 3; niet veel te vertrouwen |
60 | Denderleeuw | O 148 | [4] |
61 | Dendermonde | I 262 | [4] |
62 | Diepenbeek | Q 71 | 7;? goed |
63 | Diest | P 41 | [5] |
64 | Diksmuide | H 108 | 1 |
65 | Dinslaeken | Cʹ7,2 | 12; goed |
66 | Dinteloord | K 151 | 10; goed |
67 | Doesburg | F 204 | 11;? |
68 | Dongen | K 163 | 9; goed, niet zeker |
69 | Dordrecht | K 94 | 10; goed |
70 | Droogenbosch | O 252 | [5] |
71 | Druten | L 54 | 10; goed |
72 | Duffel | K 293 | 6; goed |
73 | Duinkerken | H 74 | 1 |
74 | Duisburg | P 128 | [5] |
75 | Duisburg | Dʹ7,10 | 12 |
76 | Düsseldorf | Gʹ7,4 | 12; goed |
77 | Dussen | K 128 | 9; niet gansch zeker |
78 | Ede | F 193 | 10; zeer goed |
79 | Edinghen | O 281 | [4] |
80 | Eecloo | I 158 | 3;? |
81 | Eerbeek | F 176 | 11;?, niet zeker |
82 | Eeckeren | K 225 | 6; goed |
83 | Elberfeld | Fʹ9,11 | 12;? |
84 | Emmerich | y 4,4 | 11; zeer goed |
85 | Epen | Q 207 | 7; zeer goed |
86 | Erkelenz | Iʹ4,5 | 12; zeer goed |
87 | Erps-Querbs | P 73 | [5] |
88 | Esschen | K 189 | 6; goed |
89 | Etten | K 176 | 9; goed |
90 | Etterbeek | P 66a | [5] |
91 | Eupen | Q 284 | 7; goed |
92 | Everbeke | O 212 | [4] |
93 | EysdenGa naar voetnoot11 (= Gronsfeld) | Q 193 [olim Q 198] | 8;? |
94 | Fall-Mheer | Q 178 | 7; zeer goed |
95 | Galmaerden | O 232 | [4] |
96 | Gangelt | Kʹ2,3 | 12;? |
97 | Geraardsbergen (1) | O 228 | [4] |
98 | Geraardsbergen (2) | O 228 | [4] |
99 | Geldern | Cʹ4,5 | 11; goed |
100 | Gemert | L 207 | 9;? goed |
101 | Genck | Q 3 | 7; zeer goed |
102 | Gennep | L 164 | 8; goed |
103 | Gent | I 241 | [4] |
104 | Gheel | K 307 | 6; goed |
105 | Glabbeek | P 99 | [5] |
106 | Goch | Aʹ3,6 | 11; zeer goed |
107 | Gorinchem | K 99 | 10; goed, niet zeker |
108 | Goyk | O 239 | [4] |
109 | Grathem | L 326 | 8; goed |
110 | Grevenbroich | Hʹ6,2 | 13 |
111 | Groot-Ammers | K 19 | 10; goed |
112 | Gulpen | Q 203 | 7;?? |
113 | Gummersbach | Iʹ12,8 | 13; goed |
114 | Halle | O 286 | [4] |
115 | Hamme (1) | I 213 | [4] |
116 | Hamme (2) | I 213 | [4] |
117 | Hamont | L 286 | 7; zeer goed |
118 | Hasselt | Q 2 | 7; goed |
119 | Hazebrouck (1) | N 155 | 1 |
120 | Hazebrouck (2) | N 155 | 1 |
121 | Heinsberg (= Karken)Ga naar voetnoot12 | Hʹ3,18 [olim Iʹ15,5] | 12; zeer goed |
122 | Heerlen | Q 113 | 7; zeer goed |
123 | Heesch | L 149 [olim L 66] | 8; onvolledig |
124 | Heeze | L 261 | 9;? |
125 | Hei-Kruis | O 276 | [4] |
126 | Heist op den Berg | K 339 | 6; goed |
127 | Helchteren | L 413 | 7; goed, niet zeker |
128 | Helden | L 291 | 8; zeer goed |
129 | Hemmerden | Hʹ6,15 [olim Cʹ13,3] | 13; onvolledig, onzeker |
130 | Herck de Stad | P 050 | 7; goed? |
131 | Herenthals | K 274 | 6; goed |
132 | Heusden | K 135 | 9; goed |
133 | Herzogenrath | Lʹ3,4 | 13; goed |
134 | Hilvarenbeek | K 197 | 9;? goed? |
135 | Hoboken | K 249 | 6; goed |
136 | De Hoeven | K 175 | 9; zeer go(ed) |
137 | Hondschoote | N 13 | 1 |
138 | Hoofdplaat | I 110 | 2 |
139 | Hooghlede | N 34 | 2; bon |
140 | Hoogstraeten | K 207 | 6; niet zeker |
141 | Horst | L 246 | 8; goed |
142 | Huissen | L 26 | 11 |
143 | Iseghem | N 45 | 2 |
144 | Isenburg | Qʹ12,17 | 13;? |
145 | Jülich | Kʹ5,13 | 13; zeer goed |
146 | Kaiserswerth | Fʹ7,7 | 12; goed |
147 | Kaldenkirchen | Fʹ4,1 | 12; goed |
148 | Keken | y 3,2 | 11; niet gansch zeker |
149 | Kempen | Eʹ5,8 [olim?] | 12 |
150 | Kerkdriel | L 92 | 10; goed |
151 | Keulen en Düren | Kʹ8,5 en Mʹ5,12 [olim?] | 13 |
152 | Kevelaer | Bʹ4,5 | 11; goed |
153 | Kieldrecht | I 147 | 3; niet gansch zeker |
154 | Kloosterzande | I 116c | 3; niet zeker |
155 | Klundert | K 154 | 10; goed, zeer onvolledig |
156 | Knesselaere | I 185 | 3; half en half |
157 | Knocke | H 2 | 1 |
158 | Koewacht | I 168c | 3;? |
159 | Kortrijk | N 141 | 2 |
160 | Landen | P 171 | [5] |
161 | Landscauter | O 27 | [4] |
162 | Lechenich | Mʹ7,8 | 13; goed |
163 | Lederzeele | b 19 | 1 |
164 | Leerdam (= Schoonrewoerd)Ga naar voetnoot13 | K 36 [olim K 73] | 10; goed, niet gansch zeker |
165 | Lennep (= Kräwinklerbrücke)Ga naar voetnoot14 | Gʹ10,8 | 12 |
[166,167 | ontbreekt [olim Leuven]Ga naar voetnoot15 | - | -] |
168 | Lier | K 291 | 6; goed |
169 | Lieshout | L 203 | 9; goed |
170 | Linnich | Kʹ4,2 | 13; zeer goed |
171 | Loker bij Meesen | N 116 | 1 |
172 | Lokeren | I 208 | [4] |
173 | Lommel | K 278 | 6; goed |
174 | Loo | N 21 | 1 |
175 | Looberghe | b 10 | 1 |
176 | Lubbeek | P 94 | [5] |
177 | Lüttringhausen | Gʹ10,7 | 12 |
178 | Maaseik | L 372 | 7;? |
179 | Maashees | L 212 | 8; goed |
180 | Maastricht | Q 95 | 7; zeer goed |
181 | Maldegem | I 154 | 3; zeer goed |
[182 | ontbreekt [olim Mechelen] | - | 6; zeer goed] |
183 | Meenen | N 132 | 2 |
184 | Merchtem | O 69 | [5] |
185 | Middelburg | I 126 | 3 |
186 | Millingen | L 75 | 11; goed, niet gansch zeker |
187 | Moll | K 276 | 6; goed |
188 | Montfoort | E 217 | 10;? |
189 | Moorseele | N 87 | 2 |
190 | Moulingen | Q 199 | 8;? |
191 | Müllheim a/d Ruhr | Dʹ8,10 [olim?] | 12; goed |
192 | Nazareth | O 18 | 3; zeer goed/goed |
193 | Nederbrakel | O 208 | [4] |
194 | Neeritter | L 321 | 8; zeer goed |
195 | Neerpelt | L 312 | 7; goed(?) |
196 | Neuss | Gʹ7,14 | 12; goed |
197 | Nevele | I 233 | 3; niet zeker |
198 | Nideggen | Nʹ5,14 | 13; goed |
199 | Nieuport | H 46 | 1 |
200 | Ninove (1) | O 152 | [4] |
201 | Ninove (2) | O 152 | [4] |
202 | Nukerke | O 202 | [4] |
203 | Nijmegen | L 071 | 10; goed |
204 | Odenkirchen (= Giesenkirchen) | Hʹ5,13 [olim Hʹ5,5] | 12; goed |
205 | Oedelem | I 153 | 2 |
206 | Oirsbeek | Q 33 | 8; goed |
207 | Oirschot | K 187 | 9;? |
208 | Oisterwijk | K 185 | 9; niet zeker, goed |
209 | Olpe | Iʹ10,7 [olim?] | 13; goed |
210 | Oostende | H 16 | 1; excellent |
211 | Oosterhout | K 161 | 9; goed |
212 | Oosterzele | O 30 | -; (op titelblad: slecht) |
213 | Oostham | K 315 | 6; goed |
214 | Oostroosebeke | O 4 | 2 |
215 | Opheusden | L 13 | 11; goed |
216 | Opwijck | O 68 | [5] |
217 | Oss | L 99 | 8; niet zeker |
218 | Ossendrecht | I 118 | 10; goed |
219 | Oudenaerde | O 98 | [4] |
220 | Overpelt | L 314 | 7;? |
221 | Overyssche | P 133 | [5] |
222 | Oxelaere | N 100 | 1; bon |
223 | Peer | L 355 | 7;? |
224 | Poelcapelle | N 31 | 2; excellent |
225 | Poperinghe | N 67 | - |
226 | Posterholt | L 387 | 8; de klanken niet zeker |
227 | Puers | I 268 | 6; zeer goed |
228 | Quadrath (= Bergheim) | Kʹ6,7 [olim?] | 13 |
229 | Ravestein | L 102 | 8;? |
230 | Reekheim (= Rekem) | Q 12 [olim?] | 7; goed |
231 | Rees | z 5,11 | 11; goed |
232 | Reyen bei Mörs (= Ragen) | Dʹ6,15 [olim?] | 11 |
233 | Renswoude | F 190 | 10; onvolledig en onzeker |
234 | Rethy | K 241 | 6; (goed) |
235 | Reusrath | Hʹ8,13 | 13; goed |
236 | Roermond | L 329 | 8; zeer goed |
237 | Ronse | O 265 | [4] |
238 | Rosendaal | K 174 | 10; goed? |
239 | Rousbrugge-Haringhe | N 17 | 1; excellent |
240 | Rousselaere | N 38 | 2; excellent |
241 | Ruddervoorde | H 72 | 2 |
242 | Rumpt | K 77a | 10; niet zeker |
243 | Ruppichteroth | Lʹ11,13 | 13;? |
244 | Ruysselede | I 223 | 3; niet te vertr. |
245 | Sas van Gent | I 162 | 3; slecht |
246 | Schyndel | L 179 | 8;? |
247 | Seevergem | O 21 | 3; goed |
248 | Sevenum | L 266 | 8; goed |
249 | 's Hertogenbosch | K 150 | 9; goed |
250 | Siegburg (1) | Mʹ10,3 | 13 |
251 | Siegburg (2; = Overath) | Kʹ10,9 [olim Mʹ10,3] | 13 |
252 | Simpelveld | Q 116 | 13; allerbest |
253 | St. Geertruidenberg (= Geertruidenberg) | K 129 | 9; zeer goed, niet gansch zeker |
254 | St. Genesius Rode | P 198 | [5] |
255 | St. Gillis Waes | I 173 | 3; goed |
256 | St. Joris Weert | P 130 | [5] |
257 | St. Joris Winghe | P 93 | [5] |
258 | St. Maria Oudenhove | O 127 | [4] |
259 | St. Nikolaas | I 175 | [4] |
260 | St. Oedenrode | L 200 | 9;? goed |
261 | St. Pieters Jette | O 174a | [5] |
262 | St. Quintens Lennik | O 238 | - (geen titelblad) |
263 | St. Truiden | P 176 | 7; goed |
264 | Sittard | Q 20 | 8; allerbest |
265 | Sleydinghe | I 195 | 3;?, niet juist |
266 | Solingen | Gʹ9,19 | 12; goed |
267 | Sonsbeck | Bʹ5,4 | 11; zeer goed |
268 | Sotteghem | O 117 | [4] |
269 | Stabroek | K 203 | 6; goed |
270 | Steele a.d. Ruhr | Dʹ9,7 | 12; goed |
271 | Steenbergen | I 57 | 10; goed? |
272 | Stekene | I 171 | 3; (...?), goed |
273 | Stevensweert | L 378 | 8; goed? |
274 | Stockheim (=Stokkum) | L 423 [olim Mʹ6,9] | 7;? |
275 | Stolberg | Mʹ4,5 | 13;?Ga naar voetnoot16 |
276 | Straelen | Dʹ4,4 | 11; onvoll. |
277 | Stryen | K 124 | 10; goed |
278 | Tessenderloo | K 353 | 6; goed |
279 | Thieldonck | P 21 | [5] |
280 | Thielt | H 123 | 2 |
281 | Thienen | P 145 | [5] |
282 | Tholen | I 77 | 2 |
283 | Tilburg | K 183 | 9; goed maar onvolledig |
284 | Tongeren | Q 162 | 7; goed |
284 bis | Tongerloo | K 309 | -; (nagekomen dec. 1942) |
285 | Torhout | H 116 | 2 |
286 | Trier | Yʹ6,7 | 13; goed |
287 | Turnhout | K 237 | 6;? |
288 | Twello | F 155 | 11; goed, niet gansch zeker |
289 | Uddel | F 127 | 11; goed |
290 | Uedem (1) | Aʹ4,7 | 11; zeer goed |
291 | Uedem (2) | Aʹ4,7 | 11; goed |
292 | Uerdingen | Eʹ6,4 | 12; goed |
293 | Utrecht | E 192 | 10; goed |
294 | Vaals | Q 222 | 13; goed |
295 | Valkenburg | Q 101 | 8; goed |
296 | Venlo | L 271 | 8; goed |
297 | Venray | L 210 | 8; goed |
298 | Veurne | H 84 | 1; excellent |
299 | Vianen | K 30 | 10; zeer onzeker |
300 | Vilvoorden | P 10 | [5] |
301 | Vleteren | N 110 | 1 |
302 | Vlierden | L 243 | 9; goed |
303 | Vlierzele | O 49 | [4] |
304 | Vlisseghem | H 6 | 1 |
305 | Voorthuizen | F 144 | 10; best |
306 | Waalre | L 257 | 9; goed |
307 | Waalwijk | K 141 | 9; goed |
308 | Wachtendonk | Eʹ5,1 | 11; goed? |
309 | Wageningen | L 10 | 11;? |
310 | Waldbillig (Luxemburg) | Yʹ4,08 [olim?] | 13 |
311 | WaldenrathGa naar voetnoot17 | Iʹ3,12 | 12; goed? |
312 | Waldfeucht | Iʹ2,12 [olim?] | 12; goed |
313 | Wanroy | L 184 | 8; goed |
314 | Watervliet | I 133 | 3; zeer goed |
315 | Weert | L 289 | 8; zeer goed |
316 | Werchter | P 26 | [5] |
317 | Werden | Eʹ9,12 | 12; zeer goed |
318 | Wesel | Bʹ6,1 | 11; niet zeker |
319 | Westdorpe | I 166 | 3; zeer goed |
320 | Westerloo | K 310 | 6; goed |
321 | Westmalle | K 230 | 6;? |
322 | West-Nieuwkerke | N 163 | 1; niet zeker |
323 | Wetteren | I 255 | [4] |
324 | Weurt | L 65a | 10; zeer goed |
325 | Willich | Fʹ6,5 | 12; goed |
326 | Wilp | F 156 | 11; zeer goed |
327 | Wonterghem | O 7 | 3; niet zeer juist |
328 | Wormhout | N 53 | 1 |
329 | Woumen | H 112 | 1 |
330 | Würm bei Lindern | Kʹ4,1 [olim?] | 12; zeer goed |
331 | Wychen | L 106 | 10; zeer goed |
332 | Xanthen | Bʹ5,1 | 11 |
333 | Iperen | N 72 | 1 |
334 | Yzendyke | I 128 | 2 |
335 | Zaffelaere | I 204 | 3; zeer goed maar onvolledig |
336 | Zalt-Bommel | K 117 | 10; goed |
337 | Acht Zaligheden (Duisel) | K 219 | 9; allerbest |
338 | Zele (1) | I 258 | [4] |
339 | Zele (2) | I 258 | [4] |
340 | Zevecote | H 57 | 1 |
341 | Zevenaar | L 33 | 11; goed |
342 | Zevenbergen | K 155 | 9 |
343 | Zomeren | L 264 | 9; goed, niet altijd zeker |
344 | Zomerghem | I 192 | 3; zeer goed |
345 | Zout-Leeuw | P 112 | [5] |
346 | Zuidzande | I 106 | 2 |
347 | Zundert | K 190 | 9 |
Bijlage II:
In de tabellen verwerkte plaatsen zonder antwoordschrift
Nr. | Plaats | Kode | Tafereel: kwalifikatie |
---|---|---|---|
- | Merken | [= Merkem N 29?] | 1 |
- | Overflakkee | - | 2 |
- | Mechelen | K 330 | 6; zeer goed |
- | Sprundel | K 177b | 9; goed |
- | Pier | Lʹ5,7 | 13;?Ga naar voetnoot18 |
Bibliografie en afkortingen:
Brok, H.J.T.M. | ||
1970 | ‘Het Archief Van Ginneken’. Mededelingen van de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde 9, 7-19. | |
Brok, H. | ||
1979 | ‘Iep en olm in de Nederlandse dialekten’, in: Gerritsen 1979, 129-141. | |
De Ceuleneer, A. | ||
1909 | ‘Pieter Willems, zijn leven en zijne werken’. Jaarboek der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 23, 213-337. | |
Gerritsen, M. (red.) | ||
1979 | Taalverandering in Nederlandse dialekten. Honderd jaar dialektvragenlijsten: 1879-1979. Muiderberg. | |
Goeman, A. | ||
1988 | ‘Dialectes et jugements subjectifs des locuteurs. Quelques remarques de méthode à propos d'une controverse’, in: Espaces Romans. Etudes de dialectologie et de géolinguistique offertes à Gaston Tuaillon. Grenoble 3, 1988. Vol II (ter perse). | |
Goemans, L. | ||
1943 | ‘De zegslieden bij het phonetisch dialectonderzoek’, in: Album René Verdeyen. Bruxelles/Den Haag, 213-219. | |
Goossens, P. | ||
1982 | ‘Het manuscript van Louis Roebroek’, in: ‘Dialect van Beek-Elsloo’ door J.L.H. Roebroek (1851-1924), met inleidingen door F. Ramaekers en P. Goossens. [Beek] [serie ‘Wat Baek ós bud’ dl. 3] | |
KANTL: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde te Gent. | ||
Noordegraaf, J. | ||
1979 | ‘“Eene linguistische kaart van Nederland”. Rondom de dialectenquête van 1879’, in: Gerritsen 1979, 36-51. | |
PJMI: P.J. Meertens-Instituut te Amsterdam. | ||
VMKVA: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde. |
- voetnoot1
- Brief J. Willems 24 aug. 1908: ‘Gij zult een cohier met zwarte omslag in wasdoek in de kas vinden. Dat kohier heb ik geschreven, het omvat de lijst van hetgeen de kas bevat en laat den voortgang van het werk begrijpen.’ Dit zwarte schrift is na 1934 zoekgeraakt.
- voetnoot2
- Brief Weduwe Willems 22 jan. 1907: ‘Il manque encore une partie du paquet VI lors de l'envoi à l'Academie. Les documents qui manquent se trouvent dans deux couvertures brunes en 8o, ces couvertures portent pour titre, l'une Oostvlaanderen, l'autre: Zuid-Brabant.’
- voetnoot3
- Andere ontbrekende stukken zijn de antwoordschriften genummerd 23, 42, 43, 51 en 182. De nrs. 42 en 43, beide ingevuld voor Brussel, waren in 1934 nog aanwezig, nr. 182 (Mechelen) was toen al zoek (gedeeltelijke inventarislijst arch. KANTL 27 nov. 1934). Nr. 51 (alf. tussen Contich en Cortemarck) staat in die lijst voor Bierne, dat later het nummer 31 kreeg. In een later door Pauwels opgestelde lijst van plaatsen (brief 25-1-1967 PJMI) is sprake van drie onvindbare antwoordschriften voor Brussel, wat dus niet juist is. Over het ontbrekende nr. 23 (alf. tussen Beek en Beeringen) is verder niets bekend.
- voetnoot4
- Bij De Ceuleneer (1909, 288), die een eerste inventaris publiceerde, nog 578 blzz.
- voetnoot5
- Bij De Ceuleneer (1909, 288) nog 843 blzz.
- voetnoot6
- Bij De Ceuleneer (1909, 288) nog 3930 blzz.
- voetnoot7
- Bij de aanvullingen en verbeteringen van de kodering heb ik daarnaast met vrucht gebruik gemaakt van de door Goeman geëxcerpeerde gegevens van Willems' vraag ‘Dit dialect wordt nog gesproken in de volgende gemeenten en gehuchten: (...)’ (Goeman 1988) en van een kritische blik op mijn kaart van J. Goossens.
- voetnoot8
- Zo noteert bijvoorbeeld de invuller van het antwoordschrift Heinsberg (nr. 121) ‘Bei vorliegender Arbeit richtete ich mich durchweg nach den Dialekt meines Geburtortes’, namelijk Karken, enz.
- voetnoot9
- In Tafereel 7 onder de naam Niel(-bij-Asch) en wellicht ook beter daar te lokaliseren, omdat de invuller Niel bij Asch (L 418) als geboorteplaats opgeeft.
- voetnoot10
- Zie voor dit antwoordschrift ook Goossens 1982, 35 ev.
- voetnoot11
- In Tafereel 8 onder de naam Gronsfeld (met doorgestreept Eijsden!). De invuller is bovendien geboren en Hoofd der School te Gronsfeld.
- voetnoot12
- In Tafereel 8 onder de naam Karken, zie verder voetnoot 8.
- voetnoot13
- In Tafereel 10 onder de naam Schoonrewoerd. De in Friesland geboren invuller is bovendien Hoofdonderwijzer in deze plaats.
- voetnoot14
- In Tafereel 12 onder de naam Kräwinklerbrücke. De invuller is Hauptlehrer in deze plaats.
- voetnoot15
- Enkele gegevens uit dit materiaal zijn verwerkt in Goemans 1943, 213-219.
- voetnoot16
- Het titelblad geeft als dialekt op: ‘Stollberg (of Kohlscheidt?)’ en daaronder ‘(Pier)’, waardoor het dialekt van dit antwoordschrift ook wel gesitueerd wordt in Pier. Uit de tabellen, waarin zowel Stollberg als Pier geëxcerpeerd zijn, blijkt dat Willems zelf dit antwoordschrift typeert als geldend voor Stollberg. Een antwoordschrift voor Pier ontbreekt overigens in de nalatenschap (zie ook Bijlage 2).
- voetnoot17
- In Tafereel 12 onder de naam Straeten.
- voetnoot18
- Zie ook voetnoot 16.