Taal en Letteren. Jaargang 10
(1900)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 204]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vereenvoudigde spelling.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bevestigend op deze vraag antwoordt, moet niet nù eens hopen, wassen, de vink, en dan weer hoopen, wasschen, den vink schrijven. Men hoeft maar even over de zaak te denken, om in te zien dat hier van artistiek of lelik helemaal geen sprake kàn zijn. Mooier of minder mooi is de woordklank, de woordkeus, de woordschikking. Niet de spelling. Die is meer of minder nauwkeurig; meer of minder prakties. Met aesthetica heeft de spelling niet te maken. Waar komt het dan vandaan, dat sommigen een tegenzin hebben in de Vereenvoudigde, er door worden geïrriteerd? Alleen door het vreemde, door het nieuwe, zoals Dr. Bonebakker zegt. In 't Middelnederlands hindert de schrijfwijze anxt, twe, aerbeit, coninc, alleen de leek. Wie Middelnederlands kent is aan die spelling gewoon en vindt 'm niet lelik of onartistiek. Onze tijdgenoten moeten aan Zweeds (zonder ch) aan brede, lopen, enz. eerst weer wennen. En dat zullen ze wel doen, als maar eerst wordt begrepen dat onberedeneerde afkeer van het nieuwe hier het bereiken van grote voordelen in de weg staat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I en Ie.Wat Dr. Detmers het meest hindert is de ie-spelling. Zijn grief, dat de ie soms dienst moet doen ‘waar nooit een tweeklank bestaan heeft’, lijkt mij niet heel ernstig. Met de oe verkeren wij in 't zelfde geval. Maar - het bestuur van de Vereniging tot Vereenvoudiging v.o. Schrijftaal is het met Dr. Detmers eens, dat het vreemde uiterlik van sommige woorden met ie, waar men gewoon is i geschreven te zien (b.v. indieviedu) wel geschikt is om aan velen aanstoot te geven. En dáárom vooral gaf het bestuur op de laatste algemene vergadering aan de leden de raad, om niet te voortvarend te zijn met het verhollandsen van de spelling van bastaardwoorden. De aanstoot gevende ie toch komt nagenoeg uitsluitend in bastaardwoorden voor.Ga naar voetnoot1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
E (ee) en O (oo).Dr. Detmers ziet in onze e- en o-spelling weinig heil, omdat de regel niet konsekwent wordt doorgevoerd en er geen volkomen eenheid te verkrijgen is. Mij dunkt, de verbetering valt anders nogal in het oog. Dr. L.A. te Winkel geeft in zijn Leerboek der Nederl. spelling:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Totaal: 16 algemeen geldige regels en 10 hulpregels; samen dus 26 - met de nodige uitzonderingen! En als men die regels en die uitzonderingen kent is men nòg niet klaar. De spelling van een hele reeks van woordenGa naar voetnoot1) is er door de beschaafde leek niet mee te bepalen. Daarentegen hebben wij één regel (schrijf één e en o op het eind van een lettergreep) en één uitzondering (op het eind van een woord twee e's: zee, ree, vee enz.). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toonloze klinker.De bedoeling is niet geweest volstrekte ‘eenheid’ te brengen in de voorstelling van de toonloze klinker. In plaats van deze, met de Vries en te Winkel, door e, i èn ij voor te stellen (om de u in plaatsnamen hier maar buiten bespreking te laten), doen wij het alleen door e en i. De toonloze klinker stellen wij vóór k door een i voor: dus huiselik, dageliks naar analogie van monnik, leeuwerik, havik, hinniken enz. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De stomme h.Door de spelling tans, altans, verdwijnt de moeilikheid: nochtans naast althans. Ook wordt verkeerde uitspraak voorkomen. Thuis blijft naast tehuis. De vereenvoudiging mag hier van weinig betekenis zijn, van ‘de zaak meer samengesteld maken’ is geen sprake. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verbuiging.Wanneer wij ‘voor den dag’ goedkeuren naast ‘voor de dag’, is er in 't geheel niet geaarzeld voor ‘consequente doorvoering’. De regel: verbuig op schrift, zoals men verbuigt in de beschaafde spreektaal, wordt juist strikt gevolgd. De en den in voor de(n) dag zijn wisselvormen als na het eten en na den eten, raadde en ried, stootte en stiet waaide en woei, de fruit en het fruit enz. enz. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- Ie(t)sie en - a(at)sie.De spelling poliesie en prediekasie (naast polietsie en prediekaatsie) wordt afgekeurd, omdat hier een onbeschaafde uitspraak zou worden weergegeven. Kwestie van uitspraak dus. Tegen de door niets gestaafde bewering van Dr. Detmers kan ik o.a. aanvoeren van Dale, die in zijn Woordenboek zowel policie als politie spelt; prof. de Vries en Dr. L.A. te Winkel die in het grote Woordenboek bij advertentie (uit Mlat. advertentia) zeggen: ‘uitspr. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
advertensie’: Dr. A. Beets, die in het Woordenboek bij gratie verklaart: ‘de lettergreep tie klinkt in de uitspraak als tsie of als sie.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Er(w)t, Bes(t)je, Kers(t)feest.Volgens Dr. Detmers wordt de w van er(w)t, de t van bes(t)je, Kers(t)feest, Kers(t)mis alleen ‘in sommige dialecten ten gevolge van een slordige uitspraak’ (N.B.) niet gehoord. Mischien zou ik kunnen volstaan met tegenover de mening van Dr. Detmers de mijne te stellen en een beroep te doen op mijn lezers. Het kan echter zijn nut hebben, ook hier een paar uitspraken van bekende taalkundigen aan te halen. Er(w)t. ‘In de spreektaal wordt de w ook uitgestooten bij erwt’ (Dr. Jan te Winkel, De Gramm. Fig. in het Nederlandsch, 2e druk blz. 180). Bes(t)je. In het Handwoordenboek van P. Weiland (1812) leest men op blz. 65: ‘Bes (verbastering van best, beste). Eene oude vrouw, Besje.’ Hieruit volgt dat de op de uitspraak gegronde schrijfwijze bes in het begin van de eeuw gebruikelik was. Later heeft men op grond van de etymologie de spelling bes in best veranderd. Dr. A. Kluyver in het grote Woordenboek (II, kol. 2092): ‘Best - daarnaast bes - znw. vr.; verkl. bestje, vaak besje gespeld.’ Kers(t)mis, Kers(t)feest. Beckering Vinckers in Taal en Taalstudie I (2e dr.) 82, noot: ‘Zeiden we nog, zooals Maerlant, Kersten in plaats van Christen dan zou men 't herstellen (N.B.) der t in Kersmis kunnen verdedigen, door te zeggen dat Kerstmis de oorspronkelijke beteekenis duidelijker maakt. Thans zegt voor een niet taalgeleerd lezer Kerstmis evenveel als Kersmis.’Ga naar voetnoot1) En prof. Verdam in zijn M. Ned. Wbk. III, 1375: ‘Kersavont, ndl. Kersavond (of, gelijk de nieuwe spelling wil, Kerstavond, eene schrijfwijze die ook in de middeleeuwen niet voorkomt en alleen bij den etymologiseerenden Kiliaen te vinden is.)’Ga naar voetnoot2) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ei en ij.Om redenen van opportuniteit is niet getracht, de ij door ei of de ei door ij te vervangen. Hadden wij voorgesteld te schrijven: Wei zein blei of De kijzer zij in Mij dat hij wijgerde.... wat zou er dàn 'n geroep over lelikheid (alias vreemdheid) zijn opgegaan! Al is het wenselik dat eenmaal het verschil tussen ei en ij uit de spelling verdwijnt, de tijd daartoe achten wij nog niet gekomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Geslachten.Dr. Detmers noemt de geslachtregels met hun uitzonderingen ‘een hoop nuttelooze ballast’. Uitstekend. Maar het is mij niet recht duidelik geworden of hij zich in zake de geslachten toch aan het gezag van de Vries en te Winkel wil onderwerpen.Ga naar voetnoot1) Zo ja, dan maakt hij zich van de kwestie wel wat gemakkelik af. Mocht hij menen dat iemand die wat aan taal doet, zich al spoedig niet meer ‘vergist’ in de door taalgeleerden gedecreteerde woordgeslachten, dan raad ik hem blz. 136 en 137 van mijn Opstellen over Spelling en Verbuiging eens na te slaan. Hij zal dan, naar ik vertrouw, tot de overtuiging komen, dat ontwikkelde mensen, kunstenaars, geleerden (ook taalgeleerden!) telkens en telkens tegen de voorschriften van de Woordenlijst zondigen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bastaardwoorden.Men zie hiervóór, blz. 205.Ga naar voetnoot2)
Resumerende wijst Dr. Detmers nogmaals op het lelike en het inkonsekwente van de vereenvoudigde spelling. Over het lelike had ik het in 't begin van dit stukje. Aan het slot mogen een paar woorden staan van prof. M. de Vries: ‘Consequentie in het geheel en volstrekte consequentie in alle onderdeelen zijn onvereenigbaar bij elk stelsel, dat gelijk de spelling eener taal, niet door één alles omvattend brein is bepaald en geregeld.’ (Voorbericht Grondbeginselen der Nederl. spell. door Dr. L.A. te Winkel, 1865, bl. XIV). Aangezien nu de voorstanders van vereenvoudiging nooit hebben beweerd dat ze met een volkomen nieuw systeem aankwamen; aangezien zij niets anders bedoelen dan, uitgaande van het bestaande, verbeteringen aan te brengen, is de eis dat zij in àlle opzichten konsekwent hadden moeten zijn, onbillik.
R.A. Kollewijn. |
|