Taal en Tongval. Jaargang 40
(1988)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 1]
| |
[Nummers 1 en 2]Acht nieuwe teksten in het Middelnederlands uit de 13de eeuw
| |
[pagina 2]
| |
verbaasden. Hij signaleerde ons ook dat hij een supplement op het ‘Corpus’ voorziet, maar nog niet in de nabije toekomst, aangezien de tweede reeks, de ‘literaire teksten’, nog niet is afgewerkt en andere activiteiten hem momenteel druk bezig houden. Het pakket van acht teksten dat hier wordt uitgegeven, kwam tot stand door de samenwerking van drie onderzoekers. G. Declercq was de eerste die een tekst vond die niet in het ‘Corpus’ was uitgegeven: een oorkonde van de schepenen van Aardenburg (hier nr. 5), reeds gesignaleerd door prof. dr. W. Prevenier in zijn recensie van Gysselings werk in 1982Ga naar voetnoot2. H. Rombaut vond niet zo lang geleden een tweede tekst in een bundel van het bisschoppelijke archief te Brugge (nr. 6). M. Leroy tenslotte, die bij prof. Prevenier (R.U. Gent) als licentiaatsverhandeling een paleografische en diplomatische studie voorbereidt over de Vlaamse scriptoria (grotendeels op basis van het ‘Corpus’), vond op haar beurt in hetzelfde bisschoppelijke archief in de oorkondenschatten drie nieuwe teksten (nrs. 1, 2 en 7). De overige drie (nrs. 3, 4 en 8) heeft H. Rombaut nadien nog gevonden toen hij een bundel van het fonds van de Sint-Salvatorskerk van Brugge in het reeds genoemde archief onderzocht. De verantwoording van deze bronnenuitgave komt volkomen overeen met die van het ‘Corpus’. Het is dan ook logisch dat wij met de aldaar gevolgde methodes rekening houden. De uitgavecriteria betreffen allereerst de selectie van deze teksten: originelen of authentieke kopieën van voor 1300. Alleen de tekst van 31 januari 1299 stelt in dit opzicht een probleem. Deze oorkonde is niet bewaard in origineel, maar in een bijna gelijktijdige kopie, die ten laatste ontstond tijdens de eerste jaren van de 14e eeuw. Verder volgden we de uitgaveprincipes van M. Gysseling, nl. een uitgave zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke tekstbeeld. In het kort uiteengezet betekent dit dat de afkortingen werden opgelost met aanduiding door cursivering, dat de hoofdletters en de interpunctie uit de originelen werden bewaard, dat die dan ook niet werden toegevoegd op plaatsen waar het naar huidige normen noodzakelijk is en dat de oorspronkelijke spelling (zoals v voor u, u voor v, vv voor vu) werd behouden. Ook bij het opstellen van de regesten, de beschrijvingen van het document (vindplaats in het archief en formele kenmerken van het stuk) en de notities in dorso, hebben we getracht het ‘Corpus’ getrouw na te volgen. Verder werden de teksten chronologisch geordend op de datum omgezet naar nieuwjaarsstijl. Een belangrijk verschil met het ‘Corpus’ is echter dat we de bespreking van de handen achterwege laten. Het is voor ons immers moeilijk een vergelijking te maken met de andere teksten die dr. Gysseling verzamel- | |
[pagina 3]
| |
de. Bovendien werkt M. Leroy momenteel precies aan een vergelijkende studie van die handen, met inbegrip van de teksten die hier worden uitgegeven. De resultaten van haar onderzoek zullen wellicht later worden gepubliceerd. Wat tenslotte de taalkundige karakteristieken betreft, zien we weinig verschil tussen deze teksten en de andere uit het ‘Corpus Gysseling’. Aangezien ze ontstaan zijn in de omgeving van Brugge, vertonen ze zowat dezelfde taalkundige kenmerken, als de andere documenten uit die streekGa naar voetnoot3. | |
1. Brugge
| |
[pagina 4]
| |
1doen te verstane alden goenen die dese let/tren zullen zien ende horen. 2dat lammin troest. Lizebettha zijn wijf. ende Wouter cazeuoet. des 3lammins troests / zoene bi sinen ersten Wiue quamen vor ons. ende 4vercochten. ende gauen halm ende ghifte ende wedden te Wette te 5Waerne / Jeghen elken mensche den here. Jhanne halse capellaen van 6sint Saluatoers in brugghe ter kerke boef sint Saluatoers / viere Imete 7lants lichtelic min iof lichtelic me. Vry lant eghin lant ende quite lant 8der kerken sint saluatoers te Vrien / eghindome legghende Indie 9prochya vanden sconendike upt Vria. drie Imete ende .zesse ende 10dertich Roeden heten Yze/ghers lant. ende een Imet .preter .xxxvi. 11Roeden. die heten nordmeet. Ende dese vorseide lammin troest ende 12zijn wijf .Lize/betthe.Ga naar voetnoota) zijn worden Eeruelike chensers der kerke Van 13sint saluatoers van al den vorseiden lande omme Viertich solidi goeder 14/ vlaemsch peneghe siaers te gheldene sinte martins daghe Vor 15medewinter. ende Wllen coep ende wlle versterefnesse / met ghehelen 16chense vanden jare. Ende omme dat dit aldus vor ons was ghedaen so 17hebwi dese lettren te kennessen / vthanghende ghezeghelt met onsen 18zeghelen. Dit was vor ons ghedaen anderdaghe meyes Int jaer alsmen / 20scrift. van ons heren Incarnatioene m. cc ende zeuentich. | |
2. Brugge
| |
[pagina 5]
| |
1dese / lettren sullen zien & horen lesen dat quamen vor ons bouden 2van cattevorde / lizebette sin wijf & gherard die visierre Ende wedden 3vpten barbliken/sten van hen drien Mestere gherarde van oupi 4canoenec van sinte donaes / in brucghe. ter kerke boef van sinte 5donaes vorseid .viere. pond & / .viere. scheleghen goeden vlaemschen 6peneghen tegheldene elkez jaers telken / sinte jans daghe middels 7somerz die erst comt .een ende tuyntich. / scheleghen toter wile dat die 8vorseiden peneghen al sin vergouden. / Ende in kennessen van deser 9dinc dat soe vast & ystade bliue / zo hebben wie vorseiden schepenne 10dese lettren yseghelt met onsen ze/ghellen vtanghende. dit was 11ghedaen dincsendaghes na sinte / mathijz daghe .anno domini 12.M.CC'.Lxxx. tercio. | |
3. Brugge
| |
[pagina 6]
| |
1binden ambochte van vtkerke ende in die prochie van / weyndunen. in 2welke vorseide helleuene ymete. lands. leghet ene hofstede die 3toebehort / ten vorseiden viue ymete lands. welke hofstede wilen was 4ser willems steenwaer/ders rudders. welc vorseide land leghet 5ommetrent die vorseide hofstede. welke / vorseide .helleuene ymete. 6lands ghelden al .ene. halue maerc elkes jaers te sculden miin / here 7robbrechte van wauri ruddre. dat es te verstane. dat die halue maerc. 8doet zeven/tien scheleghe vlaemsche .vier peneghe vlaemsche min. 9Ende die vorseide willem .f. boudens / ende adelise siin wijf. wedden 10dien vorseiden .Janne cortscove. die vorseide viue ymete / lands & die 11hofstede diere binnen leghet. te wetten te waerne. wegh. ende land / 12Eghin land ende quite land. met zinen rechten havenante vander 13vorseider scult / te zinen vrien Eghindome jeghen elken mensche. vort 14so gaf weder. die vorseide / jan cortscoof. dien vorseiden Willemme 15.f. boudens. ende adelicen zinen wiue. die vorseide / viue ymete lands 16metter hofstede diere binnen leghet. te Erfliken Cense omme drie / 17pond ende acht scheleghe goeder vlaemscher peneghe elkes jaers. 18boven allen coste. / & alre scult die comet lopende vp dit vorseide 19land. sonder die vorseide drie / pond. ende acht scheleghe tsiaers te 20minderne. te gheldene desen chens telker / sinte maertins messe. Ende 21desen Ersten chens salmen ghelden van sinte maer/tins messe die nu 22erst comet over een jaer ende vort elkes jaers ommeganc. / te gheldene 23hewelike dien vorseiden chens telker sinte maertins messe. Met haluen 24/ cope ende haluer versterfnesse. Ende in kennessen van deser dinc. 25dat wie vorsei/de scepenen willen dat soe vast ende ghestade bliue so 26hebben wie dese lettren / te kennessen vthanghende gheseghelt met 27onsen zeghellen. dit was ghedaen sater/daghes na sinte berthelmeus 28daghe anno domini m̊.cc̊.lxx̊x.quinto. | |
4. Brugge
| |
[pagina 7]
| |
1A. Origineel: Brugge, bisschoppelijk archief, fonds Sint-Salvator, 2bundel S 195, envelop 1285. Perkament (H 341 + plica 22, B 310 3mm), 11 uithangende zegels, waarvan 1 bijna volledig en 9 4gedeeltelijk bewaard. In dorso: (eerste helft 14e e.:) dit es de vp 5gheuinghe van xviii lb. viii s̄. siaers ter capelrie boef. - (midden 16e 6e.:) Dese chaertre is ghecopiert. - (begin 17e e.:) originele ghifte brief / 7van vijfthien ponden / parisijse tjaers met de / copie authenticq aende / 8prebende Cortschoof ten / jaere i285. sijnde de / eenighe groote 9vrughten / van dese prebende. beset / op landen in de prochie / van 10nieumunster nu / competerende het Cappitel van st. donaes binnen / 11brugghe. De bewaarde perkamenten zijn eveneens beschreven: zij zijn 12vervaardigd uit een andere oorkonde van dezelfde hand.
15Wie willem van boonhem. bouden die broekre rudders. Reinvaerd 16porin. willem die scoutete. oliuier vander / haghe. jan vanden zande. 17heinric die grote. weynin van varsenare. gillis .f. diederix lambert .f. 18diederix / van rasewale. Gheraerd die weuel. arnoud .f. heinemans. 19Ende jan van tardendike scepenen vanden vrien / doen te wetene allen 20den goenen die dese lettren zullen zien jof horen lesen. dat Camen vor 21ons. jan cort/scoof portere in brucghe. Ende vergriele siin suster. Ende 22Gaven vp. den here Gheraerde van bredene capellaen / van sinte 23saluators in brucghe al die macht. ende al dat rechte. dat sie adden an 24achtiene ponden. ende / acht scheleghe goeder vlaemscher peneghe 25renten elkes jaers. over ser jans cortscoofs ziele. ende verlie/jaerden 26siins wijfs. welke achtiene pond tsiaers sullen gaen tere capelrien boef 27in sinte saluators kerke / vorseid. over hare beder ziele. ser jans. ende 28verliejaerden vorseid. welke achtiene ponde tsiaers sal hebben die / 29goene die die capelrie besinghen sal ende verdienen in die vorseide 30kerke. Ende van dien vorseiden acht schele/ghen vlaemscher peneghe 31tsiaers. sullen gaen. vier scheleghe telken jaritide. vanden tveen doden 32dat es te / wetene te viere stallichte die men setten sal te haren graue. 33van welken vorseiden achtiene ponden ende acht / scheleghe tsiaers. 34so siin beset tien pond tsiaers vp zeventiene ymete ene line lands 35lichtelic [m]in jof / me licghende binnen den ambochte ende in die 36prochie van niemoenstre. ende waren ghecocht / jeghen bouden den 37wale ende jeghen margrieten ziin wijf. Ende viue pond tsiaers die beset 38siin / vp dartiene ymete lands lichtelic min jof me. licghende binnen 39den ambochte ende in die prochie / van niemonstre. ende waren ycocht 40jeghen vermarien boudens wedewe f hobs. Ende drie ponde / ende | |
[pagina 8]
| |
1acht scheleghe tsiaers. die beset siin vp viue ymete lands lichtelic min 2jof me licghende bin/nen den ambochte van vtkerke ende in die prochie 3van wendunen. ende waren ycocht jeghen willem / .f. boudens. ende 4jeghen adelicen ziin wijf. Ende die vorseide jan cortscoof. ende 5vergriele siin suster / wedden dien vorseiden. den here Gheraerde ter 6vorseider Capelrie boef al dese vorseide rente ende / ten stallichten 7boef ghelijc dat vorseid es te wetten te waerne jeghen elken mensche. 8Ende / in kennessen van deser dinc dat wie vorseide scepenen willen 9dat soe vast ende ghestade bliue / so hebben wie dese lettren te 10kennessen vtanghende gheseghelt met onsen zeghellen. dit was 11ghe/daen saterdaghes na sinte lucien daghe anno domini .m̊.cc̊.lxx̊x. 12quinto. | |
5 Aardenburg
| |
[pagina 9]
| |
6. Brugge
| |
[pagina 10]
| |
1ymet ende / .zeven ende tvintich. roeden landz licghen int ende vander 2prochie te oestkerca west vander kerke / biden werue ende heet hoghe 3stic. daer of dat Catelinen jans wedewe vanden werve elx / jaers ghelt 4.tien. scheleghen vlamschen telken sinte maertins messe Erflike soe 5ende haer hoir. / ende die eenen imet [land]z leghet in die prochie te 6colekerca vorseid bi riquardz rovers ofsteden / was. Ende hier of ghelt 7hannin die rovere .vive. scheleghen vlaemschen tsiars telker alf 8maerthe / Erflike hie & sin hoir. Ende willem van weindunen & 9machtild sin wiif vorseid wedden de/ser vorseider heilsoe[ten] dese 10vorseide Erflike rente tewetten tewaerne te haren vrien / Eghindome 11jeghen elken menschen. Ende in kennessen van desen sticken dat sie 12vast ende ystade bliuen / so hebben wie vorseide schepenen dese 13lettren yseghelt met onsen zeghellen huthanghende. Dit / was ghedaen 14in sinte vincensiz daghe. anno domini .M.CC. Nonagesimo. tercio. | |
7. Brugge
| |
[pagina 11]
| |
1ghauen halme ende wettelike ghifte den here Niclaise van bieruliet 2canonec van sinte Donaes jn brugghe van / den rechten vichtendele van 3zeuentiene ymete lands ende van enen haluen ymete lands lichtelic 4meer of lichteliic min ligghende / in die prochie van sinte midaiels ende 5jnt ambocht vanden ziesseelschen ende vanden rechten vichtendele van 6alder husinghe diere vp staet / ende van alden boemen diere toe 7behoren met al dat an die husinghe es artuast ende nagheluast twilke 8land metten husinghe leghet / jn steden datmen hetet vp munters bergh. 9ende lamsin bonin .f. lamsins bonins ende christine siin wiif vorseide 10wedden den here Niclai/se van bieruliet vorseit Dit vorseide land 11metten husinghe ende metten boemen ende met al dat an die husinghe 12es artuast ende naghel/uast te weme te warne joeghen elken mensche 13vri land quite land wech ende land met siere rechter schuit sere Niclais 14van bi/eruliet vrien eghindome vorseit. Ende omme dat wie canoneke 15vorseide willen dat dese dinc bliue uast ghestade ende wel ghe/houden 16hebben wie dese lettren jn kennessen ghezeghelt vthanghende met 17onsen zeghelen Dit was ghedaen swonsdaghes voer / palme soendaghe 18anno Domini millesimo Ducentesimo Nonagesimo quarto. | |
8. Brugge
| |
[pagina 12]
| |
1document lijdt geen twijfel aangezien abt Heinricus het origineel 2beschrijft, voorzien van 12 zegels.
4B. Perkament verstevigd met papier in dorso (H 204, B 261 mm), 5geen plica, geen zegels. In dorso: (ca. 1300:) transchrift van minen 6groten tsaertre. - (tweede helft 15e e.:) Etcetera / littera cauit de x libra / 7super xiiii mensuras & / perpetui capellanie extra chorum sub / doxali 8& annexse alte / messe. - (17e e.:) n. 5. C. Perkament, verstevigd met 9papier aan de rugzijde (H 240 + plica 23, B 289 mm), 1 uithangend 10zegel verloren. In dorso: (m. 14e e.:) Ettelghem / [...] de [c]apelanie / 11colart muerfs quondam / dominus petrus heerleems de x libra parisis / 12super xiiii mensuras. - (eerste helft 16e e.:) vidimus metter lettren / van 13bezette daer / in gheniscreert van / x libra p. tsiaers in ettelghem / 14toebehorende der hooft/messe tsinte saluators / ende noch van vier 15libra in / sinte katelinen west. - (17e e.:) n 5.
18Wje jhan van women. wouter scaerlaken rudders. wouter van women. 19jhan van caedzant. willem van cleyheem. heinric die grote. Bouden die 20brokere / Diederic van snipgate. jhan die brune. weinin van 21varssenare. hughe vanden houe. Gillis van emeghem. Bouden die 22rikelike Ende pieter / anselin scepenen vanden vrien doen te wetene 23allen den ghenen die dese letteren zullen zien jof horen lezen dat cam 24voor ons / Broeder willem pueder meester vanden huze vanden 25heleghen gheest in brugghe ende gaf wettelike ghifte bi consente van / 26sinen broederen vanden vorseiden huus. den here amoude van axele 27den capellaen van .x lb. goeder vlaemscher penichghe / erueliker 28renten siaers die beset siin vp .xiiii imete lands lichtelic meer iof min 29ligghende inde prochie van ettelghem / vanden welken vorseiden lande 30hetets .een yment preter .xiii. Roeden die west maent metter hofstede. 31Ende vort heten die viere ymete / barenstic Ende voord hetes een 32yment bodemkiin bi catelinen kinder wonendeGa naar voetnoota) Ende voord heten .twe 33ymete die werninghe metten / coolhoue ende voord heten .iiii. linen 34coelbrecht Ende voord heten ander .iiii. linen zuderpiet bredemaet 35Ende vord ene line lands / int welke staet een boengaert die was 36wicaerds. Ende voord heten .drie ymete zade met haluen copen ende 37versteruenesse / als auenture gheuallet. Ende voord so gaf die vorseide 38meester wettelike ghifte den here arnoude vorseitGa naar voetnootb) concente vanden / 39voorseiden broeders van .iiii. lb. goeder vlaemscher peneghe erueliker | |
[pagina 13]
| |
1renten siaers die beset siin up .viii. ymete lands lich/telic min iof meer 2ligghende binden ambochte ser woutermans int ghesceet vander 3prochie te bredene ende sinte kateli/nen west bewesten daer heinric f 4hebs wilen woende vanden welken voorseiden lande leghets omtrent 5dardalfline in steen/naerts belc andoesside vande sticke. Ende anderalf 6ymet int belcsin daer bi. Ende anderalf ymet in moysin werf. ende / 7anderalf ymet in godebrechts stic daer bi up die oest side vanden 8sticke.Ga naar voetnootc) Ende noch so leghets .i½. ymet zuut ouer / den vliet in hoefts 9lant vp die oest zide.Ga naar voetnootd) Ende .ii½ line leghets bewesten sinte katelinen 10waerd of westalf ant hofland / datmen heet doude driesch metten 11vullen cope ende metter vulre versteruenesse als het gheuallet Ende 12voort so gaf die voorseide / meester wettelike ghifte den here arnoude 13voorseid bi concente van den voorseiden broeders van .xx. s̄. goederGa naar voetnoote) 14peneghen erueliker / renten siaers die beset siin vp .vii. linen lands 15lichtelic meer of min ligghende binden ambochte ende inde / prochie te 16Houtawe zuut oest vander karke of oesthafGa naar voetnootf) moys balx benoorden 17lammin bruninx boesten den weghel/kine dat leghet onder dies 18voorseiden lammins west weech welc vorseids lands es gheheten 19scapes belc met / haluen cope ende met haluer versteruenesse als het 20gheuallet Ende die vorseide meester wedde den here arnoude / 21capellaen voorseid al dese voorseide eruelike rente te wetten te waerne 22ende al die macht ende al dat recht datter / tvoorseids huus vanden 23helighen gheest in Brucghe an hadden als te sinen vrien eghindome 24tere capelrien / boof inde kerke te sinteGa naar voetnootg) saluators in Brugghe jeghen 25elken mensche Ende al dese voorseide eruelike rente / was ghegheuen 26in rechten wissele omme .xv. lb. renten siaers ligghende inde poort te 27brugghe. Dat es te / wetene .ix. lb ende .xv. s̄ siaers an ene hofstede 28inde steenstrate daer colaerd die muerf wilen vp woende ande / 29noordside vander strate ende .iii. lb. siaers an hofsteden bider 30bailgebrugghe ouer twater Ende .xlv. s̄ siaers ligghende an / hofsteden 31terGa naar voetnooth) hoye ende in kennessen van desen vorseiden dinghen dat si sullen 32siinGa naar voetnooti) ghestade so ebben wie vorseide scepenenGa naar voetnootj) dese letteren 33wthan/ghende ghezeghelt met onsen zeghelen. ditGa naar voetnootk) ghedaen 34tsaterdaghes vorGa naar voetnootl) lichtmesse. anno domini .m. cc. nonagesimo 35octauo. |
|