Bij snelle beweging worden de leden gerekt, d.i. uitgestrekt; de uitdrukking kreeg dus natuurlijk genoeg de beteekenis van zich snel bewegen, zonder dat daar nog loopende of iets derg. aan toegevoegd behoefde te worden. Later werd het object: lede weggelaten, een soort van ellips, die in 't Mnedl. zeer vaak voorkomt. Vgl. gehengen voor de teugels of den toom gehengen; met sporen slaan voor het paard met sporen slaan.
b.v.
Hi sloech met sporen vaste
en daarnaast:
doe sloech hi dat ors met sporen.
Zie de verschillende aanhalingen bij Oudemans.
Dr. Stoett heeft in zijn Mnedl. syntaxis § 452 gehandeld over de ellipsen van huus, kerk, slach, paert, breidel, cleet, tijt, woort, scout, doot, dach, hant, heer. Als eenmaal het enkele recken met de hier behandelde beteekenis ook in het Mnedl. gevonden zal zijn, zal het pluralis lede daarbij gevoegd kunnen worden.
N.A. Cramer.