6. Busken Huet over Hooft.
Na de lezing van Busken Huet's voortreffelijke studie over Hooft, heb ik met een nieuwen blik in onzen eersten en grootsten dichter gelezen en daarbij veel nieuws opgemerkt. Die studie van Huet in de Gids is de mooiste, die ik van zijne hand heb gelezen. Terwijl hij Vondel, Cats en Bilderdijk alleen heeft doorbladerd, heeft hij Hooft bestudeerd, en door studie is hij tot waardeering en bewondering gekomen. Naar aanleiding van Busken Huet's studie heb ik de Gerard van Velsen opnieuw gelezen en nu heb ik er in waarheid een drama der vrijheid in gevonden. Ik weet niet of gij het treurspel wel eens goed hebt gelezen, maar zoo niet, doe het. Gij zult er in zien de verdrukte vrijheid, na lange, bange worstelingen, eindelijk zegepralend. De rei der Amsterdamsche jufferen drukt het hoofddenkbeeld uit van het treurspel. Eerst schetst deze rei de wandaden van graaf Floris en kiest partij voor den wrokkenden adel. Daarna maant een tweede rei den graaf, met het oog op Rome's noodlot, tot nederigheid en de edellieden, tot behoedzaamheid. Voor alles waarschuwt zij tegen oorlog en bloedstorting. Maar de hemel wordt duister; de wolken pakken te samen. De wraakzucht van den beleedigden echtgenoot zegeviert in Gerard van Velsen over het goede beginsel. Vergeefs treden zijn edele vrouw en Gijsbrecht van Amstel als zijn goede geniussen op. De meerderheid van den adel besluit den weg van geweld en verraad op te gaan, maar toch kiest de rei niet de zijde van den graaf. Integendeel, nu eerst galmt zij het heerlijk vrijheidslied uit. De graaf wordt verraderlijk vermoord. Met de zaak der wettige vrijheid staat het slecht. Het gemeen kiest de zijde van den vermoorden graaf. Doch daar treedt de Vecht op met de profetie van de zegepraal der
ware vrijheid, van den tijd, waarin de ware vrijheid, over dienstbaarheid en wetteloosheid heen, over Holland's burgerij zal heerschen.
Uit dit oogpunt beschouwd is de Gerard van Velsen een uitmuntend treurspel, vol van de schoonste gedachten. Ik beschouw het gedicht wel uit een ander oogpunt als Busken Huet, maar ik moet erkennen dat hij mij tot een beter inzicht heeft gebracht.
19 Februari 1882.