Taal en Letteren. Jaargang 14

verantwoording

gebruikt exemplaar

eigen exemplaar dbnl

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 14 van Taal en Letteren uit 1904.

 

redactionele ingrepen

p. 176: noot ‘1’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzingsnummer. In deze digitale editie is de noot onderaan de pagina geplaatst.

p. 420: noot ‘1’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzingsnummer. In deze digitale editie is de noot onderaan de pagina geplaatst.

p. 460-461: de aantekeningen op deze pagina's zijn in de lopende tekst geplaatst. Betreffende pagina's zijn daardoor komen te vervallen.

p. 506: noot ‘1’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzingsnummer. In deze digitale editie is de noot onderaan de pagina geplaatst.

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. IV, VIII, XVI en 468) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

[pagina I]

TAAL EN LETTEREN.

 

[pagina II]

LEIDEN: BOEKDRUKKERIJ VAN L. VAN NIFTERIK HZ.

 

[pagina III]

TAAL EN LETTEREN

REDAKTEUREN:

Dr. F. Buitenrust Hettema te Zwolle, J.H. van den Bosch te Gouda, Aug. Gittée te Antwerpen, Dr. R.A. Kollewijn te Amsterdam, J. Koopmans te Dordrecht, J.G. Talen te Zwolle en Prof. Dr. W. de Vreese te Gent.

14^e JAARGANG.

LEIDEN. - J.M.N. KAPTEIJN. - 1904.

 

[pagina V]

INHOUD.

	Bladz.
Dr. J.J. Salverda de Grave, Spreektaal en schrijftaal in Frankrijk	1
Dr. J. Aleida Nijland, Iets uit de praktijk van mijn onderwijs	28
J. Koopmans, Liederen der Wederdopers	49
Dr. G.A. Nauta, Tollens' Philemon = Langbein's Gastfreund	71
Dr. J.B. Schepers, Onderwijs in Nederlandse Letterkunde	75
Dr. A. Borgeld, ‘Lustighe Historiën’ van Coornhert	97
C.C. van Slooten, Over ‘in de lij’ en aaneengeschakelde beeldspraak	133
J.H. Deibel, Gedichten van vóór 1880	145
Dr. J.M. Hoogvliet, Korte terechtwijzing	153
F.P.H. Prick, Het Nederlandsch in woordenboeken voor de vreemde talen	156
- Komt men over den hond, dan komt men ook over den staart	171
Prof. Dr. A.G. van Hamel, Bijdrage tot de vergelijking van Cligès en Tristan	193
Prof. Dr. H. Logeman, De nasaal in ‘pampier’	212
- Enige gevallen van een stemloze media in het Nederlands	218
J. Koopmans, M.E. Tooneelzaken	225
J.G. Talen, Nieuwe taalpsychologie (II)	241
Prof. Dr. H. Logeman, Tachentig, niemendal, borendevol	258
J. Koopmans, Huygens' Kostelick Mal	289
Dr. N. van Wijk, Over eenige grammatische Categorieën van het Nederlandsch	303
Dr. M. Basse, Frederick van Jenuen en Cymbeline	314
Dr. G.A. Nauta, Een puntdicht van J. van Paffenrode	319

 

 

[pagina VI]

	Bladz.
Dr. C.G.N. de Vooys, Een anabaptisties liedboekje uit de 2de helft der zestiende eeuw	321
Dr. G.A. Nauta, Staring's ‘Odins Hela-vaart’ en ‘Het weefgezang der Walkvren’	337
B.H., Een praktikus uit de XVIIde eeuw	361
Dr. J.J. Salverda de Grave, De nasaal in Pampier	363
Dr. J. Aleida Nijland, Woordkunst	366
F.P.H. Prick, Open brief aan Dr. J.J. Salverda de Grave. (Met Naschrift van S. de G.)	369
Dr. K. Poll, Het van tienen en van vieren stellen of maken	374
P.L. van Eck Jr., Nederlandse Volksboeken	376
G. van Hulzen, Kongres-rede te Deventer	417
B.H., Een en ander over Jacob Cats	438
Prof. C. Lecoutere, Een nieuw werk van Dirc Potter	462
F.P.H. Prick, Iemand iets door de neus boren	469
Prof. Dr. J.W. Muller, Het samenstel van Willem's gedicht ‘Van den vos Reinaerde’	481
B.H., Iets van de vos Reynaerde	499
Dr. C.H. Ebbinge Wubben, Uit een Spaanse geschiedenis der Nederlandse letterkunde	510
P.L. van Eck Jr., Nederlandse Volksboeken	525
Dr. G.A. Nauta, Nog iets over eigennamen, die appellatieven geworden zijn	557

 

Boekaankondigingen. Henriëtte Roland Holst, De nieuwe geboort (E. Bonebakker) blz. 33. - Dr. C.G.N. de Vooys, Middeleeuwsche Marialegenden (J. Koopmans) blz. 173. - S.S. Hoogstra, J. van Vondels Palemedes (Dr. C.G.N. de Vooys) blz. 260. - F.P.H. Prick, De Verindisching van ons Nederlandsch (R.A.K.) blz. 271. - R. Dijkstra, Holländisch, Phonetik, Grammatik (P. Roorda) blz. 276. - Dr. C.C. van de Graft, Middelnederlandsche Historieliederen (J.M. Proot) blz. 326. - Dr. C.G.N. de Vooys, Middelnederlandse Marialegenden (J.K.) blz. 389. - Dr. K. Later, De Latijnsche Woorden in het Oud- en Middel-Nederduitsch (J.K.) blz. 396. - Bloemlezing

 

[pagina VII]

uit Guido Gezelle's Gedichten (Dr. J.B. Schepers) blz. 400. - M.A. van Weel, Het Dialect van West-Voorne (W.v.S ) blz. 404. - Handelingen van het Vierde Nederlandsche Philologencongres (T.) blz. 517.

 

Kleine Meedelingen over boekwerken. J. Hoeksma, Jacobus Bellamy (J. Aleida Nijland) blz. 44; L. Penning, Ons Oude Nederland (F.) blz. 45; G. van Hulzen, Van de zelfkant der samenleving. - De man uit de slop (D.) blz. 93; J.K. Rensburg, Amsterdam. - Koningschap (D.) blz. 188; Nyrop - Vogt, Das leben der Wörter (F.) blz. 190; L. Penning, Ons oude Nederland, blz. 239; Ons Tijdschrift, blz. 286; Weekblad voor Indië, blz. 334; Dr. Phil. N. Marais-Hoogenhout, Praktisches Lehrbuch der Kapholländischen Sprache (Burensprache), blz. 411; Dr. G.D.J. Schotel, Het Oud-Hollandsch Huisgezin der Zeventiende Eeuw, blz. 412; Ad. Herckenrath, Vlaamsche Oogst, blz. 475; Een Pic-nic in proza, blz. 477; A. de Cock en Is. Teirlinck, Kinderspel en Kinderlust in Zuid-Nederland, blz. 520.

 

Kleinigheden: XXXVII, blz. 90; XXXVIII, blz. 91; XXXIX, blz. 91; XL, blz. 187; XLI, blz. 238; XLII, blz. 284; XLIII, blz. 332; XLIV, blz. 333; XLV, blz. 408; XLVI, blz. 410; XLVII, blz. 471; XLVIII, blz. 472; XLIX, blz. 472; L, blz. 473; LI, blz. 473; LII, blz. 512; LIII, blz. 515; LIV, blz. 515; LV, blz. 563; LVI, blz. 563; LVII, blz. 565.

 

Inhoud van Tijdschriften: blz. 46, 95, 144, 190, 239, 286, 336, 413, 478, 522, 566.

 

Nieuwe Boeken: blz. 48, 95, 192, 240, 288, 415, 479, 523, 567.