Kleinigheden.
XL.
‘Van 't Oosten wordt een stem vernomen,
Die klagend over de aarde zuist,
En trillend tot aan 's waerelds zoomen
Door Amerikes wouden ruischt.’
Dat zijn de eerste vier regels van Christus en de Volkeren door H.J. Schimmel (Aurora-Jaarboekje voor 1851).
‘Hoe is Afrikes kim nu ondoordringbaar.’
Dit is een regel uit een sonnet, opgenomen in Ons Tijd schrift (het Nederl. wel te verstaan, jrg. 1900 misschien, maar de nadere aanduiding is op het aantekenblaadje onleesbaar geworden).
Beide vormen, Amerike en Afrike schijnen in strijd met het Nederlandse taaleigen.
Lombárdië, Picárdië en dergelijke namen worden Lombardije, Picardije als de klemtoon verspringt naar de voorlaatste lettergreep. Bij Vondel wisselen Afrika en Afrijke op dezelfde manier, Maria wordt Marije als de laatste lettergreep toonloos wordt. En zo is er meer.
Zou in de bovenstaande gevallen ook niet Afrijke en Amerijke gestaan hebben als de dichters hun óren hadden gebruikt?
U.
P.H.M.