14.
Bilderdijk naast Vondel.
Bilderdijk is de Rubens onzer dichters. Zijn koloriet is onvergelijkelijk schitterend. Dit schitterende ontspruit voornamelijk uit het gebruik van mooi klinkende woorden, in het bizonder, bijvoeglijke naamwoorden. Vaak is hij daar zeer gelukkig in, maar somtijds maakt hij wel wat te veel gebruik van woorden, die mooi klinken, maar weinig schilderachtig zijn, als: afschuwlijk, afgrijsbaar, gruwbaar, enz.
Vondel is in zijne beste gedichten zeer sober in het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. Lees b.v. zijn: Wie is zoo hoog gezeten?
Of zijn: O Kerstnacht schooner dan de dagen: gij zult er geen enkel bijvoegelijk naamwoord in vinden dat in den samenhang gemist kan worden.
23 Maart 1868.